Uit de Oude Doos
Gelet op de actualteit hebben we, in afwachting van een update, deze Eulenspiegel alvast uit het archief naar voren gehaald.
- Drinken tot we verdrinken
- De watervergiftiging
- Homeostase van dorst en trek in zout
- Lopen, drinken, sterven; Zuurstofwater: in lucht opgelost
- De dieet-potomanie of waterverslaving; Bewaterde senioren
- Hand in hand: Doping & Drinken
- In de techno- & ecstasy roes
- Kinderen in de vruchtensap-val
- Bewaterde senioren
- De dieet-potomanie of waterverslaving
- Koffie: Het Voedingscentrum krabbelt terug
Drinken tot we verdrinken
door Brigitte Neumann
Geen van de tien regels van het voedingscentrum DGE zal zo populair zijn als het drinken van "veel vloeistof". Niet alleen sporters en wellnessfans houden zich bijna slaafs aan de adviezen, maar ook tijdgenoten die zich veel minder zorgen maken over "gezonde voeding". Voor de zekerheid drinken ze ook...
...regelmatig zonder dat ze dorst hebben. Want de gangbare interpretatie van de aanbeveling luidt: veel drinken is altijd gezond, op elke leeftijd en in elke situatie.
De angst om niet genoeg te drinken is diep geworteld in onze samenleving. Het wordt vooral gevoed door deskundigen die onvermoeibaar waarschuwen voor de gevolgen van dehydratie. Bij bewezen gezondheidsstoornissen die gepaard gaan met verlies van het dorstgevoel, zoals die herhaaldelijk worden waargenomen in de geriatrische zorg, kunnen dergelijke waarschuwingen gerechtvaardigd zijn, maar niet bij gezonde personen. De mensheid vertrouwt immers al duizenden jaren op haar dorstgevoel - en is er ongeschonden vanaf gekomen. De onweerstaanbare drang, te moeten drinken bij vloeistoftekort ,was en is een drijvende kracht die het lichaam in balans houdt. De natuur heeft ervoor gezorgd dat hij niet vrijwillig op het levensnoodzakelijke water, en daarmee op de voor zijn lichaam noodzakelijke drinkhoeveelheden, af kan zien.
Van levenselixer tot cultobject
Juist omdat het onmisbaar is, symboliseert water een levenskracht in alle wereldculturen. Sprookjes, mythes en legendes spelen zich af rondom het kostbare nat. Zo berichtte Herodotus al over de lange levensduur van de Ethiopiërs, wat hij toeschreef aan het drinken van het water uit een speciale bron. Het uit de diepte stammend bronwater is nog altijd populair omdat het de "gezonde" mineralen uit het gesteente bevat - maar in vroegere eeuwen was het misschien belangrijker dat het op natuurlijke wijze gezuiverd was en in tegenstelling tot oppervlaktewater geen ziekteverwekkers bevatte.
In tijden van moderne drinkwatervoorziening komt er hygiënisch onberispelijk nat uit de kraan, maar de cultus rond water is ongebroken. Het weerspiegelt zich met name in de warenhuizen van de levensmiddelen- en drankenfirma‘s. Daar wordt de klant verwend met de keuze tussen koolzuurvrij tot bruisend of met een smaakje en nu zelfs - wervend met de heilzame mythe van fris bronwater - met zuurstof verrijkt. Het water stamt daarbij niet alleen uit talrijke Duitse regio's, maar ook uit de meest afgelegen delen van de wereld.
Wanneer het vat overloopt
De statistieken van de brouwerij en de mineraalwaterverenigingen tonen aan dat de Duitsers daadwerkelijk de aanbevolen hoeveelheden vloeistof consumeren. Gemiddeld koopt de Duitse staatsburger bijna 700 liter vloeistof per jaar. 550 daarvan zijn niet-alcoholische dranken, wat overeenkomt met de aanbevolen dagelijkse drinkhoeveelheid van 1,5 liter. Alleen al het verbruik per hoofd van de bevolking van mineraalwater uit Duitse bronnen is sinds 1970 gestegen van 12,5 naar 129 liter in 2003, het exclusieve geïmporteerd water niet inbegrepen. Om nog maar te zwijgen van de koffie en theeconsumptie.
Maar geven deze gegevens vanuit voedingsfysiologisch oogpunt aanleiding tot tevredenheid? Helaas niet. Want er is geen indicatie dat de maatschappij daadwerkelijk "gezonder" is geworden door ijverig te drinken. Desondanks blijven deskundigen waarschuwen voor onvoldoende vochtinname. Ze eisen dat vooral sporters, ouderen en kinderen, maar ook dieetvolgen, en mensen met een verkoudheid ,meer moeten drinken. De gevaren van deze aanbeveling worden meestal genegeerd: In de afgelopen jaren zijn de gevallen van watervergiftigingen toegenomen, vooral in genoemde doelgroepen. In de vorm van long- en hersenoedeem kan watervergiftiging zelfs levensbedreigende vormen aannemen. De mythe van het levenschenkende water mag daarom niet langer verhullen, dat een teveel van het waardevolle nat - vooral in verband met een zoutarm dieet of zoutverlies - niet leidt tot een betere gezondheid, maar soms rechtstreeks naar het intensive care station.
Verkeerd beoordeeld, onderschat en aangemoedigd:
De watervergiftiging
door Jutta Muth
De watervergiftiging (hyperhydratie) of natriumtekort (hyponatremie) zijn twee kanten van dezelfde medaille. Ze worden veroorzaakt door een overmaat aan water, waardoor er een relatief zouttekort ontstaat. Hoewel ziekte- en therapie-gerelateerde redenen voor zoutverlies (bijv. nierschade, gebrek aan minerale corticoïden, infusiefouten of diuretica) in ieder geval bij de arts bekend moeten zijn , krijgen advies-gerelateerde oorzaken zoals zoutarme voeding met een hoge vochtinname nauwelijks de aandacht die ze verdienen. Hoge drinkhoeveelheden verergeren daarbij de sluipende hyponatremie door een zoutarme voeding, doordat ze de natriumconcentratie van het bloed verder verdunnen.
Gevaarlijke hersenkiller
Het meest opvallende kenmerk van watervergiftiging is dorst, die vaak wordt geïnterpreteerd als een gebrek aan vloeistoffen - een even frequente als fatale beoordelingsfout. Chronische verlopend gaan ze gepaard met stemmingswisselingen, concentratiestoornissen, duizeligheid, lethargie en een honger naar zout. In een vergevorderd stadium treden - vooral bij kinderen - krampaanvallen op. Acute vergiftigingen (bijv. bij marathonlopers) worden gekenmerkt door lage bloeddruk, tachycardie, apathie, spierkrampen, misselijkheid en oedeem. Vooral hersen- en longoedeemen kunnen tot blijvende schade of zelfs de dood voeren: Terwijl ze in de longen de gasuitwisseling belemmeren, drukken ze in het hoofd onvermijdelijk op de hersenen, omdat het weefsel in het schedelbot niet kan uitzetten. De behandeling wordt voornamelijk uitgevoerd met een zoutoplossing en beperking van vloeistoffen.
Hoe minder men eet...
Voedingsgerelateerde oorzaken die aan een watervergiftiging kunnen bijdragen zijn onder andere:
• Een rijkelijke toevoer van natriumarme hypotone vloeistoffen zoals appelsap, (natriumarm) mineraalwater, bier, frisdranken, sportdranken en verdunde babymelk.
• Hoge toevoer van calorieën in vloeibare vorm, bijvoorbeeld sappen voor zuigelingen. Daardoor blijft het hongergevoel achterwege en leidt op den duur tot een natriumtekort omdat de toevoer van de belangrijke elektrolyt via vast voedsel niet gewaarborgd is. Dit gevaar wordt onnodig verhoogd door de DGE-Tipp "Hoe minder men eet, des te meer dient men te drinken", die terug te vinden is in de huidige referentiewaarden voor de inname van voedingsstoffen.
• Zouttekort ten gevolge van beperkte consumptie, bijvoorbeeld door een zoutarm dieet bij hoge bloeddruk of voor gewichtsreductie. Het effect wordt versterkt door een hoge inname van kalium, de tegenspeler van natrium, bijvoorbeeld in de context van diëten (rijst, fruit, vruchtensap) of door het gebruik van tafelzout vervangers.
• Geringe voedselopname bij caloriearme of eiwitarme diëten. Naast natrium is daardoor ook de opname van andere osmotisch actieve stoffen uit levensmiddelen, zoals glucose of ureum, beperkt. Wanneer het echter schort aan opgeloste deeltjes, dan hindert men de nieren aan de wateruitscheiding.
• Misbruik van diuretica voor gewichtsreductie Diuretica leiden tot een verhoogde wateruitscheiding, waarbij het water naast natrium en kalium ook andere stoffen meeneemt. Dit kan op zijn beurt tot risicovolle elektrolytverliezen voeren.
Gezondheidsrisico door aanbevelingen
Bij de samengaan van meerdere factoren of bij overeenkomstige dispositie wordt de risicodrempel lager. Dit betekent dat de algemene aanbevelingen van overheidsorganen van bijvoorbeeld de DGE en het Ministerie van Volksgezondheid - zoals het beperken van de inname van keukenzout (zie EU.L.E.n-Spiegel 2000/H.1), te streven naar een normaal gewicht en de vochtopname te verhogen - een gezondheidsrisico vormen. Daartoe behoort ook de vermaning van de DGE uit het jaar 2000, "Dorst moet ... alleen in uitzonderlings-situaties een stimulans voor de vochtopname zijn". Daarom dient men al "vooraf" te drinken. Dit advies impliceert, dat het lichaamseigen dorstgevoel achter de werkelijke behoeften aanloopt. Met dezelfde logica zou men ook kunnen aanraden om naar het toilet te gaan voordat de blaas drukt. Hoewel zij de risico's van overmatig drankgebruik niet noemenswaardig achten, heeft de DGE gelukkig andere oorzaken van watervergiftiging vastgesteld, zoals bijvoorbeeld "het inslikken van grote hoeveelheden badwater".
Waterbehoefte
Het menselijk lichaam bestaat overwegend uit water, waarbij het absolute gehalte afhankelijk is van het vetaandeel. Hoewel de vetvrije massa tamelijk exact 73 procent H2O bevat, kan een mager persoon bestaan uit maximaal 70 procent water, een obees persoon uit slechts 45 procent. Elke dag verliest een volwassene van 70 kg die geen lichamelijk werk doet, ongeveer 2,5 liter water door urine, ontlasting, lucht en zweet. Het wordt vervangen door het oxidatiewater dat in het lichaam vrijkomt tijdens de energieproductie en het water uit vast en vloeibaar voedsel.
Een constitutie kwestie
De behoefte aan water is onderhevig aan aanzienlijke individuele schommelingen. Voor sommige mensen volstaat een halve liter drank per dag, terwijl anderen minstens twee liter nodig hebben, zelfs zonder zweet veroorzakende activiteiten. Deze verschillen kunnen het gevolg zijn van verschillen in thermo-regulatie of nierfunctie, zonder dat deze pathologisch zijn. Wie veel zweet kan 3 tot 4 keer zoveel vloeistof nodig hebben. Factoren als luchtvochtigheid en temperatuur spelen ook een rol, omdat ze van invloed zijn op het vrijkomen van water via de lucht die we inademen. En niet in de laatste plaats bevatten sommige voedingsmiddelen veel water. Zo bestaan komkommers voor 97 procent uit water, terwijl appelsap maar 88 procent haalt. Veel groenten zijn daarom betere waterleveranciers dan limonades of vruchtensappen.
Verbeten getallen-fetisjisme
Algemene aanbevelingen over de hoeveelheid water die we moeten drinken staan zijn dus realiteitsvreemd. Een groot raadsel zijn daarbij de referentiewaarden van het voedingscentrum (DGE), die bepalen dat kinderen op driejarige leeftijd dagelijks 940 milliliter zouden moeten drinken, 18-jarigen 1530, 19-jarigen 1470, 64-jarigen 1230 en 65-jarigen 1310 mililiter.
Homeostase van dorst en trek in zout
Homeostase is niet alleen gericht op een constant watergehalte (volumeregulatie), maar ook naar een constante osmolariteit van de lichaamsvloeistoffen (elektrolyt-regulatie).
Volumeregulatie: Omdat het lichaam slechts een kleine watervoorraad bezit en nauwelijk overtollig water op kan slaan, moet een verstoorde balans snel in evenwicht gebracht worden. Alleen het intracellulaire water kan tekortkomingen op korte termijn compenseren. Als het lichaam water verliest, neemt het bloedvolume af. Speciale volumereceptoren zorgen er via horizontale mechanismen voor, dat er meer water in de nieren wordt teruggewonnen, en dat het dorstgevoel toeneemt. Wanneer de watertoevoer echter wordt verhoogd, neemt het bloedvolume toe, waardoor de nieren worden gestimuleerd om meer uit te scheiden en het dorstgevoel te onderdrukken.
Elektrolytregulatie: De concentratie van natrium- en kaliumionen in de lichaamsvloeistoffen is bepalend voor de lichaamsfuncties. De concentratie van Na+-ionen in het bloed komt normaal gesproken overeen met de concentratie van K+-ionen in de cellen, wat zorgt voor een evenwichtige osmotische druk aan beide zijden van de capillaire wanden. In geval van Na+ overmaat in het bloed of K+ tekort in de cellen, onttrekt het bloed water aan de cellen als gevolg van de osmotische drukverschillen. Bij Na+ tekort of K+ overmaat neemt het water de tegenovergestelde weg en stroomt het meer naar het celinterieur. Natrium wordt ook gereguleerd door uitscheiding via de nieren. Bij een Na+ overschot produceren de nieren kleine hoeveelheden sterk geconcentreerde urine, bij een tekort grote hoeveelheden verdunde urine.
Dorst door drinken: Dat een te grote toevoer van vloeistof vanaf een bepaalde hoeveelheid tot ontsporing van de homeostase voert en de dorst stimuleert, klinkt in eerste instantie paradoxaal, maar het is het logische gevolg van de hierboven beschreven regulatie:Was de natriumtoevoer over een langere periode te laag c.q. de watertoevoer te hoog, dan leidt dit tot een tekort aan natrium in het bloed en tot de opslag van water vanuit de vaten in de cellen. Vervolgens proberen de volumereceptoren het waterverlies te compenseren door het dorstgevoel te stimuleren. De intense dorst die optreedt bij het begin van een hyponatremie, is een belangrijke diagnostische indicatie van een watervergiftiging.
Lopen, drinken, sterven
door Brigitte Neumann
Of het nu gaat om marathon, triatlon of duursporters - het aantal extreme sporters neemt voortdurend toe. Liepen in 1974 bij de eerste Berlijnse Marathon 274 atleten mee, waren dat er in 2002 al 30.000. Wanneer een marathonloper na de wedstrijd in elkaar stort, ligt het vermoeden op een hitteschok of overmatig vochtverlies voor de hand. Er zijn echter steeds meer gevallen waarin de instorting niet werd veroorzaakt door een gebrek aan water, maar door een vergiftiging met water. Niet alleen het drinken van mineraal- of drinkwater, maar ook de consumptie van liters vaak aanbevolen isotone dranken kan leiden tot een vloeistoffen-overbelasting van het organisme. Mogelijke gevolgen zijn massale hyponatremie en levensbedreigend oedeem in de longen en de hersenen.
Fatale overloop
Al in 1985 werd het fenomeen gedocumenteerd bij een 46-jarige marathonloper uit Zuid-Afrika.(6) Maar het zou nog vele jaren duren voordat de sportwereld de mogelijke omvang van acute watervergiftiging daadwerkelijk zou opmerken. Het grote ontwaken kwam met de dood van een deelneemster aan de marathon van Boston in 2002. Ze stierf na de race aan een encefalopathie die zich had ontwikkeld ten gevolge van te grote hoeveelheden vocht die ze voor en tijdens de race had gedronken.(5) Voorwaarde voor een werkzame therapie is in dergelijke gevallen een snelle en juiste diagnose, de voor de hand liggende verkeerde diagnose "hitteschok" kan voor de patiënt fataal zijn Een 23-jarige triatleet overleefde het alleen omdat de spoedarts hem onmiddellijk behandelde voor de watervergiftiging. Deze had voor en tijdens de wedstrijd 23 liter isotone vloeistof gedronken, wat had geleid tot (slechts) 3,2 kilogram gewichtstoename en een daling van het natriumgehalte tot 116 millimol per liter. Een week intensieve zorg met intraveneus natrium heeft hem weer op de been geholpen.(7)
Dokters van de Amerikaanse Universiteit van Houston documenteerden zeven gevallen van marathonlopers, waaronder vijf vrouwen die na het lopen ineenstortten. Alle zeven waren hyponatremisch. Bij zes van hen werd hersen- en longoedeem vastgesteld en een natriumsubstituut ingeleid. Bij de zevende loopster vertoonde de autopsie eveneens wateropeenhoping in de hersenen. Alle zeven atleten - hadden niet-steroïdale immunosuppressieve medicijnen ingenomen tegen de spierpijnen die bij het hardlopen ontstaan. Deze geneesmiddelen blokkeren bovendien de wateruitscheiding van het lichaam.(1)
Verraderlijke tijdgeest
In de vakliteratuur zijn tot nu toe meer dan 250 gevallen van duursporters met watervergiftiging gedocumenteerd. Daarbij staat vast, dat deze gevallen slechts het topje van de ijsberg zijn. Omdat de symptomen van vochtoverbelasting verdacht veel lijken op die van uitdroging, is de diagnose meestal verkeerd. Volgens de Zuid-Afrikaanse sportarts Tim Noakes is watervergiftiging bij duursporten terug te voeren op de misplaatste opvatting dat grote hoeveeheden vocht goed zou zijn voor de gezondheid en de lichamelijke prestaties. Er is nog steeds geen bewijs dat bijvoorbeeld marathonlopers ook zonder dorst zouden moeten drinken. Integendeel: Voor de langeafstandlopers van de antieke oudheid tot aan het eind van de jaren '60 van de 20e eeuw was matig drinken eerder geboden. Er werd voor gewaarschuwd dat te veel vocht de prestaties vermindert.
Minder is meer
Waarom bij de sport kleinere hoeveelheden drank beter zijn dan grote hoeveelheden, laat Noakes zien. Hij kwam erachter dat lange-afstandsatleten tijdens de wedstrijd meestal in een natriumtekort terecht komen door het uitzweten van zout. Maar wie 1-2 kilo zweetverlies accepteert en geen speciale maatregelen neemt, zal bij de vocht- en mineralenhuishouding binnen twee dagen weer op het oorspronkelijke niveau zijn. De ontstane hyponatremie kan weliswaar aan de hand van bloedparameters worden gemeten, maar blijft zonder symptomen. Anders ligt het bij diegene, die rijkelijk drinkt: het natriumtekort wordt verergerd door de vochtopname en het risico op watervergiftiging neemt toe.
Het menselijk organisme is noch een kameel noch een cactus: het mist elke vorm van waterreservoir. Overtollige vloeistof stroomt naar de extracellulaire compartimenten, verdunt daar de elektrolyt-concentraties en onttrekt natrium aan het plasma (zie "Homeostase van dorst en trek in zout" op pagina 4). Tegelijkertijd zwellen de handen en voeten op en vormen zich uiteindelijk levensbedreigende oedemen in de longen en de hersenen.(4) In 73 procent van alle gevallen is de symptomatische hyponatremie bij atleten te wijten aan een verhoogde vochtinname, aldus de studies uit Nieuw-Zeeland (8)
Noakes, zelf een toegewijd voorstander van marathons als "sport voor iedereen", waarschuwt daarom voor overmatige vochtinname. Hij pleit - net als het Amerikaanse Agentschap voor Lichtatletiek, Marathon en Loopwedstrijden (2) - voor het „drinken naar het dorstgevoel" met een maximale drinkhoeveelheid van 800 milliliter per uur tijdens de wedstrijd. (3)
Literatuur
1) Ayus et al: Hyponatremia, Cerebral Edema and Noncardiogenic Pulmonary Edema in Marathon Runners. Annals of Internal Medicine 2000/132/pag.711-714
2) Martin DE, Noakes T: IMMDA-AIMS Advisory statement on guidelines for fluid replacement during marathon running. New Studies in Athletics 2002/17/pag.15-24
3) Noakes T: Fluid replacement during marathon running. Clinical Journal of Sport Medicine 2003/13/pag,.309-318
4) Noakes T: Hyponatremia in Distance Runners: Fluid and Sodium Balance during Exercise. Current Sports Medicine Reports 2002/4/pag.197-207
5) Noakes T: Overconsumption of fluids by athletes. British Medical Journal 2003/327/pag.113-114
6) Noakes T et al: Water intoxication: a possible complication during endurance exercise. Medical Science Sports Exercise 1985/7/pag.370-375
7) Speedy D et al: Hyponatremia and seizures in an ultradistance triathlete. The Journal of Emergency Medicine 2000/18/pag.41-44
8) Speedy DB et al: Hyponatremia in ultradistance triathletes. Medicine and Science in Sports and Exercise 1999/31(6)/ pag. 809-815
Zuurstofwater: in lucht opgelost
Volgens de aanbieders van zuurstofrijk water zou dit ware wonderen verrichten voor de gezondheid en de prestaties bevorderen. Het wordt steeds weer opnieuw aanbevolen aan sporters om hun prestaties te verbeteren. Maar tot nu toe ontbreekt het aan studies, die een positief effect bewijzen. In plaats daarvan bevestigt een kleine dubbelblinde studie met een crossover-design de ineffectiviteit van zuurstofverrijkte producten als prestatieverhogers. Het maakt niet uit of de elf deelnemers voor de ergonomische test verrijkt of normaal water hadden gedronken: hun fysiologische prestatieparameters werden niet beïnvloed. Niet verwonderlijk, want de zuurstofverzadiging van het bloed vindt plaats via de lucht die we inademen en de longen en niet via de darmen. Degenen die geloven dat deze verzadiging kan worden verhoogd door het verbruik van zuurstofwater, kunnen zich met recht het slachtoffer voelen van een zeer fantasievol marketingsidee.
Literatuur
Hampson NB et al: Oxygenated Water and Athletic Performance JAMA 2003/290/pag,2408-2409
Hand in hand: Doping & Drinken
Wanneer moderne sporters hun toevlucht nemen tot doping, laten ze niets aan het toeval over. Substanties zoals diuretica zijn de grote hit als het gaat om het "doorkomen" van drugtests. De controleurs weten maar al te goed dat de urineafdrijvers de afgegeven urine verdunnen, waardoor het moeilijker wordt om doping op te sporen. Daarom staan diuretica ondertussen op de zwarte lijst. Maar wat ligt er voor de eerzuchtige medaillekandidaten meer voor de hand dan hetzelfde effect te bereiken door grote hoeveelheden water te drinken? Ondertussen heeft de ongezonde truc zich inderdaad tot de belangrijkste versluieringsmethode in de scene ontwikkeld. De analytici lopen achter de feiten aan en proberen via de creatininewaardes in de urine vast te stellen of deze is verdund. De detectiemethode is echter niet erg betrouwbaar en de zoektocht naar alternatieven is dan ook in volle gang.
Literatuur
Skopp et al: Zur präanalytischen Phase chemisch-toxikologischer Untersuchungen. Immunochemisches Drogenscreening im Urin - Erkennbarkeit von Manipulationen und Strategien bei rechtsmedizinischer Fragestellung. Rechtsmedizin 1998/8/ pag.163-167
In de techno- & ecstasy roes
Het bedwelmende techno-feest, inclusief het genot van ecstasy, eindigde voor een jonge Zweedse vrouw niet in de armen van haar geliefde, maar op de intensive care. De modedrug had indirect geleid tot de ineenstorting van de 19-jarige: De eigenlijke diagnose luidde een acuut natriumtekort. De Zweedse vrouw kwam er nog tamelijk goed vanaf, want minstens vier vrouwen stierven tot nu toe aan de gevolgen van een ernstige hyponaemie veroorzaakt door amfetaminemisbruik. Uit dierproeven is gebleken dat amfetamine het vrijkomen van het antidiuretisch hormoon (ADH) bevordert. Als gevolg daarvan kan een sterk dorstgevoel en het drinken van grote hoeveelheden water leiden tot een acute watervergiftiging met levensbedreigende complicaties - vooral wanneer door het zweetdrijvende dansen extra natriumverliezen intreden.
Literatuur
Budisavljevic MN et al: Hyponatremia associated with 3,4- methylenedioxymethylamphetamine (“Ecstasy”) abuse. American Journal of Medical Science 2003/326/pag.89-93
John AH et al: Low-dose MDMA (“ecstasy”) induces vasopressin secretion. Lancet 1998/351/pag.1784
Traub SJ et al: The „Ecstasy” Hangover: Hyponatremia Due to 3,4-methylendioxymethamphetamine. Journal of Urban Health 2002/4/pag.549-55
Kinderen in de vruchtensap-val
door Jutta Muth
Sinds de jaren negentig is de incidentie van watervergiftiging bij jonge kinderen in de VS zo sterk toegenomen dat sommige auteurs zelfs spreken van een epidemie. Ondertussen gelden ze als de belangrijkste bron van niet met koorts gepaard gaande krampaanvallen.(1) In Europa treedt de watervergiftiging waarschijnlijk niet minder vaak op, maar wordt kennelijk vaak niet herkend – misschien, omdat deze vaak het gevolg zijn van populaire voedingsadviezen , die de arts aan moeder en kind verstrekt.
Zelfs pasgeborenen hebben onder het devies "vloeistof is altijd goed" te lijden. Artsen van de kinderafdeling van het Itzehoe Ziekenhuis berichten over een amper drie dagen oude baby die aan krampaanvallen leed. De reden: het had daarvoor een elektrolyt-vrije 5-procentige glucose-oplossing gekregen.(3)
Vanaf de eerste levensdag
Pasgeboren baby's werden en worden in klinieken ten dele nog altijd standaardmatig met glucoseoplossing gesust, als de moeder niet genoeg melk produceert om de baby te verzadigen - wat bijna altijd het geval is de eerste twee dagen na de geboorte, omdat de melkproductie pas op gang komt door het zuigen van de baby. Deze handelswijze gaat ervan uit, dat de evolutie op dit punt een pijnlijke fout begaat, die een correctie behoeft. Helaas komt de correctie alleen ten goede aan de producenten van babyvoeding, omdat de met glucose gesuste zuigeling, papzat is en zuigt daarom te zwak aan de borst om de moedermelkproductie voldoende te stimuleren. Overigens lopen ook de zogende moeders zelf gevaar, wanneer ze grote hoeveelheden vloeistof drinken om hun melkstroom te forceren.
Echter, niet alleen de glucoseoplossing op de kraamafdeling kan voor de baby gevaarlijk worden, maar ook de flesvoeding. Wanneer deze verdund wordt gegeven, voert de verkeerde verhouding tussen elektrolyten en de hoeveelheid vloeistof onder omstandigheden tot een watervergiftiging.(5) De vloeistof verzadigt de zuigeling niet voldoende en daarom blijft hij drinken. Hoewel de fabrikanten er op de verpakkingen op wijzen dat de doseerinstructies strikt moeten worden opgevolgd, houden niet alle ouders zich daaraan. Vooral moeders en vaders die ontevreden zijn over hun eigen lichaamsgewicht of waarvan de baby bijzonder proper is, kunnen de neiging hebben om de melk te verdunnen - in de hoop, de kroost tegen een bovenmatige calorie-inname te beschermen.
De meeste (gedocumenteerde) waterslachtoffers zijn echter te vinden onder de peuters. Ze lijden vaak aan krampaanvallen en ontwikkelen soms hersenoedeem. Tegen deze achtergrond moeten ondoordachte drink-adviezen voor kinderen met de nodige voorzichtigheid worden bekeken. Zo adviseert het voedingscentrum DGE om water, ongezoete thee en verdunde vruchten- of groentesappen tedrinken.(2) In het geval van mineraalwater dient de consument te letten op de toevoeging op het etiket "geschikt voor babyvoeding" - een claim die gereserveerd is voor natriumarme bronnen. De campagne "Vijf per dag" ondersteunt ook de consumptie van sappen. Voor voedingsbewuste ouders is het bijzonder praktisch, dat de dagelijke hoeveelheden groenete en fruit door sap kunnen worden vervangen , want de meeste kinderen lukt het "vijf per dag" met vast voedsel in de vorm van aardappelen, broccoli of appels anders niet.
Vruchtensap risico
Verdunde vruchtensappen zijn verantwoordelijk voor de meeste in de literatuur beschreven watervergiftigingen. Inmiddels is het fenomeen zo frequent geworden dat het een eigen naam heeft: Squash Drinking Syndrome.(4) Het wordt vaak veroorzaakt door verdunde concentraten (bijv. siroop). De tijdspanne, totdat de ontstane hyponatremie zich uit in krampaanvallenen, kan tamelijk variëren (zie tabel 1 op pagina 8).
Vruchtensappen zijn natriumarm, rijk aan kalium en leveren, in tegenstelling tot thee of water, een paar calorieën, zodat de consumptie van vast - en daarmee in de regel natriumhoudend - voedsel wordt verminderd. In de misvatting dat drinken altijd goed is, of uit angst voor een vermeende melkallergie, laten ouders hun kinderen veel drinken. Wanneer kinderen echter een groot deel van hun energie uit vruchtensap halen, wordt het probleem van een gebrek aan natriumvoorziening nijpender. Als die over een langere periode te laag is, reageert het lichaam met alsmaar toenemende dorst (zie "Homeostase van dorst en trek in zout" op pagina 4). Ouders interpreteren dit echter als een alarmsignaal dat hun kroost wat drinken nodig heeft. Vrijwel niemand denkt aan een zouttekort - we hebben immers geleerd dat te veel zout fataal kan zijn voor een kind. Daarnaast wordt, zonder dat er een goede reden voor is, ook in de kindervoeding geadviseerd om zoutarmer voedsel te eten.
Ziek door opvoeding
Zoals bekend dient men kinderen een gezond eetgedrag bij te brengen. Daartoe hoort ook, dat men hen eraan laat wennen, regelmatig veel vloeistof te drinken. Baby's hebben daadwerkelijk meer vocht nodig in verhouding tot hun gewicht dan volwassenen, omdat hun metabolisme nog niet zo efficiënt werkt en ze meer vocht verliezen via de urine dan volwassenen. Bovendien is hun huidoppervlak groter in verhouding tot hun lichaamsvolume, zodat ze meer water afgeven door verdamping. Bij kinderen leidt de toegenomen bewegingsdrang tot meer waterverlies door zweet.
Ouderenadviseurs concluderen daaruit, dat men kinderen de hele tijd drankjes aan moet bieden en ze gestimleerd moeten worden om te drinken. Bezorgde moeders storen hun kinderen tijdens het spelen om ze eraan te herinneren dat ze moeten drinken. Vandaag de dag hebben de kleintjes altijd hun praktische drankflesje bij zich, zodat ze onderweg niet "doodgaan van de dorst". Het verbod op drinken voor en tijdens de maaltijd, dat in de vroege kinderjaren gebruikelijk was - in die tijd was men van mening dat drankjes de eetlust bederven en de spijsverteringssappen onnodig zouden verdunnen - is nu het volledig omgekeerd: nu móet er bij elke maaltijd minstens één glas worden gedronken. Zelfs baby's krijgen tussen de borst -of flesvoedingen door thee uit flesjes aangeboden.
Samengevat: waar ouders wel op zouden kunnen letten bij het drinken van hun kinderen:
• Verdun in geen geval de flesvoeding van uw baby.
• Dring er bij uw kind niet op aan om zonder dringende therapeutische reden (bijv. groot vochtverlies door overgeven en diarree, hoge koorts of een nierinfectie) te eten of te drinken. Daardoor wordt in alle gevallen de lichaamseigen regulatie tenietgedaan.
• Dranken zoals sappen of isotone dorstlessers leiden tot het verwaarlozing van het eten, wat een tekort aan natrium kan veroorzaken. Zelfs zogenaamde isotone dorstlessers bevatten niet genoeg elektrolyten.
• Kinderen mogen geen zoutloze voeding krijgen! Adviezen over consequent zoutarm koken voor baby's of kinderen zijn zinloos en riskant.
• Ernstige dorst over een langere periode is een waarschuwingssignaal en moet door een arts onderzocht worden.
Literatuur
1) Bhalla P et al: Hyponatraemic seizures and excessive intake of hypotonic fluids in young children. British Medical Journal 1999/319/pag.1554-1557
2) Deutsche Gesellschaft für Ernährung (Hrsg): Was sollten Kinder trinken? Pressedienst DGE-aktuell 1996/2 unter www.dge.de/ Pages/navigation/presse/akt0296.htm (Stand April 2004)
3) Hohenschild S, Paust H: Krampfanfälle und Hyponaträmie bei einem Neugeborenen. Monatsschrift für Kinderheilkunde 1993/141/pag.110-111
4) Hourihane JO, Rolles CJ: Morbidity from excessive intake of high energy fluids: the ‚squash drinking sydrome’. Archives of Disease in Childhood 1995/72/pag.141-143
5) Shavit I et al: Hyponatremia due to prolonged excessive ingestion of water. Harefuah 1997/132/pag.837-838
Bewaterde senioren
door Jutta Muth
Artsen en verplegend personeel kennen het probleem maar al te goed: oude mensen in bejaarden- en verzorgingshuizen raken gemakkelijk uitgedroogd. Uit dit feit wordt de conclusie getrokken, dat de meeste ouderen niet genoeg zouden drinken. Verpleegkundigen en geriatrische verpleegkundigen zijn er al langer op geschoold, hun cliëntelen voortdurend drankjes aan te bieden en indien nodig, de dagelijkse inname van vloeistoffen te controleren door middel van een drinkprotocol.(3) Te weinig vochtinname kan inderdaad bij ouderen lstoringen in de elektrolyten-huishouding veroorzaken en hypotonie, dorstkoorts of nierfalen teweegbrengen. Ook mentale verwarring is niet zelden het gevolg van vloeistoftekort.
Weinig zout, weinig dorst
Maar waarom drinken zoveel oude mensen zo weinig? Hier zijn enkele verklaringen:
* De functie van volume- en osmoreceptoren en de hormonale dorstregulatie nemen af met de leeftijd. Studies bevestigen, dat hoewel de regulatie van de vochthuishouding weliswaar langzamer functioneert(4,5) de dehydratie echter zonder verdere aandoeningen en in de huiselijke omgeving normalerwijze geen gevaarlijke vormen aanneemt..
* Het is niet duidelijk of de afname van de dorst, evenals de afname van het zicht of het gehoor, louter een ouderdomszwakte is. Het lichaam zou de wateropname bewust kunnen verminderen, om zijn minder functionele organen te beschermen, zoals het ook de geslachtshormonen vermindert, wat de levensverwachting verhoogt.
* Nier- of hartzwakte verminderen de uitscheiding en dus de behoefte aan water.(2 ) Daarom worden vaak diuretica ingezet, wat het gevaar op elektrolytenverlies verhoogt.
* Zoutarm dieet: Dit aspect wordt verrassend genoeg niet besproken. Wie minder zout krijgt, heeft ook minder dorst. In verpleeghuizen is een zoutarm dieet gebruikelijk, hoewel een wetenschappelijke onderbouwing nog steeds ontbreekt. Hyponatremie leidt tot een zwakke bloedsomloop en een zwakke bloeddruk. Duizeligheid, vallen en breuken zijn daarmee voorgeprogrammeerd.(1)
* De voorheen gebruikelijke voedingseducatie. Drinken tijdens het eten was ongewenst, omdat dranken, althans op korte termijn, de eetlust opwekken In een tijd van voedselschaarste was dit een voor de hand liggende maatregel. Maar wie zijn leven lang niet gewend was, om tijdens het eten te drinken, zal dat ook op zijn oude dag niet doen.
* Drinken wordt uit angst voor incontinentie, oedeemvorming, de moeizame gang naar het toilet, of ‘s nachts vaak uit bed moeten, nagelaten.
* Het lichaam voert haar eigen einde naderbij. Dit punt is zeer controversieel en betreft, zo het al van toepassing is, slechts voor weinig oude mensen – degenen, wiens lichaam "Op" is en daarom alle voeding of vloeistof weigert. Sommige verzorgers zijn van mening dat het sterven niet mag worden vertraagd door gedwongen vochtopname, wat hen natuurlijk dicht bij passieve euthanasie brengt. Hoewel veel familieleden pleiten voor het niet in leven houden van ernstig zieke en stervende mensen door middel van kunstmatige voeding, ligt de situatie enigszins anders bij de inname van vocht: Je laat een persoon niet sterven van de dorst.
Hartig taartje in plaats van de drinkwekker
Het risico van een verstoring van de water- en elektrolytenbalans neemt toe bij oude mensen, vooral wanneer ze zelf niet meer kunnen koken en (bijna altijd) afhankelijk zijn van zoutarm voedsel uit de instellingskeuken of de maaltijdservice. De koks in deze instellingen worden door de betreffende beroepsverenigingen geïnstrueerd om zo zuinig mogelijk met zout om te gaan. Te weinig zout vermindert echter onvermijdelijk het dorstgevoel. In plaats van psychologische trucjes zoals drinkwekkers, drinkprotocollen en drinkstations in gemeenschappelijke ruimtes, zou het daarom zinvoller zijn, om een hartig taartje en zoute snacks aan te bieden. Dit zou het optreden van mentale verwarring en het risico van vallen en breuken effectief verminderen.
Samengevat: Wanneer ouderen zich goed voelen, is ook hun vochtbehoefte voldoende gedekt.. Als ze klachten hebben, die voort kunnen komen uit een vochtgebrek, loont het de moeite om te proberen hen drankjes aan te bieden. Wanneer er sprake is van een verbetering, was de maatregel correct en moet deze individueel worden gehandhaafd. Bij voldoende zout in de voeding, kan het dorstgevoel vanzelf terugkeren.
Literatuur
1) Ayus J et al: Chronic Hyponatremic encephalopathy in postmenopausal women. JAMA 1999/281/pag.2299-2304
2) Beck LH: Changes in renal function with aging. Clinical Geriatric Medicine 1998/14/pag.199-209
3) Deutsche Gesellschaft für Ernährung (Hrsg): Ernährung und Flüssigkeitsversorgung älterer Menschen. Ernährungs-Umschau 2003/50/H.11/pag.B42-44
4) Rolls BJ, Phillips PA: Disturbance of thirst and fluid balance in the elderly. In: Friedmann et al (Eds): Appetite and Nutrition. Marcel Dekker, New York 1991. Chemical Senses 1991/4/ pag.367-382
5) Stachenfeld NS et al: Mechanism of attenuated thirst in aging: role of cental volume receptors. American Journal of Physiology 1997/272/pag.R148-157
Slank maar krank:
De dieet-potomanie of waterverslaving
door Jutta Muth
Eindelijk een evenzo eenvoudige als veelbelovende dieetbericht: "Waterdrinken verbruikt calorieën !", verkondigt de Medical Tribune. Zoals wetenschappers van het Duitse Instituut voor Voedingsonderzoek in Potsdam konden bewijzen, verhoogt drinkwater het energieverbruik van het lichaam zonder zelf calorieën te leveren. Volgens hun onderzoeksresultaten worden 100 kilojoules gebruikt om een halve liter water op kamertemperatuur te metaboliseren.(1) Uitgaande van de aanbevolen dagelijkse inname van 1,5 liter dranken, komt dit theoretisch neer op iets minder dan 111.000 kilojoules per jaar, wat overeenkomt met de energie-inhoud van 3,6 kilogram vetweefsel. 40 procent van de verbruikte energie kan worden toegeschreven aan het opwarmen van het water tot lichaamstemperatuur, de rest aan een verhoogde basisomzet.
Allereerst heeft deze bevinding een zeer ironische nasmaak: als de watertemperatuur zo'n doorslaggevende invloed heeft op het energieverbruik, is de informatie in de voedingswaardetabellen over de netto-energie-gehalte van ijs, cola met ijsblokjes of een koel glas bier volledig uit de lucht gegrepen. Ook de traditionele keuken moet worden heroverwogen: warme maaltijden zouden immers dikmakers par excellence zijn. Dus is het advies niet ver weg meer om het gebraden vlees pas te eten wanneer het koud geworden is.
En welke conclusies trekt iemand die af wil vallen, uit de nieuwe, blijmoedige en wetenschappelijk bewezen boodschap? Waarschijnlijk zoiets als: "3,6 kilo per jaar afvallen is allemaal leuk en aardig, maar niet genoeg. Als ik het water ijskoud opdrink en drie liter per dag kan verwerken, verlies ik meer dan tien kilo per jaar - en dat zonder hongersnood, dieetpoedertjes of de sportschool. Helaas schuilt er een addertje onder het gras bij dit eenvoudige idee. Het lichaam kent dit fenomeen al iets langer dan de theoretici uit Potsdam. Men kan er dus vanuit gaan, dat het extra theoretische energieverbruik van 300 kilojoule, wordt gecompenseerd door een grotere eetlust of door besparingen elders. Als het Potsdam-model correct zou zijn, zouden de liefhebbers van ijskoude cola slanker moeten zijn dan de liefhebbers van koffie verkeerd.
Gemoedsrust door water
Welk dieetplan men er ook naslaat: de aanbeveling om de hoeveelheid vloeistoffen te verhogen is alomtegenwoordig. In de meeste gevallen wordt water en ongezoete thee in hoeveelheden van 1,5 tot 2 liter per dag aanbevolen. De suggesties zijn gebaseerd op de volgende veronderstellingen:
Drinken verdringt het hongergevoel. Bij het vasten ontstaan slakken en de nieren heeft meer water nodig om deze uit te scheiden.
Het drinken van water veroorzaakt daadwerkelijk een uitstoot van insuline, die tijdelijk (via serotonine) de stemming verbetert en daarmee het hongergevoel een beetje vermindert. Deze "dieettip" zorgt ervoor dat veel mensen die willen afvallen veel water drinken. Daarbij wordt niet zelden om "gezondheidsredenen" bewust natriumarm water geconsumeerd.
Russische roulette met diuretica
Veel diëten richten zich op een snel waterverlies door het verminderen van de zoutinname (bijv. worst en kaas) en het verhogen van de inname van kalium (door middel van rijst, fruit en groenten), wat de verhouding tussen natrium en kalium nog verder verslechtert. Het lichaam scheidt dan onvermijdelijk een paar liter water uit om het osmotische evenwicht te bewaren. Dit wordt door veel betroffenen als een afslanksucces beschouwd. Anderzijds weten veel mensen die willen lijnen, dat diëten uitdrogen - voor sommigen een reden te meer om veel te drinken als voorzorgsmaatregel. Ze bewerkstelligen daarmee echter in plaats van een "ontslakking" alleen maar een extra verlies aan natrium.
Terwijl dieetplannen de problematische ingreep in de waterhuishouding verzweigen, adverteren farmaceutische bedrijven openlijk met diuretica. "Wilt u afvallen? Gewoon een paar liter verliezen", is een veel voorkomende reclameslogan van de leveranciers. Maar toch neemt het risico op watervergiftiging toe. Bijzonder gevaarlijk: Vanaf een bepaalde drinkhoeveelheid - meestal vanaf 6-7 liter - neemt de dorst met een gelijktijdige relatieve onderverzorging van zout (polydipsie) toe, wat uiteindelijk in een catastrofe voor de gezondheid eindigt.
Hoe snel mensen een watervergiftiging kunnen oplopen en op de noodopname kunnen belanden, blijkt uit het voorbeeld van een persoon die af wilde vallen en die vijf dagen deelnam aan een dieetcursus. De energie-inhoud van de maaltijden lag op 400 kilocalorieën per dag. Tegelijkertijd werden de cursisten gestimuleerd om minstens vier liter water per dag te drinken. Hoewel de betreffende persoon het voor elkaar kreeg om zelfs zes liter te drinken, moedigde de therapeut haar aan om door te gaan met drinken, ook al voelde ze zich steeds minder goed. Toen ze in een lethargische toestand naar het ziekenhuis kwam en geplaagd werd door misselijkheid, stelden de artsen een watervergiftiging vast. Ze waren verbaasd over de ernst van de hyponatremie, omdat de nieren normaal gesproken zes liter vocht per dag aan kunnen. De oplossing voor het probleem lag in het dieet: met 43 gram proteine, 1,5 gram natrium en 2,5 gram kalium, ontbrak het de nieren aan oplosbare deeltjes zoals natrium, suiker of ureum. Op grond van het dieet konden de nieren slechts maximaal vier liter urine per dag produceren.(3)
Potomanie of waterverslaving rukt op
In het verleden was hyponatremie, veroorzaakt door grote hoeveelheden vocht, bijna uitsluitend bekend bij bierdrinkers. Daarom werd het bierpotomanie genoemd. Het is niet ongewoon bij alcoholisten.(2) Het wordt veroorzaakt door het hoge kalium- en lage natriumgehalte van de drank. Daarom bieden kastelijns meestal zoute versnaperingens aan.
Seth Thaler en collega's van de Universiteit van Denver berichtten in 1998 voor het eerst over een dieet-gerelateerde watervergiftiging. Ze stieten op een anorektische vegetariër, die door voedsel onthouding en beperkte zoutinname een gebrek aan oplosbare stoffen vertoonde.. De behandelende artsen beschreven het geval als "bierpotomanie", maar met de toevoeging "bij niet-bierdrinkers".(4) Kennelijk ontbrak het in 1998 nog aan een adequate term in professionele kringen. In 2002 bedacht Ben Fox, een endocrinoloog in het Southhall Hospital in Engeland, de term "crash-dieet potomania" wanneer het ging om een dieet slachtoffer met watervergiftiging.(3)
Ondanks waarschuwingssignalen
De zeldzame beschrijving van een watervergiftiging door diëten is verbazingwekkend gezien de vele mensen die af willen vallen – waarbij ze zich willen houden aan een schaars en natriumarm of eiwitarm dieet en bij het hongergevoel veel drinken. Vermoedelijk komen milde vormen van hyponatremie en hyperhydratie veelvuldig voor. Normalerwijze zouden de getroffen personen het dreigende gevaar in dit stadium op moeten merken. Echter in veel dieetprogramma's draagt de groepsdruk en de overredingskracht van de coaches ertoe bij, dat de eerste waarschuwingssignalen genegeerd worden. Daarom mag men ervan uitgaan dat er een groot aantal niet-gerapporteerde gevallen zijn.
Literatuur
1) Boschmann M et al: Water-induced thermogenesis. Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism 2003/88/pag.6015-6019
2) Fenves AZ et al: Beer potomania: two cases and review. Clinical Nephrology 1996/45/pag.61-64
3) Fox BD: Crash diet potomania. Lancet 2002/359/pag.942
4) Thaler SM et al: „Beer Potomania” in non-beer drinkers: effect of low dietary solute intake. American Journal of Kidney Diseases 1998/31/pag1028-1031
Koffie: Het Voedingscentrum krabbelt terug
"Aangezien cafeïne het vrijkomen van vloeistoffen via de nieren stimuleert, is het voor een evenwichtige vochtbalans aanbevelingswaardig, om na elk kopje koffie dezelfde hoeveelheid water of mineraalwater te drinken". Hoeveel mensen zouden deze voormalige praktische tip van de DGE opgevolgd hebben in de hoop de ‘vloeistof rovende’ koffie te kunnen trotseren? En hoe zeer zullen deze mensen zich nu verbazen, dat de voedingsdeskundigen nu toegeven dat hun "inzicht"... op een „foute conclusie“ berust?
De DGE-Info stelt nu dat koffie een belangrijk onderdeel is van de totale dagelijkse waterinname en over het algemeen kan worden behandeld als elke andere drank. Verschillende compensatiemechanismen zouden een verhoogde diurese ten gevolg van regelmatige koffieconsumptie voorkomen - wat inderdaad waar lijkt te zijn. Alleen geeft de plotselinge meningsverandering te denken: Kan men voedingsdeskundigen geloven, die gewoon eventjes hun regels veranderen? Deze keer hadden ze niettemin een excuus paraat: De opvatting, dat koffie een vloeistof-rover zou zijn, zou alleen in de lekenpers worden gebezigd...
Literatuur
Deutsche Gesellschaft für Ernährung (Hrsg): Bedeutung von Kaffee für den Flüssigkeitshaushalt. DGE-Info 2004/4/pag.58-59
Deutsche Gesellschaft für Ernährung (Hrsg): Koffein. DGE-Beratungspraxis 1999/6 unter www.dge.de/Pages/navigation/ fach_infos/dge_info/1999/bp0699.htm (Stand April 2004)