Loof en uitlopers
Door Udo Pollmer
Groen en meteen ook nog eens gezond – deze vlieger gaat niet op, zo meent Udo Pollmer. Hij beklaagd de nieuwe trend om loof en knoppen te eten. Hij heeft niets met wat men ongekende heerlijkheden noemt, maar waarschuwt voor dierexcrementen en gifstoffen.
Na de Bubble-Tea en groene smoothies word een nieuwe trend door de steden gejaagd: De boomsalade. Daarbij worden niet hele bomen gegeten – men dient ondertussen met de meest absurde dieet-ideeën rekenen – maar “slechts” het loof en de jonge scheuten; soms zelfs ook de vruchten. De milieuredacties prijzen het als een voorbeeldig model, “waarmee de verzorging in de steden zonder de glyfosaat-landbouw kan lukken”.
Wie geen openbaar groen eet, die ontgaat wat men noemt onvermoed genot. Wilde lijsterbes smaakt naar marsepein, jong ahormblad naar noten, rode beuk naar zuring. De boomsalade-beweging verzamelt...
...beukennootjes en plukt bij naaldbomen de jonge scheuten af. Gezoet word er met “berkenwater”.
Gif zoals blauwzuur en terpentijn
Natuurlijk zijn de sla-experts zich van een bepaald gevaar bewust: Voorzichtigheid is geboden op voethoogte, waar honden geplast zouden kunnen hebben. Een belangrijk criterium is de „plasrijkwijdte“ van volksfeestbezoekers. Maar even helemaal onder ons: Ook in de hogere etages van bomen klimt en vliegt allerlei gespuis rond, die zich eveneens moeten ontlasten en het verteerde in het rijkelijke groen laten ploffen. Maar dat is nog maar het minste kwaad.
Gevaarlijker is de naïviteit in de omgang met planten. Wanneer wilde lijsterbes naar marsepein smaakt, is dat een vriendelijke aanwijzing op blauwzuur. De zaden van de lijsterbes bevatten inderdaad dit gif – en daarmee vermoedelijk ook in de bladeren. Om berkenwater te tappen, - dat is het spul, dat opa zich vroeger in de haren smeerde – word de bast van de boom ingekerft of het hout aangeboord en dan druppelt het al in de flessen. Deze mishandeling doet de berken niet bepaald goed, en de gewonnen licht zoete vloeistof is saai, hetzij dat ze op grond van het gebruikelijke gebrek aan hygiëne begint te gisten en er alcohol ontstaat.
“Zonder er bij na te denken” worden er naaldbomen van hun naalden en jong schot berooft, omdat men daarmee allerlei salades en drankjes kan bereiden. Naaldbomen leveren overigens terpentijn, dat toch niet voor erg “gezond” door kan gaan. Waarom word er niemand skeptisch? Misschien zitten deze stoffen ook in naalden en uitlopers? Drachtige dieren, die het groen van naaldhout zoals sparren hadden gegeten, verloren hun vrucht. En meerdere bestanddelen worden voor de misvormingen en de vruchtafdrijvende werking verantwoordelijk gehouden.
Zwaar verteerbare beukennoten
Tot overmaat van ramp komen daar ook nog kiemen bij zoals listeria, die vaak in de naalden voorkomen. Listeria veroorzaken ook bij mensen miskramen, en nu word het riskante materiaal als gezonde voeding aanbevolen aan jonge vrouwen. Onlangs moest wegens zulke listeria een Beierse worstfabriek sluiten. De ziekteverwekkers zaten in jeneverbes-ham.
Beukennootjes werden in tegenstelling tot naaldbomen wel eerder gegeten – en wel vlak na de Tweede Wereldoorlog om de honger te stillen. Echter het rauw eten kan problemen veroorzaken. Een handje vol beukennootjes is al voldoende voor hevige misselijkheid, want in de nootjes zit iets, wat potentiële vraatvijanden het zuur moet opbreken, zoals oxaalzuur, saponinen of alkaloïden. Veterinaire artsen kennen de vergiftigingen bij kalveren en pony’s, toxicologen berichten over sterfgevallen bij mensen.
Beukenloof is diervoer
En hoe zit het met het loof van de beuken, dat net als zuring zou smaken? Daarover was precies 80 jaar in de vakpers te lezen: „In 1917 en 1918 werd in de allerhoogste nood loog verzameld, gestampt, gemalen en niet alleen als veevoer gebruikt, maar ook als aanlengmiddel voor brood.” Klopt! Destijds werd nog meer van de boom gebruikt: De bakkers lengden hun brood ook nog aan met zaagmeel. Alles caloriearm, vetvrij en vegan.
Waren de hongersnoden dorstaan, dan was het “gebruikelijk”, dat vrouwen en kinderen het beukenloof verzamelden, dat achtereenvolgens als strooisel voor in de stal gebruikt werd … tot bundels gebonden jonge beukentwijgen, die nog blad droegen, werden als wintervoer voor het vee gedroogd. Vooral de geiten vraten deze twijgen graag. “Tja, geiten vreten bladeren – omdat ze die in tegenstelling tot de tweebenige Wannabe-geiten ook kunnen verteren. Eet smakelijk!
Literatuur
Beitzer H: Städter, die an Blättern knabbern. Süddeutsche Online vom 24. Mai 2016
Waak A: Ja, aus Buchen oder Fichten kann man Essen machen. Welt Online, Icon Stilmagazin 24. Mai 2016
Grambow S: Essen Sie Ihren Tannenbaum! NDR 2, Ratgeber 6. Januar 2016
Bauch JK: Ein Fall von "Weihnachtsbaumvergiftung". Der praktische Tierarzt 1998; 79: 319-320
Berggrün S: Mit Tannentrieb und Lindenblatt. Slow Food Magazin 2016; (2) 38-41
Bicking C: Kauen auf Tannennadeln – Berliner sammeln Baumsalat. dpa 2. Juni 2016
Wilkens WM, Cranwell MP: Beechmast poisoning in ponies. Veterinary Record 1990; 127: 435
Frohne D, Pfänder HJ: Giftpflanzen. WVG, Stuttgart 2004
Scheffer JJC et al: Trace components of essential oils isolated by combined liquid-solid and gas-liquid chromatography. Part 1. Monoterpene hydrocarbons in the essential needle oil of Abies alba (Miller). Pharmaceutisch Weekblad 1976; 112: 1309-1315
Lewin L: Gifte und Vergiftungen. Georg Stilke, Berlin 1929
Tawara JN et al: Toxic piperidine alkaloids from pine (Pinus) and spruce (Picea) trees. New structures and a biosynthetic hypothesis. Journal of Organic Chemistry 1993; 58: 4813-4818
Gardner DR et al: Abortifacient effects of lodgepole pine (Pinus contorta) and common juniper (Juniperus communis) on cattle. Veterinary & Human Toxicology 1998; 40: 260-263
Muskens J et al: Pine cone poisoning in young calves. Tijdschrift voor diergeneeskunde 2009: 134: 704-707
Brockmann-Jerosch H: Futterlaubbäume und Speiselaubbäume. Berichte der Schweizerischen Botanischen Gesellschaft 1936; 46: 594-613