Worteltjes
Door Udo Pollmer
Wortels zijn erg geliefd. Sterker nog: De knapperige groente is het symbool voor gezonde kost geworden. Udo Pollmer spreekt dat tegen en stoort er zich vooral aan het uitbundige oranje van de wortels, dat de Nederlanders er in de 17e eeuw in gekweekt zouden hebben.
Net als alle waterrijke groenten hebben ook wortels de naam “gezond” te zijn. Bij de rijkelijke 88 procent water – gegarandeerd zonder calorieën – komt nog een flinke dosis β-caroteen, de “supergezonde” levensmiddelen kleurstof E 160a. Daar wortels dankzij hun licht zoete smaak ook door kinderen geaccepteerd worden, krijgen de kleintjes van hun overijverige...
...ouders somtijds een overdosis toegediend. Dan verkleurt de huid gelig en de arts stelt de diagnose ‘wortel-Icterus’ vast. Dat ziet er uit als geelzucht – maar is gelukkig geen echte. Daar het kleurstofgehalte de laatste decennia door veredeling dramatisch verhoogt werd, tot wel een gramkleurstof per kilo wortels, stijgt het risico.
Daarbij waren de natuurlijke oervormen van wortels doorgaans kleurloos of lila. Het uitbundige oranje hebben ze te danken aan de Hollanders, die er in de 17e eeuw hun nationale kleur ingekruist hebben. De bleke wilde wortels deugen niet als voedingsmiddel. Ze leveren geen bruikbare voedingsstoffen – de suiker werd pas veel later door kwekers in de houtachtige wortel naar binnen gefriemeld. Daar staat dan weer tegenover dat de wildvorm rijkelijk gezegend is met afweerstoffen, met natuurlijke pesticiden, om in de vrije natuur te kunnen overleven.
De belangrijkste natuurlijke pesticide van wilde wortels zijn de zogenaamde polyacetylenen: Ze houden insecten, schimmels, bacteriën en zoogdieren uit de buurt. Polyacetylene smaken niet voor niets bitter, scherp en bijtend. Daarop berust overigens ook de Latijnse naam van de wortel “Daucus carota”. Het is afgeleid van het Griekse δαῦκος, d.w.z. “brandend”.
Wilde wortels zijn niet voor menselijke consumptie geschikt
Toen een halve eeuw geleden de ontdekking van poylacetylenen in wortels de ronde deed, werden deze nog niet als een curiosum gezien. Een kilo wortels bevatte amper een milligram, schreven toentertijd de kranten. De mens moest al het tienvoudige van zijn eigen gewicht verteren, om er schade van te ondervinden. Tegenwoordig hebben we betere analysemethoden, om het gehalte te bepalen. Recent werden in onze cultuur- wortels tot zo’n 100 milligram aan natuurlijke pesticiden per kilo aangetroffen en in wilde wortels zo’n 6 gram per kilo. Daarom zijn wilde wortels niet voor menselijke consumptie geschikt.
Niet onder de indruk verspreiden gezondheidsmagazins, dat het zich om ware wondermiddelen handelt: Aan poylacetylenen worden antiallergische werkingen toegedicht en de kopers – natuurlijk – de genezing van kanker in het vooruitzicht gesteld. Daarbij beroept men zich op allerlei reageerbuisjes testen. Helaas ontpopten de wonderstoffen zich bij consumptie als sterke allergenen, en geheel ten overvloede veroorzaken ze eerder kanker dan dat ze die voorkomen. Polyacetylenen zijn hoog reactief, bij iedere chemicus rijzen de haren te berde. Net als zo vaak bij gezondheidsclaims op de glibberige bodem van de voedingstip-cultuur is weer eens het tegendeel van toepassing.
In de Oudheid werd de oervorm, de wilde wortel, als voorbehoedsmiddel en voor vruchtafdrijving gebruikt. Eigentijdse onderzoeken hebben deze effecten bevestigd. Zelfs tegenwoordig nog zijn zwakke hormonale werkingen van onze cultuur-wortels op het dier zichtbaar. Op grond van de kweek-technische vooruitgang hoeft niemand nog angst te hebben voor een portie wortelgroente, echter zwangere vrouwen – en zij niet alleen- zijn gewaarschuwd voor een eenzijdig worteldieet.
Bij dieren veroorzaken zenuwgiffen van wortels hersenschade
Problematisch is de giftigheid voor de zenuwen: In een recente studie beklagen de auteurs dat polyacetyleen in groenten, sterke zenuwgiffen zouden zijn, die helaas slechts ontoereikend onderzocht zouden zijn. Wanneer ze hun proefdieren daarvan zeven dagen lang slechts enkele milligrammen per kilo lichaamsgewicht voerden, namen ze ernstige schades in de hersenen waar. Het is dus hoogste tijd, wortelsoorten bij de toelating op hun gehalte aan twijfelachtige natuurlijke pesticiden te onderzoeken – er zijn per slot van rekening genoeg polyacetyleen-arme soorten.
Over de gevolgen op de lange termijn is tot dusverre niets bekend. Bekend is wel, dat een wortel-polyacetyleen (Falcarinol) in de vakliteratuur als chemisch wapen vermeld staat. Omdat ze goed voor de ogen zijn. Smakelijk!
Literatuur
Marrs TT et al: Chemical Warfare Agents. Toxicology and Treatment. Wiley, Chichester 2007
Leonti M et al: Falcarinol is a covalent cannabinoid CB1 receptor antagonist and induces pro-allergic effects in skin. Biochemical Pharmacology 2010; 79: 1815–1826
Zidorn C et al: Polyacetylenes from the Apiaceae vegetables carrot, celery, fennel, parsley, and parsnip and their cytotoxic activities. Journal of Agriculture & Food Chemistry 2005; 53: 2518-2523
Zhang Z et al: Global and targeted metabolomics reveal that bupleurotoxin, a toxic type of polyacetylene, induces cerebral lesion by inhibiting GABA receptor in mice. Journal of Proteome Research 2014; 13: 925−933
Schneider K: Bundessortenamt: Prüfung zum Sortenschutz und/oder zur Sortenzulassung bei Möhre. Möhrentag Sachsen-Anhalt, Prosigk, Juli 2011
Zickert HJ: Gift aus Mohrrüben. Die Zeit 1966, Nr. 18; Zeit-Online
Bulllough VL: Encyclopedia of Birth Control. ABC-CLIO, Santa Barbara 2001
Metzger BT, Barnes DM: Polyacetylene diversity and bioactivity in orange market and locally grown colored carrots (Daucus carota L.). Journal of Agriculture & Food Chemistry 2009; 57: 11134-11139
Maki A et al: Isolation, identification, and bioassay of chemicals affecting nonpreference carrot-root resistance to carrot-fly larva. Journal of Chemical Ecology 1989: 15: 1883-1897
Keenan DL et al: Dietary carrot results in diminshed ovarian progestrone secretion, whreas a metabolite, retinoic acid, stimulates progesterone secretion in the in vitro perfused rabbit ovary. Fertility & Sterility 1997; 68: 358-363
Gard SK, Mathur VS: Effect of chromatographic fractions of Daucus carota Linn. (seeds) on fertiliy in female albino rats. Journal of Reproduction and Fertility 1972; 31: 143-145
Machado IS et al: Occupational allergic contact dermatitis from falcarinol. Contact Dermatitis 2002; 47: 109-125
Crosby DG, Aharonson N: The structure of carotatoxin, a natural toxicant from carrot. Tetrahedron 1967; 23: 465-472
Kamboj YP, Dhawan BN: Research on plants for fertiliy regulation in India. Jorunal of Ethnopharmacology 1982; 6: 191-226
Schulz-Witte J: Diversität wertgebender Inhaltsstoffe bei Daucus carota L.. Dissertation, Julius Kühn-Institut, Quedlinburg 2011
Simon PW, Goldman IL: Carrot, In: Sing RJ (Ed), Genetic Resources, Chromosome Engineering, and Crop Improvement, CRC Press, Boca Raton, 2007: 497-516
Stolarczyk J, Janick J: Carrot: history and iconography. Chronica Horticulturae 2011; 51: 13-18
Grzebelus D et al: Daucus. In Kole C (Ed): Wild Crop Relatives: Genomic and Breeding Resources: Vegetables. Springer 2011: 91-113
Wetzel WE et al: Carotene jaundice in infants with "sugar nursing bottle syndrome". Monatsschrift Kinderheilkunde 1989; 137: 659-961
Maruani A et al: Hypercaroténémie chez un nourrisson. Annales de Dermatologie et de Vénéréologie 2010; 137: 32-35
Karthik SV et al: Carotenemia in infancy and its association with prevalent feeding practices. Pediatric Dermatology 2006; 23: 571-573