Het einde van het tijdperk van de zoetstoffen nadert, aldus levensmiddelenchemicus Udo Pollmer. Studies tonen steeds meer aan dat zoetstoffen verantwoordelijk zijn voor de ziekten waartegen ze beweren te beschermen. Een bijna satanisch concept van de moderne preventieve geneeskunst.
Pollmers Mahlzeit van 03 Mai 2025
Zoetstoffen ter harte genomen
In hun zorg om de gezondheid raadplegen veel mensen dokter Google. Dankzij kunstmatige intelligentie weet hij dat “te veel suiker” niet alleen de lever kan beschadigen, maar ook...
...“het hart”, bijvoorbeeld door ontstekingen, hoge bloeddruk en vetstofwisselingsstoornissen. Het “zenuwstelsel van het hart” lijdt er ook onder. De Duitse Hartstichting voegt hieraan toe: “Dit leidt tot ritmestoornissen. Pijn wordt minder waargenomen. Of er treedt een 'stil infarct' op”.67 Daar gaat de muis.
Ze proberen op slinkse wijze de indruk te wekken dat suiker eten eerst obesitas veroorzaakt en dan pas hartaanvallen. Deze argumentatie is erg sluw. In werkelijkheid zijn het de stresshormonen die aan de basis liggen van chronische ziekten. Wie zijn zorgen ter harte neemt, veroorzaakt een hoge bloedsuikerspiegel. Ongeacht de suikerconsumptie. Maar patiënten, googelaars en naïevelingen laten zich misleiden door dit spelletje van boompje wisselen.
Ons lichaam maakt geen onderscheid tussen stress veroorzaakt door een bijterige straathond of stress veroorzaakt door een keurige dieet-troela met haar angstzaaierij over calorieën. Gevaar is gevaar. Deze perfide zwendel kost niet alleen zenuwen, maar doet slachtoffers ook naar zoetstof grijpen. Daarmee raakt de overbelaste persoon van de regen in de drup. Dit wordt ook gesuggereerd door het grote en geavanceerde Franse NutriNet-Santé-onderzoek. Het analyseerde de consumptie van zoetstoffen ,ongewoon gedetailleerd en vond een toename van cerebrovasculaire aandoeningen zoals beroerte. Bij aspartaam nam het risico met iets minder dan 20 procent toe, bij sucralose met 30 procent en bij acesulfaam met 40 procent.68
Volgens een gemeenschappelijk onderzoek uit China, Zweden en de VS bevordert aspartaam aderverkalking. Biochemische studies volgend noemen de auteurs opnieuw de massale afgifte van insuline door de zoetstof als oorzaak.69 Wie denkt dat dit ook bij suiker het geval zou moeten zijn, heeft het principe niet begrepen: Suiker levert glucose en dan kan insuline ook zijn taak vervullen. De mens blijft gezond.
In 2025 waarschuwen de Braziliaanse onderzoekers na het bekijken van de relevante studies: “We includeerden twaalf prospectieve cohorten met (meer dan een miljoen) patiënten. ... Een of meer dagelijkse doses kunstmatig gezoete dranken werden significant geassocieerd met een hoger risico op sterfte voor de totale mortaliteit, cardiovasculaire sterfte en beroerte."70 Bingo!
Niets nieuws onder de zon
Uit het vakblad Stroke (2017:) “Meerdere grote observationele studies, waaronder de Atherosclerosis Risk Study in Communities (ARIC), de Framingham Heart Study en de Multi-Ethnic Study of Atherosclerosis, rapporteerden een positieve samenhang tussen de consumptie van light frisdrank en een verhoogd risico op metabool syndroom en type 2 diabetes. De resultaten van de Northern Manhattan Study suggereren ook dat de consumptie van light frisdrank geassocieerd is met een verhoogd risico op beroerte, hartaanval en vasculaire sterfte. Een studie gebaseerd op gecombineerde gegevens van de Nurses' Health Study en de Health Professionals Follow-Up Study rapporteerde een hogere incidentie van hemorragische beroerte ... ."71
Bovenkamertje in energiespaarstand
Gebruikers van zoetstoffen geloven graag dat hun beslissing om te stoppen met suiker goed doordacht is. Ze vergeten dat hun bovenkamertje ook gevoed wordt door glucose - en nooit door zoetstoffen.
Zoetstoffen zouden nooit toegelaten mogen worden als medicament, omdat ze naast diabetes en beroertes ook de ziekte van Alzheimer bevorderen, zoals werd bevestigd door het Offspring cohort van de Framingham studie met bijna 3000 proefpersonen.72 Het risico op dementie verdrievoudigde bijna. “Na correctie voor leeftijd, geslacht, opleiding ..., calorie-inname, kwaliteit van het dieet, lichamelijke activiteit en roken, werd een hogere ... consumptie van kunstmatig gezoete frisdranken in verband gebracht met een verhoogd risico op ischemische beroerte, dementie door alle oorzaken en dementie door Alzheimer.”
Bij jonge ratten leidden stevia, acesulfaam en sacharine volgens Amerikaanse neurowetenschappers “tot hippocampus-afhankelijke geheugenstoornissen op latere leeftijd. (...) Regelmatige consumptie van zoetstoffen binnen de ADI-limieten tijdens (...) de postnatale ontwikkeling heeft verstrekkende en langdurige effecten op gedrag en fysiologie."73 Zoetstoffen verminderden ook de leerprestaties en verstoorden de hersenchemie bij volwassen ratten.74
Google laat de AI het woord doen: “Te veel suiker in de voeding kan het risico op de ziekte van Alzheimer verhogen. Dit komt doordat suiker het glucosemetabolisme in de hersenen kan verstoren. Dit kan leiden tot afzettingen in de bloedvaten en ontstekingen in de hersenen.” Iedereen moet weten dat sucrose niet eens door de darmwand in de bloedbaan kan komen, maar pas wordt opgenomen nadat het is afgebroken tot glucose en fructose. De volgende horde voor de verdwaalde huishoudsuiker zou de bloed-hersenbarrière zijn. Maar in de hedendaagse geneeskunde is niets meer onmogelijk.
Zoals zo vaak het geval is, wordt het verhoogde insulineniveau niet veroorzaakt door het eten van suiker, maar door zoetstoffen en stress. Stress maakt de bloed-hersenbarrière ook doorlaatbaar voor risicovolle stoffen - bijvoorbeeld zoetstoffen.75,76 Een goede gelegenheid om het publiek wijs te maken, dat je dom wordt van snoepen uit frustratie. Maar het is een geweldig verschil tussen zoetstoffen die het lichaam schade berokkenen en het genot van koffie met suiker wat het stressniveau verlaagt. En de patiënt daarmee helpt.
In een prospectief langetermijnonderzoek liep de mentale achteruitgang bij oudere Fransen parallel met de consumptie van zoetstoffen.77 En wat gebeurt er met suikerlimonades? “Met suiker gezoete dranken werden niet in verbinding gebracht met (...) dementie”, alduss het eerder genoemde Offspring cohort van de Framingham studie.72
De experts die een oorzakelijke functie toeschrijven aan “industriële” suiker in de ontwikkeling van dementie, doen alsof de “brandstof” die het bevat voor het bovenkamertje, de “energieleverancier” glucose, een gevaarlijke stof is voor de hersenen. In de strijd tegen suiker hebben artsen zich laten meeslepen door het hypen van zoete sappen als bescherming voor de hersenen. Een bijzonder amusant voorbeeld komt uit Engeland. Daar ontdekte een consortium van Chinese en Nederlandse onderzoekers dat, in tegenstelling tot suiker en zoetstoffen, “een matige inname van natuurlijke sappen in verbinding gebracht kon worden met een lager risico op dementie.”78
En hoeveel sap moet een Brit daarvoor drinken? De dosis die het risico op dementie met bijna een kwart verminderde was “>0-1 eenheid/dag“ in vergelijking met met “geen”. Een vingerhoedje vol is dud genoeg. Een hele eenheid zou een glas van 250 ml zijn. Hoeveel hersenbescherming moeten dan twee glazen bieden? Volgens de studie helemaal geen, nul. En één slokje meer verhoogt het risico zelfs.78 Zulke statistische capriolen, zo waardevol als een duivenpoepje, zijn het handelsmerk van voedingsdeskundigen. Vergeleken daarmee is de toiletjuffrouw een serieuzer hygiëneberoep. De dames mogen de resultaten van spijsverteringsproblemen door “gezonde voeding” weer wegpoetsen.
Een misleidend onderzoek onder meer dan 4.000 Amerikanen sluit hierbij aan: “Dagelijkse consumptie van vruchtensappen werd geassocieerd met een geringer hersenvolume ... en een slechter ... geheugen.”79 De gezondheidsredactie van de Frankfurter Rundschau adviseert om veel fruit te eten om dementie te voorkomen.80 Wat klopt er nu? Daarbij komt dat vruchtensuiker tamelijk waardeloos voor de hersenen is. Daarbij komt de huidige theorie als geroepen, dat dementie en hartproblemen zelfs een gevolg zouden zijn van te veel vruchtsuiker, dus te veel fruit en sap.81 Conclusie: Kräht die Henne auf ihrem Mist, ändert sich die Empfehlung oder sie bleibt wie sie ist.
WC-spreuken
De darm zou de zoetstoffen het liefst af laten marcheren omdat ze de verspreiding van resistente ziektekiemen bevorderen.82 Gebruikers van zoetstoffen staan erom bekend dat ze een sterk afwijkende, ongunstige darmflora hebben, die ook typerend is voor veel dikke mensen. Helaas hebben zoetstoffen een antibiotische werking. Sacharine is bijvoorbeeld een sulfonamide. Sulfonamiden zijn belangrijke antibiotica, vandaar het effect op de darmflora. De verkeerde kolonisatie in de darm draagt op zijn beurt bij aan insulineresistentie.41, 83
Niet alleen sacharine en aspartaam, maar ook sucralose, acesulfaam K en stevia hebben een antibiotisch effect.84-86 De darmflora van muizen en mensen wordt beschadigd door regelmatige consumptie van dieetdrank in de gebruikelijke doses. De kolonisatie defecten gaan verder dan wat te vrezen valt bij antibioticatherapie.41 Het is dan ook niet verwonderlijk dat zoetstoffen een oorzakelijke rol spelen bij darmziekten, vooral bij het prikkelbare darmsyndroom.87-89 Het is verbazingwekkend: terwijl antibiotica zwaar bekritiseerd worden vanwege het risico op resistentie, consumeren veel mensen dagelijks antibiotica, gewoon omdat ze zoet smaken.
Een ander experiment uit Rehovot heeft het onderste uit de kan gehaald: Nadat de zoetstoffen niet alleen de darmflora van mensen hadden aangetast, maar in dezelfde mate ook die van muizen, gaven de onderzoekers hun diertjes therapeutisch gebruikte antibiotica (ciprofloxacine en metronidazol), om de dubieuze zoetstoffen-darmflora te doden. Het werkte: deze antibiotica beschermden de knaagdiertjes zelfs tegen het ontwikkelen van zoetstofdiabetes.41
Iedereen die bang is voor antibiotica omdat ze resistentie uitlokken en de darmen beschadigen, zou moet bedenken: dat het verschil tussen een behandeling met antibiotica en het gebruik van zoetstoffen eruit bestaat dat antibiotica meestal niet langer dan een week duurt, terwijl zoetstoffen jarenlang en tientallen jaren dagelijks worden geconsumeerd. Slechts een paar dagen na een kortdurende therapie komen de eerste gevoelige kiemen van de darmflora weer tevoorschijn uit hun schuilplaatsen waarin ze zich hebben teruggetrokken.90-92 Daarom is de schade hier gering in vergelijking met zoetstoffen, die de darmen dagelijks lastig vallen, tot ze onderuit gaan.93-95
Een vertegenwoordiger van de zoetstofindustrie, een gediplomeerd ecotrofoloog, probeert op het internet alles als een “misvatting” te bestempelen. De waarheid is dat zoetstoffen slechts een klein deel van ons dieet uitmaken. Alleen al daarom is een invloed op het microbioom vrij onwaarschijnlijk.96 Waarom zijn de farmaceuten nog niet op dit idee gekomen: Hoe kleiner de pillen, des te minder bijwerkingen? Bovendien zouden niet alle zoetstoffen de darm bereiken; veel zoetstoffen worden van tevoren afgebroken in hun bestanddelen of uitgescheiden via de nieren.96 Juist! Dus in de blaas kunnen ze geen “darmschade” veroorzaken. Boerenwijsheid bezitten ze wel, deze vak dames.
Volg het geld
Zijn er dan geen tegenstudies? Die zijn er wel. De industrie verdient tenslotte genoeg geld om zdee te betalen. Volgens een analyse van Australische onderzoekers zijn de onderzoeken die niet gefinancierd zijn door de zoetstofindustrie behoorlijk ontnuchterend.97 Als het geld van de usual suspects komt, doet de zoetstof meestal wonderen. Terwijl 23 van de 24 onderzoeken die niet gesponsord werden door de industrie ongunstige resultaten voor zoetstoffen vonden, waren drie van de vier onderzoeken positief voor de industrie als er financiële banden waren. Bovendien was er een grote neiging om dergelijke afhankelijkheden in de onderzoeken te verbergen. Dit was het geval bij bijna elke tweede beoordeling.
Sinds zogenaamde “wetenschappelijke studies” een belangrijk marketinginstrument zijn geworden op het gebied van gezondheid en voeding, staat de deur wagenwijd open voor fraude. Het gaat immers niet alleen om de zoetstoffenmarkt, maar ook om de omzet van fabrikanten die zoetstoffen toevoegen en er reclame voor maken. Gevolgd door de afslankindustrie, die er vitaal belang bij heeft dat mensen dikker worden. En bovenal de farmaceutische industrie: voor de afzet van hun diabetesproducten zijn de zoetstoffen zoetstoffen de drijvende kracht achter de verkoop.
Susan Schiffman, een oudgediende smaakonderzoekster, protesteert tegen de eindeloze misleidingen van zoetstofonderzoekers: “In de afgelopen twee decennia zijn ... veiligheidsbedenkigen ten aanzien van ... zoetstoffen beschreven, waaronder een verhoogd risico op metabool syndroom, diabetes type 2, overmatige gewichtstoename, hart- en vaatziekten, ... en verstoring van het darmmicrobioom”.98
Verraad aan moeders en kinderen
Wat kunnen de gevolgen zijn als zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven zoetstoffen gaan gebruiken, bijvoorbeeld omdat ze bang zijn dat hun figuur eronder zal lijden na de bevalling? De Zoetstoffen-belangenvereniging schaart zich achter de autoriteiten: “De veiligheid van zoetstoffen wordt voor alle groepen mensen, inclusief zwangere vrouwen en moeders die borstvoeding geven, al onderzocht als onderdeel van het toelatingsproces. Alle zoetstoffen die in de Europese Unie zijn toegestaan (...) zijn niet schadelijk voor de gezondheid. Noch het Bundesinstitut für Risikobewertung (BfR) noch de Deutsche Gesellschaft für Ernährung (DGE) wijzen op bijzondere risico's van het gebruik van zoetstoffen tijdens de zwangerschap."99 Tot zover de branche.
Helaas kunnen sommige zoetstoffen de kinderwens dwarsbomen. In een van de eerste rapporten over Stevia lezen we: “De inheemse bevolking in Paraguay gebruikt Stevia rebaudiana als oraal voorbehoedsmiddel. Vrouwen drinken dagelijks een afkooksel van gedroogde, verpulverde bladeren en stengels in water."100 Bij mannelijke dieren verlaagde stevia het testosteronniveau, terwijl het bij adolescenten de ontwikkeling van de testikels vertraagde.101
Stevia is niet het enige dat de kinderwens kan belemmeren. Volgens een onderzoek uit Taipei waaraan meer dan 800 vrouwen deelnamen, werd aspartaam ook “in verband gebracht met een verhoogd risico op onvruchtbaarheid bij jongere vrouwen”. De zoetstof verstoort de hormonale cyclus: “Frequente consumptie van dieetdranken is in verband gebracht met ei-afwijkingen, verminderde kwaliteit van embryo's en negatieve effecten op het aantal zwangerschappen.” Artsen adviseren vrouwen met een kinderwens daarom hun aspartaamconsumptie te reduceren.102
Indiase endocrinologen konden deze resultaten reproduceren bij muizen: “Kunstmatige zoetstoffen ... hebben een negatief effect op de functie van de eierstokken ... door aantasting van de hypothalamus-hypofyse-gonaden-as.”103 Een experiment met ratten bevestigde dat aspartaam en stevia “een langdurige en intergenerationele werking op ... de gezondheid hebben.”104
De schadelijke werking zet zich voort tijdens de zwangerschap, want zoetstoffen bereiken het vruchtwater.105, 106 Bij ratten verminderde aspartaam het aantal foetussen. Het geboortegewicht van de rattenbaby's die het daglicht nog zagen was lager.107 En bij mensen? Daar steeg het aantal vroeggeboorten, aldus een Deens onderzoek onder bijna 60.000 zwangere vrouwen.108
De gevolgen van een suikerreductiestrategie:
"In een poging om de suikerconsumptie te verminderen om diabetes mellitus en hart- en vaatziekten te voorkomen, worden ‘suikervrije’ of ‘geen suiker toegevoegd’ producten die suiker vervangen door niet-nutritieve zoetstoffen (bijv. ... stevia) steeds populairder. Het gebruik van deze producten tijdens de zwangerschap is ook toegenomen, waarbij ongeveer 30% van de zwangere vrouwen aangeven 'bewust' zoetstoffen te gebruiken."109 Aldus de visie van de gynacologen en biochemici van het Medical College of Wisconsin, Milwaukee.
En verder: “In klinische studies met niet-zwangere vrouwen en in diermodellen is aangetoond dat zoetstoffen de darmhormoonsecretie, glucoseabsorptie, eetlust, nierfunctie, in vitro insulinesecretie, adipogenese en dysbiose van het darmbacteriële microbioom veranderen. In drachtige diermodellen is de consumptie van zoetstoffen in verband gebracht met een veranderde voorkeur voor zoete smaak op latere leeftijd en met metabole stoornissen bij de nakomelingen (bijv. verhoogde body mass index, verhoogd risico op obesitas, microbioom dysbiose en abnormale leverfunctietesten)."109
"Ondanks het zich opstapelende bewijs zijn er geen specifieke richtlijnen voor de consumptie van zoetstoffen bij zwangere vrouwen. Bovendien zijn er weinig klinische studies naar de effecten ... tijdens de zwangerschap en na de geboorte en naar de gevolgen op lange termijn voor het nageslacht."109
Acesulfaam prent al in het vruchtwater het “zoet” in bij de foetus. Na de geboorte gaat de stof over in de moedermelk en kan het worden gedetecteerd in het bloed van de baby.110 Hetzelfde geldt voor sucralose, met enkele uitzonderingen. Als organochloorverbinding stapelt de stof zich op in vetweefsel, net als DDT.111 Van daaruit wordt het uitgescheiden in de moedermelk. Naast acesulfaam en sucralose is daar ook aspartaam, cyclamaat en sacharine te vinden.112-114 Bij kinderen die borstvoeding krijgen verandert daardoor de smaakwaarneming, en het verlangen naar zoet wordt gestimuleerd.105 Zelfs het feit, dat kinderen van moeders die zoetstoffen gebruiken op één jarige leeftijd tweemaal zo vaak overgewicht hebben als kinderen van moeders die suiker eten115,116, brengt de voorlichters niet bij zinnen.
Op de vraag: “Zijn zoetstoffen nog toegestaan als je zwanger bent?” antwoordt “Swissmom”, een advieswebsite voor zwangere vrouwen, kinderen en moeders: “Zoetstoffen zijn over het algemeen veilig in normale huishoudelijke hoeveelheden, zelfs tijdens de zwangerschap. ... Door hun hoge zoetkracht en het feit dat ze calorievrij zijn, bieden zoetstoffen een doorslaggevend voordeel ten opzichte van huishoudsuiker. ... Bovendien is aangetoond dat zoetstoffen geen effect hebben op de eetlust, (ze) veranderen na consumptie noch de insuline- noch de bloedsuikerspiegel... ."117
Het feit dat het redactionele team uit louter “vakvrouwen” bestaat, variërend van een Fr. Dr. in de gynaecologie tot een “gezondheidslerares en een “vaderschapsadviseur”, maakt de onzin niet minder gevaarlijk. Hopelijk worden de dames met donaties beloond voor hun redactionele reclame om moeders die hulp zoeken in de zoethoudertjesval te lokken.
Vooral meisjes zijn het slachtoffer van deze propaganda. Volgens een Taiwanese studie waarbij 880 meisjes betrokken waren, correleert de consumptie van acesulfaam K met pubertas praecox, oftewel vroeggeboorte. Een test op ratten bevestigde de waarnemingen bij mensen, waar dezelfde hormonale veranderingen optraden, wat de oorzakelijke rol van de zoetstof onderschrijft.118
Vroegrijpheid neemt langzaam maar zeker toe; artsen spreken van idiopathische pubertas praecox. In de meeste gevallen blijft de oorzaak voor hen verborgen.119 Zoetstoffen zoekt men in hun wereldbeeld tevergeefs, net zoals sojaproducten, nog zo’n oorzaak.120-122 De medische professie concentreert zich liever op lucratievere zaken zoals bijniertumoren. Kinderartsen en pedagogen vragen zich af waarom steeds meer meisjes al op 7-jarige leeftijd in de puberteit komen.
De samenhang met hun eigen advies voor een “caloriebewuste” of vegetarische voeding lijkt bij velen nog niet doorgedrongen te zijn. In plaats daarvan houden ze “overgewicht“ als oorzaak van vroegrijpheid.123 Ze negeren het feit dat kinderen van moeders die zoetstoffen gebruiken, aanzienlijk zwaarder of dikker zijn. Ze negeren ook het feit dat dikkere kinderen van alle kanten worden vermaand om calorieën te gaan tellen, om met zoetstoffen, af te slanken. Daarmee zet de dokter de turbo aan.
Het stinkt tot in de hemel
Daar de zoetstoffenmarkt leeft bij het demoniseren van zijn natuurlijke rolmodel, suiker, gebruiken voedingsonderzoekers de combinatie van suiker en zoetstoffen om de nadelen van zoetstoffen aan suiker toe te schrijven. In hun studies nemen ze alle suikerhoudende frisdranken op zonder te vermelden dat de meeste tegenwoordig heel weinig suiker bevatten dankzij de toevoeging van zoetstoffen. In sommige gevallen worden “frisdranken” over de hele linie samengevat zonder onderscheid te maken tussen zoetstoffen.124
Aangezien de kwalijke gevolgen van zoetstoffen niet uitblijven, verklaren ze met een bezorgde blik, dat zoete dranken mensen dik en ziek maken. Wat smerig! Hieruit concluderen artsen, media en moeders dat ze alle suiker voor kinderen moeten verbieden en in het geweer komen tegen alles wat suiker bevat. Dergelijke bedrieglijke studies voeden de steeds nieuwe beschuldigingen tegen suiker, met de bedoeling om zoetstofgebruikers aan te moedigen. In oudere onderzoeken met frisdranken die destijds alleen met suiker gezoet waren, traden de onaangename effecten niet op.2
In de Europese EPIC-studie met bijna een half miljoen deelnemers probeerden de 50 auteurs de verhoogde mortaliteit van zoetstoffenconsumenten aan suiker te wijten. De onderzoeken waren zo opgezet dat zoetstofdranken onder de suikerdranken moesten worden gerekend. Maar zelfs de geretoucheerde resultaten laten een duidelijke toename van de mortaliteit zien bij zoetstoffen in vergelijking met suiker. In de samenvatting beweren de auteurs dan weer iets anders.125
Dit is allemaal niet nieuw. De Women's Health Initiative Study met meer dan 90.000 vrouwen had al aangetoond dat lightdrankjes verbonden is met een verhoogde mortaliteit126 . De “Leisure World Cohort Study” was al eerder tot dezelfde conclusie gekomen127. Dat is nu bijna 20 jaar geleden.
Iedereen in de branche, of het nu gaat om fabrikanten, voedingsdeskundigen of therapeuten zijn, weet of moet weten dat zoetstoffen het leven verkorten. Dus waarschuwen ze tegen suiker omdat het hun carrière bevordert en kan rekenen op bijval vanuit van de zakenwereld. Het is niet langer de dans om het gouden kalf maar om de grootste stapel.
Geheimen van succes
Aanvankelijk mislukten de zoetstoffen-drankjes op de markt. Pas toen de leveranciers zich realiseerden dat niet alleen de zoetheid maar ook de viscositeit goed moest zijn, voegden ze “verdikkingsmiddelen” zoals johannesbroodpitmeel toe totdat de stromingseigenschappen, het mondgevoel, overeenkwamen met een suikeroplossing. Toen pas konden dieetdrankjes succesvol worden verkocht.
Omdat dit echter niet kan voorkomen dat het lichaam het bedrog doorheeft en de frisdrank gewoon niet meer “smaakt”, wordt tegenwoordig slechts een deel van de suiker vervangen door zoetstof. Daardoor kan de eetlust gemakkelijker om de tuin geleid worden.
Opgemerkt moet worden dat biologische reacties van persoon tot persoon verschillen, bijvoorbeeld de pre-absorptieve insuline reflex, zodat de gewenste resultaten kunnen worden bereikt door de juiste proefpersonen te selecteren. Het is geen kunst, om het gehemelte en zeker het bovenkamertje voor de gek te houden, maar het lichaam laat zich niet zo gemakkelijk voor de gek houden.
Erytritol & xylitol - een alternatief?
Nadat de zoetstoffen frisdrank op termijn een gifbeker blijkt ze zijn, gaan de radeloze mensen op zoek naar nieuwe “alternatieven”. De meest voor de hand liggende is natuurlijke suiker. maar dit wordt reflexmatig beschouwd als het god-beware-ons aan tafel. Gelukkig heeft de ziekteverzekeringsorganisatie AOK een goedkoop advies: “Xylitol, erythritol en stevia worden vooral aanbevolen voor mensen met diabetes en obesitas. Erytritol en stevia zijn zelfs calorievrij. Alle drie de vervangers hebben het nadeel dat ze kunstmatig worden geproduceerd en vanuit ecologisch oogpunt omstreden zijn. Het is daarom belangrijk, altijd de voorkeur te geven aan producten met een bio-label."128
In plaats van te zoeken naar chemicaliën met een bio-label, is het verstandiger om te kijken naar de gevolgen ervan: Erytritol, bijvoorbeeld, bevordert trombose, hartaanvallen en beroertes, aldus twee studies uit 2023 waarbij het Charité Heart Centre betrokken was.129, 130 Een jaar later werd het resultaat nog eens bevestigd: “Inname van een bepaalde hoeveelheid van het caloriearme zoetmiddel erythritol, maar niet glucose, verhoogt de trombocyten-reactiviteit bij gezonde vrijwilligers.”131
Dit werd al snel gevolgd door een evaluatie van de bekende Finse ATBC studie (1985-1993): “Onze studie geeft aan dat een verhoogd serum erythritol niveau samenhangt met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en de totale sterfte aan kanker.”132 Het sterftecijfer was maar liefst 50 procent hoger.
De nieuw beoordelingen van de Nurses Health Study en de Womens Lifestyle Validation Study luiden niet anders: “Onze resultaten van de twee onafhankelijke onderzoeksgroepen van vrouwen zonder eerdere coronaire hartziekte geven aan dat endogene en exogene erytritolspiegels samenhangen met een ongunstige cardiometabole risicofactorstatus.”133
De situatie is niet veel beter met xylitol: “Hogere waardes van de zoetstof xylitol in het bloed”, aldus het Duitse Hartcentrum, “zijn verbonden met een significant verhoogd risico op ernstige hartaandoeningen en beroertes.”134; 135 Het resultaat is inmiddels bevestigd door een Texaanse studie onder 4.000 patiënten.136
Natuurlijk stuiten onderzoeken die geen kritiek hebben op suiker, maar op de imitaties ervan, op weerstand. Het argument dat correlaties geen oorzakelijk verband bewijzen ontbrak ook niet, wat in principe juist is. Klinische interventiestudies leveren echter consistent bewijs van een oorzakelijk verband tussen xylitolspiegels in het bloed en een verhoogde kans op trombose. Volgens cardioloog Marco Witkowski van de Charité in Berlijn.129
Terwijl de artsen nog steeds ruziën over de interpretatie van hun bevindingen, doemt het volgende faillissement al weer op: erythritol en xylitol hebben ook een insectendodende en antibiotische werking.137-143 Niemand trekt zich er iets van aan. De angst voor suiker heeft allang de angst voor de eeuwige verdoemenis afgelost. Voor het geval dat de gelovigen blijven zoeken naar een “alternatief”, dan zou de clerus hun schaapjes een nieuw onzevader moeten gunnen: “Leid ons niet in bekoring met verzadigd vet, geraffineerd zout en met een natuurlijke suiker, en verlos ons van het kwade fastfood.”
Wat waren dat voor de tijden, toen men zijn buikje nog naar hartelust mocht vullen? Om de zieleheil te bewaren, volstond het om ‘s nachts kuis de handjes op het dekbed te leggen.
Literatuur
01. Stellman SD, Garfinkel L: Artificial sweetener use and one-year weight change among women. Preventive Medicine 1986; 15: 195 – 202
02. O'Neil CE et al: Association of candy consumption with body weight measures, other health risk factors for cardiovascular disease, and diet quality in US children and adolescents: NHANES 1999-2004. Food & Nutrition Research 2011; 55: e5794
03. Bian X et al: The artificial sweetener acesulfame potassium affects the gut microbiome and body weight gain in CD-1 mice. PLoS One 2017; 12: e0178426
04. Swithers SE et al: General and persistent effects of high-intensity sweeteners on body weight gain and caloric compensation in rats. Behavioral Neuroscience 2009; 123: 772–780
05. European Union: Register of Feed Additives pursuant to Regulation (EC) No 1831/2003 Annex I: List of additives. Luxemburg 2020
06. Ma L et al: Mass loading of typical artificial sweeteners in a pig farm and their dissipation and uptake by plants in neighboring farmland. Science of the Total Environment 2017; 605-606: 735-744
07. Buerge IJ et al: Saccharin and other artificial sweeteners in soils: estimated inputs from agriculture and households, degradation, and leaching to groundwater. Environmental Science Technology 2011; 45: 615-621
08. Yu Z et al: Non-caloric artificial sweeteners modulate conjugative transfer of multi-drug resistance plasmid in the gut microbiota. Gut Microbes 2023; 15: e2157698
09. Li D et al: Accumulation, translocation and transformation of artificial sweeteners in plants: A critical review. Environmental Pollution 2025; 366: e125517
10. Yu Z et al: Nonnutritive sweeteners can promote the dissemination of antibiotic resistance through conjugative gene transfer. The ISME Journal 2021; 15: 2117–2130
11. Xu J et al: Aspartame affects methane yield and enhances transmission of antibiotic resistance genes during anaerobic digestion of sludge. Journal of Hazardous Materials 2025; 483: e136715
12. Scheurer M et al: Analysis and occurrence of seven artificial sweeteners in German waste water and surface water and in soil aquifer treatment (SAT). Analytical and Bioanalytical Chemistry 2009; 6: 1585-1594
13. Arbeláez P et al: Determination of high-intensity sweeteners in river water and wastewater by so-lid-phase extraction and liquid chromatography-tandem mass spectrometry. Journal of Chromatography A 2015; 1393: 106-114
14. Buerge IJ, Poiger T: Acesulfam: ein künstlicher Süßstoff als Abwasserindikator. Nachrichten aus der Chemie 2011; 59: 1084-1086
15. McCance W et al: Contaminants of Emerging Concern as novel groundwater tracers for delineating wastewater impacts in urban and peri-urban areas. Water Research 2018; 146: 118-133
16. Koganezawa H et al: Effects of probenazole and saccharin on symptom appearance of Tobacco mosaic virus in tobacco. Annals of the Phytopathological Society of Japan 1998; 64: 80–84
17. Abdel-Kader MM et al: Biological and chemical resistance inducers approach for controlling foliar diseases of some vegetables under protected cultivation system. Journal of Plant Pathology & Microbiology 2013; 4: e9
18. Srivastava P et al: Saccharin-induced systemic acquired resistance against rust (Phakopsora pachyrhizi) infection in soybean: Effects on growth and development. Crop Protection 2011; 30: 726-732
19. Lee SH et al: The impact of artificial sweeteners on insects. Journal of Economic Entomology 2021; 114: 1-13
20. Löffler G, Petrides PE: Biochemie und Pathobiochemie. Springer, Berlin 1990
21. Pullicin AJ et al: Cephalic phase insulin release: A review of its mechanistic basis and variability in humans. Physiology & Behavior 2021: 239: e113514
22. Glendinning JI et al: Individual differences in cephalic-phase insulin response are stable over time and predict glucose tolerance in mice. Physiology and Behavior 2024; 276: e114476
23. Ahrén B, Holst JJ: The cephalic insulin response to meal ingestion in humans is dependent on both cholinergic and noncholinergic mechanisms and is important for postprandial glycemia. Diabetes 2001; 50: 1030 – 1038
24. Swithers SE et al: Experience with the high-intensity sweetener saccharin impairs glucose homeostasis and GLP-1 release in rats. Behavioural Brain Research 2012; 233: 1 - 14
25. Sylvetsky AC et al: Consumption of low-calorie sweetened beverages is associated with higher total energy and sugar intake among children, NHANES 2011-2016. Pediatric Obesity 2019; 14: e12535
26. Polyak E et al: Effects of artificial sweeteners on body weight, food and drink intake. Acta Physiologica Hungarica 2010; 97: 401 - 407
27. Feijó FM et al: Saccharin and aspartame, compared with sucrose, induce greater weight gain in adult Wistar rats, at similar total caloric intake levels. Appetite 2013; 60: 203 - 207
28. Shearer J, Swithers SE: Artificial sweeteners and metabolic dysregulation: Lessons learned from agriculture and the laboratory. Reviews in Endocrine & Metabolic Disorders 2016; 17: 179-186
29. Swithers SE, Davidson TL: A role for sweet taste: calorie predictive relations on energy regulation by rats. Behavioral Neuroscience 2008; 122: 161 – 175
30. Fowler SPG et al: Diet soda is associated with long-term increases in waist circumference in a bi-ethnic cohort of older adults: The San Antonio Longitudinal Study of Aging. Journal of the American Geriatric Society 2015; 63: 708 – 715
31. Yu B et al: Associations of artificially sweetened beverages, sugar-sweetened beverages, and pure fruit/vegetable juice with visceral adipose tissue mass. Diabetes & Metabolic Syndrome: Clinical Research and Reviews 2023; 17: e102871
32. Choudhary AK: Aspartame: should individuals with Type II Diabetes be taking it? Current Diabetes Reviews 2018: 14: 350-362
33. Tryon MS et al: Excessive sugar consumption may be a difficult habit to break: a view from the brain and body. Journal of Clinical Endocrinology and Metabolism 2015; 100: 2239-2247
34. Choudhary AB, Lee YY: The debate over neurotransmitter interaction in aspartame usage. Journal of Clinical Neuroscience 2018; 56: 7-15
35. Ulrich-Lai YM: Self-medication with sucrose. Behavioral Sciences 2016; 9: 78-83
36. Stevens B et al: Sucrose for analgesia in newborn infants undergoing painful procedures. Review. Cochrane Database of Systematic Reviews 2016; 7: CD001069
37. Anon: Süßigkeiten für Diabetiker: Wie Sie bewusst genießen können. AOK.de vom 11. April 2022
38. Admin: Diabetikerlebensmittel verboten. diabetes-news.de/nachrichten/ 2010
39. Anon: Zuckerfreie Süßigkeiten: Wie gut ist Süßes ohne Zucker? AOK.de vom 24. Juli 2023
40. Anon (vsc): Mit Süßstoffen steigt das Diabetesrisiko. aerztezeitung.de vom 30. Nov. 2017
41. Suez J et al: Artificial sweeteners induce glucose intolerance by altering the gut microbiota. Nature 2014; 514: 181 – 186
42. De Koning L et al: Sugar-sweetened and artificially sweetened beverage consumption and risk of type 2 diabetes in men. American Journal of Clinical Nutrition 2011; 93: 1321-1327
43. Sharma K et al: Stress-induced diabetes: a review. Cureus 2022; 14: e29142
44. Pearlman M et al: The association between artificial sweeteners and obesity. Current Gastroenterology Reports 2017; 19: e64
45. Pacheco L et al: Sugar-sweetened or artificially sweetened beverage consumption, physical activity and risk of type 2 diabetes in US adults. Diabetologia 2025; epub ahead of print
46. Suez J et al: Personalized microbiome-driven effects of nonnutritive sweeteners on human glucose tolerance. Cell 2022; 185: 3307–3328
47. Mathur K et al: Effect of artificial sweeteners on insulin resistance among type-2 diabetes mellitus patients. Journal of Family Medicine and Primary Care 2020; 9: 69 – 71
48. Okoro FO, Markus V: Artificial sweeteners and Type 2 Diabetes Mellitus: A review of current developments and future research directions. Journal of Diabetes and its Complications 2025; 39: e108954
49. Debras C et al: Artificial sweeteners and risk of type 2 diabetes in the prospective NutriNet-Santé Cohort. Diabetes Care 2023; 46: 1681–1690
50. Metternich von Wolff K: Süßstoff in der Diabetesberatung. diabetologie-online.de vom 08. März 2024
51. Deutsche Diabetes-Hilfe: Fructose. Diabetesde.org vom März 2022
52. BfR: Erhöhte Aufnahme von Fruktose ist für Diabetiker nicht empfehlenswert. Stellungnahme Nr. 41/2009 vom 6. März 2009
53. Kreutzkamp B: Fruktose aus Früchten bessert Blutzucker und Insulinkontrolle. Medical-tribune.de vom 31. Jan. 2019
54. Steinbach M, Felchner C: Fructose: Vor- und Nachteile der Fruchtsüße. netDoktor vom 14. Juli 2021
55. Laughlin MR: Normal roles for dietary fructose in carbohydrate metabolism. Nutrients 2014; 6: 3117-3129
56. Otayf AY et al: Review: Fructose, the sweet culprit behind Nonalcoholic Fatty Liver Disease and Type 2 diabetes. Current Diabetes Reviews 2025; 4. Feb. epub ahead of print
57. Helsley RN et al: Tissue specific fructose metabolism in obesity and diabetes. Current Diabetes Reports 2020; 20: e64
58. Kossiva L et al: Chronic use of artificial sweeteners: pros and cons. Nutrients 2024; 16: e3162
59. Sun Y et al: Associations of sugar-sweetened beverages, artificially sweetened beverages, and pure fruit juice with nonalcoholic fatty liver disease: cross-sectional and longitudinal study. Endocrine Practice 2023; 29: 735-742
60. Lebda MA et al: Long-term soft drink and aspartame intake induces hepatic damage via dysregulation of adipocytokines and alteration of the lipid profile and antioxidant status. Nutrition Research 2017; 41: 47-55
61. Wu HT et al: Sucralose, a non-nutritive artificial sweetener exacerbates high fat diet-induced hepatic steatosis through taste receptor type 1 member 3. Frontiers in Nutrition 2022; 9: e823723
62. Shi Z et al: Impaired intestinal Akkermansia muciniphila and aryl hydrocarbon receptor ligands contribute to nonalcoholic fatty liver disease in mice. mSystems 2021; 6: e00985-20
63. Finamor IA et al: Long-term aspartame administration leads to fibrosis, inflammasome activation, and gluconeogenesis impairment in the liver of mice. Biology 2021; 10: e82
64. Dhurandhar D et al: A histological assessment of effects of sucralose on liver of albino rats. Morphologie 2018; 102: 197-204
65. Green CH, Syn WK: Non-nutritive sweeteners and their association with the metabolic syndrome and non-alcoholic fatty liver disease: a review of the literature. European Journal of Nutrition 2019; 58: 1785-1800
66. den Biggelaar LJCJ et al: Associations of dietary glucose, fructose, and sucrose with ß-cell function, insulin sensitivity, and type 2 diabetes in the Maastricht Study. Nutrients 2017; 9: e380
67. Deutsche Herzstiftung: Wie zu viel Zucker im Blut das Herz schädigt Herzstiftung. HERZ Heute 2019 (3): 18-19
68. Debras C et al: Artificial sweeteners and risk of cardiovascular diseases: results from the prospective NutriNet-Santé cohort. BMJ 2022; 378: e071204
69. Wu W et al: Sweetener Aspartame aggravates atherosclerosis through insulin-triggered inflammation. Cell Metabolism 2025; 37: 1–14
70. Queiroz I et al: High consumption of artificially sweetened beverages and associated risk of cardiovascular events: A systematic review and meta-analysis. Current Problems in Cardiology 2025; 50: e102837
71. Wersching H et al: Sugar- and artificially-sweetened beverages in relation to stroke and dementia – Are soft drinks hard on the brain? Stroke 2017; 48: 1129-1131
72. Pase MP et al: Sugar- and artificially sweetened beverages and the risks of incident stroke and dementia: a prospective cohort study. Stroke 2017; 48: 1139-1146
73. Tsan L et al: Early-life low-calorie sweetener consumption disrupts glucose regulation, sugar-motivated behavior, and memory function in rats. JCI Insight 2022; 7: e157714
74. Erbas O et al: Evaluation of long-term effects of artificial sweeteners on rat brain: a biochemical, behavioral, and histological study. Journal of Biochemical and Molecular Toxicology 2018; 32: e22053
75. Shi W et al: Breakdown of the blood-brain barrier in depressed mice induced by chronic unpredictable mild stress. Journal of Psychiatric Research 2024; 180: 138-146
76. Lindseth GN et al: Neurobehavioral effects of aspartame consumption. Research in Nursing & Health 2014; 37: 185–193
77. González-Domínguez R et al: Food and microbiota metabolites associate with cognitive decline in older subjects: a 12-year prospective study. Molecular Nutrition & Food Research 2021; 65: e2100606
78. Chen H et al: Sugary beverages and genetic risk in relation to brain structure and incident dementia: a prospective cohort study. American Journal of Clinical Nutrition 2023; 117: 672-680
79. Pase MP et al: Sugary beverage intake and preclinical Alzheimer’s disease in the community. Alzheimer’s & Dementia 2017; 13: 955–964
80. Braun J: Demenz vorbeugen: Zwei Früchte bieten einen besonders guten Schutz. Frankfurter Rundschau online vom 22. März 2025
81. Johnson RJ et al: Could Alzheimer’s disease be a maladaptation of an evolutionary survival pathway mediated by intracerebral fructose and uric acid metabolism? American Journal of Clinical Nutrition 2023; 117: 455–466
82. Markus V: Artificial sweetener-induced dysbiosis and associated molecular signatures. Biochemical and Biophysical Research Communications 2024; 735: e150798
83. Nettleton JE et al: Reshaping the gut microbiota: Impact of low calorie sweeteners and the link to insulin resistance? Physiology & Behavior 2016; 164 (Pt B): 488-493
84. Wang QP et al: Non-nutritive sweeteners possess a bacteriostatic effect and alter gut microbiota in mice. PLoS One 2018; 13: e0199080
85. Nettleton JE et al: Low-dose Stevia (rebaudioside a) consumption perturbs gut microbiota and the mesolimbic dopamine reward system. Nutrients 2019; 11: e1248
86. Yu Z, Guo J: Non-caloric artificial sweeteners exhibit antimicrobial activity against bacteria and promote bacterial evolution of antibiotic tolerance. Journal of Hazardous Materials 2022: 433: e128840
87. Qin X: May dysbiosis caused by dietary chemicals such as sucralose and saccharin be more detrimental to the gut and health than antibiotics? How? Inflammatory Bowel Diseases 2019; 25: e20
88. Clevers E et al: Coffee, alcohol, and artificial sweeteners have temporal associations with gastrointestinal symptoms. Digestive Diseases and Sciences 2024; 69: 2522-2529
89. Zhai Z et al: Acesulfame potassium triggers inflammatory bowel disease via the inhibition of focal adhesion pathway. Journal of Hazardous Materials 2024; 476: e134901
90 Wurm J et al: The effect of antibiotics on the intestinal microbiota in children - a systematic review. Frontiers in Allergy 2024; 5: e1458688
91. Palleja A et al: Recovery of gut microbiota of healthy adults following antibiotic exposure. Nature Microbiology 2018; 3: 1255-1265
92. Mikkelsen KH et al: Effect of antibiotics on gut microbiota, gut hormones and glucose metabolism. PLoS One 2015; 10: e014352
93. Palleja A et al: Recovery of gut microbiota of healthy adults following antibiotic exposure. Nature Microbiology 2018; 3: 1255-1265
94. Bhattarai SK et al: Commensal antimicrobial resistance mediates microbiome resilience to antibiotic disruption. Science Translational Medicine 2024; 16: eadi9711
95. Seelbinder B et al: Antibiotics create a shift from mutualism to competition in human gut communities with a longer-lasting impact on fungi than bacteria. Microbiome 2020; 8: e133
96. Anon/Roth A: Irrtum – Süßstoffe verändern die Darmflora. Süßstoff-Verband e.V., suessstoff-verband.info ohne Jahr
97 Mandrioli D et al: Relationship between research outcomes and risk of bias, study sponsorship, and author financial conflicts of interest in reviews of the effects of artificially sweetened beverages on weight outcomes: a systematic review of reviews. PLoS One 2016; 11: e0162198
98. Schiffman SS, Nagle HT: Revisited: assessing the in vivo data on low/no-calorie sweeteners and the gut microbiota. Food & Chemical Toxicology 2019; 132: e110692
99. Süßstoff Verband e.V.: Sind Süßstoffe in der Schwangerschaft eine clevere Lösung? suessstoff-verband.info/ abgerufen am 5. April 2025
100. Planas GM, Kuc J: Contraceptive properties of Stevia rebaudiana. Science 1968; 162: 1007
101. Melis MS: Effects of chronic administration of Stevia rebaudiana on fertility in rats. Journal of Ethnopharmacology 1999; 167: 157-161
102. Chen YC et al: Aspartame consumption, mitochondrial disorder-induced impaired ovarian function, and infertility risk. International Journal of Molecular Sciences 2022; 23: e12740
103. Naik AQ et al: The impact of non-caloric artificial sweetener aspartame on female reproductive system in mice model. Reproductive Biology and Endocrinology 2023; 21: e73
104. Wang W et al: A metagenomics investigation of intergenerational effects of non-nutritive sweeteners on gut microbiome. Frontiers in Nutrition 2022; 8: e795848
105. Zhang GH et al: Effects of mother’s dietary exposure to acesulfame-K in pregnancy of lactation on the adult offspring sweet preference. Chemical Senses 2011; 36: 763-770
106. Leth-Moller M et al: Transplacental transport of artificial sweeteners. Nutrients 2023; 15: e2063
107. Chen YC et al: Aspartame intake during pregnancy induces placental dysfunction through impaired mitochondrial function and biogenesis modulation. Placenta 2024; 158: 285-292
108. Halldorsson TI et al. Intake of artificially sweetened soft drinks and risk of preterm delivery: a prospective cohort study in 59,334 Danish pregnant women. American Journal of Clinical Nutrition 2010; 92: 626 – 633
109. Palatnik A et al: Consumption of non-nutritive sweeteners during pregnancy. American Journal of Obstetrics and Gynecology 2020; 223: 211-218
110. Sylvetsky AC et al: Intergenerational transmission of sucralose and acesulfame-potassium from mothers to their infants via human milk: a pharmacokinetic study. American Journal of Clinical Nutrition 2024; 120: 846-853
111. Bornemann V et al: Intestinal metabolism and bioaccumulation of sucralose in adipose tissue in the rat. Journal of Toxicology & Environmental Health A 2018; 81: 913-923
112. Sylvetsky AC et al: Nonnutritive sweeteners in breast milk. Journal of Toxicology and Environmental Health Part A 2015; 78: 1029 – 1032
113. Stampe S et al: Artificial sweeteners in breast milk: a clinical investigation with a kinetic perspective. Nutrients 2022; 14: e2635
114. Rother KI et al: Non nutritive sweeteners in breast milk: perspective on potential implications of recent findings. Archives of Toxicology 2015; 89: 2169-2171
115. Azad MB et al: Association between artificially sweetened beverage consumption during pregnancy and infant body mass index. JAMA Pediatrics 2016; 170: 662 - 670
116. Laforest-Lapointe I et al: Maternal consumption of artificially sweetened beverages during pregnancy is associated with infant gut microbiota and metabolic modifications and increased infant body mass index. Gut Microbes 2020; 13: e1857513
117. Anon: Sind Süssstoffe noch erlaubt, wenn man schwanger ist? Swissmom.ch, abgerufen am 25. März 2025
118. Wu HAT et al: Consumption of the nonnutritive sweetener acesulfame potassium increases central precocious puberty risk. Journal of Hazardous Materials 2024; 461: e132529
119. Knauer-Fischer S: Pubertas praecox: vorzeitige Pubertätsentwicklung. ATOSnews 2012; Nr. 19
120. Kim J et al: High serum isoflavone concentrations are associated with the risk of precocious puberty in Korean girls. Clinical Endocrinology 2011; 75: 831-835
121. Felıcio JS et al: Association of soy and exclusive breastfeeding with central precocious puberty: a case-control study. Frontiers in Endocrinology 2021; 12: e667029
122. Fortes EM et al: Ingestão Excessiva de Fitoestrógenos e Telarca Precoce: Relato de Caso com Possível Correlação. Arquivos Brasileiros de Endocrinologia e Metabologia 2007; 51: 500-503
123. Schlenger R: Pubertas praecox: Wann wie behandeln? Deutsche Apotheker Zeitung-Online vom 05. Juni 2024
124. Rivera-Paredez B et al: Cumulative soft drink consumption is associated with insulin resistance in Mexican adults. American Journal of Clinical Nutrition 2020; 112: 661-668
125. Mullee A et al: Association between soft drink consumption and mortality in 10 European countries. JAMA Internal Medicine 2019; 179: 1479-1490
126. Mossavar-Rahmani Y et al: Artificially sweetened beverages and stroke, coronary heart disease, and all cause mortality in the women’s health initiative. Stroke 2019; 50: 555 - 562
127. Paganini-Hill A et al: Non-alcoholic beverage and caffeine consumption and mortality: the Leisure World Cohort Study. Preventive Medicine 2007; 44: 305 – 310
128. Anon: Was ist der beste Zuckerersatz? AOK Gesundheitsmagazin Vom 15.05.2024 aok.de/pk/magazin/ernaehrung/lebensmittel/zuckerersatz-die-beliebtesten-suessungsmittel-im-check/
129. Witkowski M, Hazen SL: Erythritol and xylitol and cardiovascular disease risk: a growing concern. European Heart Journal 2024; ehae729 epub ahead of print
130. Witkowski M et al: The artificial sweetener erythritol and cardiovascular risk. Nature Medicine 2023; 29: 710-718
131. Witkowski M et al: Ingestion of the non-nutritive sweetener erythritol, but not glucose, enhances platelet reactivity and thrombosis potential in healthy volunteers. Arteriosclerosis, Thrombosis and Vascular Biology 2024; 44: 2136-2141
132. Lim J et al: Serum erythritol and risk of overall and cause-specific mortality in a cohort of men. Nutrients 2024; 16: e3099
133. Heianza Y et al: Plasma levels of polyols erythritol, mannitol, and sorbitol and incident coronary heart disease among women. European Journal of Preventive Cardiology 2024 Sep 4:zwae288
134. Anon: Neue Studie: Der Süßstoff Xylit ist mit erhöhtem Risiko für Herzprobleme verbunden. Deutsches Herzzentrum der Charité 6. Juni 2024
135. Witkowski M et al: Xylitol is prothrombotic and associated with cardiovascular risk. European Heart Journal 2024; 45: S2439–2452
136. Abushamat LA et al: Erythritol, erythronate, and cardiovascular outcomes in older adults in the ARIC Study. JACC Advances 2025; 4: e101605
137. Lee SH et al: The impact of artificial sweeteners on insects. Journal of Economic Entomology 2021; 114: 1-13
138. de Dios R et al: Artificial sweeteners inhibit multidrug-resistant pathogen growth and potentiate antibiotic activity. EMBO Molecular Medicine 2023; 15: e16397
139. Burgess ER, King BH: insecticidal potential of two sugar alcohols to Musca domestica (Diptera: Muscidae). Journal of Economic Entomology 2017; 110: 2252-2258
140. Lee JC et al: Erythritol sprays reduce Drosophila suzukii infestation without impacting honey bee visitation nor fruit quality. Pesticide Management Science 2023; 79: 4990-5002
141. Burgess ER, Geden CJ: Larvicidal potential of the polyol sweetener erythritol and xylitol in two flith fly species. Journal of Vector Ecology 2019; 44: 11-17
142. Cha DH et al: Insecticidal properties of erythritol on four tropical tephritid fruit flies, Zeugodacus cucurbitae, Ceratitis capitata, Bactrocera dorsalis, and B. latifrons (Diptera: Tephritidae). Insects 2023; 14: e472
143. Baudier KM et al: Erythritol, a non-nutritive sugar alcohol sweetener and the main component of Truvia®, is a palatable ingested insecticide. PLoS ONE 2014; 9: e98949