Natuurkunde helpt niet alleen bij het opsporen van levensmiddelenvervalsingen, er worden ook geheimen mee ontsluierd over het ontstaan van onze eigen planeet.
door Udo Pollmers / 21 september 2023
Fysische methoden zoals massaspectrometrie zijn onmisbaar voor levensmiddeleninspectie. Vooral IRMS, de isotopenmassaspectrometrie maakt het mogelijk om grondstoffen te testen op echtheid. De isotopen laten zien of...
...de biologische tomaten echt uit Spanje komen of dat het om conventionele goederen uit Marokko gaat. Of: stamt de vanilline in het ijs van een vanilleboon uit Madagaskar of uit een Indiase chemische fabriek? Is de honing verzameld door bijen in de boomgaarden van Sichuan of door biotechnologen vervalst uit rijst? Er zijn al veel fraudeurs tegen de lamp gelopen met deze geweldige meetmethode.
Isotopen zijn gewoon verschillende vormen van een chemisch element. Ze gedragen zich chemisch op dezelfde manier, maar reageren fysiek net iets anders. De meeste chemische elementen zoals zuurstof, stikstof of koolstof bezitten meerdere isotopen. Koolstof (C) heeft er drie: de 12C-isotoop komt veel voor, de 13C-isotoop is vrij zeldzaam en dan is er nog de zeer zeldzame radioactieve 14C-isotoop.
Bij de fotosynthese van planten verandert de natuurlijke verdeling van isotopen. Zogenaamde C3-planten zoals tarwe geven specifiek de voorkeur aan de 12C-isotoop. C4-planten zoals maïs zijn niet zo kieskeurig, zij hebben een hoger aandeel 13C dan tarwe. In cactussen stijgt het 13C-gehalte echter weer. Zeevis heeft het meeste 13C. Bij de consumptie hopen levende wezens de isotopenpatronen van hun voedsel in hun botten op.
Voedingsdeskundigen probeerden daarmee te bewijzen dat de mens zich ooit eens plantaardig gevoed, naar het voorbeeld van schapen en naakte molratten. Maar omdat mensen zelden roofdieren zoals wolven of poema's aten, maar liever "vegetarische" weidedieren slachtten, vertonen hun botten soortgelijke isotopenpatronen als deze. En zo werden nomaden die leefden van het vlees van hun kuddes postuum vegetariërs.
De natuurkunde levert niet alleen waardevolle diensten om fraude aan het licht te brengen; opmerkelijker zijn haar ideeën over de eeuwige mysteries van de mensheid, hoe de aarde en haar oceanen ontstaan zijn.
De expansie van een theorie
In het Mahlzeit-artikel => Zeespiegel gevechten hebben we de oorsprong van de wereldoceanen tot op de bodem onderzocht. Echter, zonder daarbij de expansie, het uitdijen van de aarde uit te verklaren, want alleen daardoor konden de oceanen ontstaan. Toen de jonge, nog gesmolten aarde geleidelijk afkoelde, stolde het oppervlak tot gesteente. Al het water zou verdampt zijn, maar zodra het gesteente was afgekoeld, ging het water de bol gelijkmatig bedekken, en er waren toen nog geen uit de zee oprijzende continentale platen, die steil in de diepzee af zouden gaan lopen.
Om de aardkorst uit elkaar te laten vallen en continenten laten ontstaan, was een catastrofe nodig zoals de inslag van een asteroïde. Maar zelfs dat alleen leidt niet tot brede oceaanbodems, die vandaag de dag ongeveer 70% van het aardoppervlak innemen. Daarvoor moest de aardbol meer dan twee keer zo groot worden. Hoe was dat mogelijk? Nou, door kernsplijting in de aardmantel. Volgens de resultaten van de KamLAND detector in Japan is daar genoeg uranium en thorium te vinden. Daarmee produceert onze planeet niet alleen genoeg energie genereert om het magnetische veld in stand te houden. De aarde kan gelijktijdig ook warmte uitstralen. Vandaar ook het gebruik van aardwarmte. de geothermie voor de verwarming.
Dankzij deze straling van warmte door radioactief verval kon het leven op aarde floreren. In het Jura en Krijt was het klimaat meestal subtropisch warm, met een hoge luchtvochtigheid, de zeeën veel warmer en de polen ijsvrij, af en toe onderbroken door korte koude perioden. De reuzenhagedissen van toen waren koudbloedig; ze hadden geen interne verwarming nodig zoals de warmbloedige zoogdieren dat later wel hadden. Integendeel, sommige van hun speciale kenmerken, zoals de ruggengraat van Stegosaurus, de nekschilden van Triceratops of de speciale constructie van de neusgaten bij Planoplosaurus, kunnen gediend hebben om het bloed te koelen, net zoals de hoorns van runderen en schapen dat vandaag de dag doen.
Pas in de hoogtijdagen van de dinosauriërs worden klimaatzones herkenbaar in de geologische vindplaatsen. Nu duiken de eerste aanwijzingen op van onafhankelijke warmteproductie door de dino's. Volgens dit gegeven was de atoomreactor in het binnenste der aarde ooit veel belangrijker voor leven en groei dan nu.
De beschermheilige van de continentale drift
Is het niet verbazingwekkend dat de landmassa's van de aarde weer in elkaar gezet kunnen worden tot een ronde vorm zoals de gebroken, enigszins beschadigde schalen van een ei, bijna zoals de scherven van een oude vaas? Er blijft niets over en er ontbreekt verrassend weinig, behalve aan de randen waar afgebrokkelde eilanden in het magma zonken. Vertegenwoordigers van de "officiële" platentektoniek verguizen deze interpretatie als "pseudowetenschap".
Hun theorie gaat ervan uit dat de aardbol altijd even groot is geweest. Ooit was er een compacte landmassa genaamd Pangaea in de oerzee van Panthalassia, die uiteenviel en uit elkaar dreef. Hoe dit heeft kunnen gebeuren is voor hun vertegenwoordigers nog steeds een raadsel. Hun laatste suggestie luidt, dat de aarde een "zelf-georganiseerd breuk-mechanisme" in gang heeft gezet. Hoe gênant!
Het centrale narratief van de platentektoniek, de continentale drift, is al lang vals gebleken. De continentale blokken kunnen helemaal niet op het magma drijven, zoals vetogen in een bord soep. Ze zijn verankerd, ze reiken vele honderden kilometers diep in de aardmantel. Het verhaaltje is uit. De aarde heeft zich radiaal uitgezet.
Of de huidige metingen van de omtrek van de Aarde door satellieten beweren een toename te hebben gevonden of niet, is irrelevant. Gezien het onregelmatige, variabele oppervlak van de aardbol zijn de metingen te onnauwkeurig, en ze bestrijken slechts een verwaarloosbaar kleine tijdsperiode, die absoluut niets zegt over geologische processen, die vele miljoenen jaren geleden plaatsvonden.
Berustend klaagt geoloog Oakley Shields (Universiteit van Tasmanië): "De snelle acceptatie en het grote succes van de platentektoniek ... werden helaas bereikt door het bagatelliseren, verwaarlozen en onderdrukken van verschillende problemen die zich hebben voorgedaan, wat zeker niet de manier is waarop wetenschap bedreven zou moeten worden."
Belangrijke auteurs van de expansietheorie (en niet alleen deze) worden opzettelijk doodgezwegen, vervolgens uit de literatuur verwijderd, en na hun dood worden zelfs hun modellen door onbekende handen vernietigd. Sinds mensenheugenis moeten ketters tot zwijgen worden gebracht. Daartoe diende een half millennium lang de officiële Index librorum prohibitorum, de lijst van verboden geschriften. Het was oorspronkelijk geen uitvinding van het Vaticaan, maar eerst het idee van de universiteiten, die al snel in opdracht van de Klerus de verboden gedachten controleerden; kennelijk tot op de dag van vandaag. Waarom vinden anders deze onzakelijke discussies plaats in de vakpers, de spiegelgevechten, het ontkennen van het voor de hand liggende, alsof Palmström de beschermheilige van de geofysici is?
Als een stoombroodje?
Door de reactor in het binnenste der aarde werd er een immense druk onder de aardkorst opgebouwd. Eenvoudigweg omdat er tijdens radioactief verval een fenomeen optreedt dat buiten de natuurkunde weinig wordt opgemerkt: het komt tot een enorme volumetoename. Dat klinkt vreemd, maar er zijn eenvoudige redenen voor: Wanneer een element uiteenvalt, ontstaat er niet alleen een nieuw atoom van vergelijkbare grootte, maar er komt ook een waterstofkern (proton) of een heliumkern (α-deeltje) vrij. Zodra deze positief geladen deeltjes negatief geladen elektronen grijpen, ontstaat er een nieuw atoom, in dit geval waterstof of het edelgas helium. Aangezien een waterstofatoom ongeveer 10.000 tot 100.000 keer groter is dan een proton of elektron, is er navenant meer extra volume nodig.
Veel radioactieve elementen zenden protonen, neutronen of kleine heliumkernen uit. Minder bekend is dat sommige zelfs hele koolstofkernen uitstoten, het zogenaamde clusterverval. Inmiddels zijn er zo'n 20 nucliden bekend, zoals het natuurlijke 234uranium, die grotere 'brokken' 'zoals neonkernen of zelfs magnesiumkernen met in totaal 28 protonen en neutronen „uitspugen“. Andere elementen ontdoen zich van de complete kernen van silicium, fluor of zuurstof. En nieuwe elementen zien het licht op aarde.
Laten we ons omwille van de eenvoud beperken tot het gebruikelijke schoolvoorbeeld van de vervalreeks van natuurlijk 238uranium. Dit vormt achtereenvolgens 15 radioactieve elementen, zoals 230thorium en 210thallium, totdat de reactie tot stilstand komt bij 206lood. Het verval is behoorlijk ingewikkeld; uiteindelijk bevat lood 10 protonen en 22 neutronen minder dan uranium. Omdat neutronen zich op hun beurt kunnen splitsen in protonen en elektronen, is er genoeg grondstof om volop nieuwe waterstof te vormen - en de aarde rijst als een stoombroodje door de gist.
Wanneer bomen tot in de hemel groeien
Normaal gesproken zou een "uitbarsting" van de aardkorst slechts tot een paar breukdelen voeren. Maar als de klap van buitenaf komt, versplintert het broze materiaal zoals een vaasje dat door een steen getroffen wordt, in tientallen stukjes. Misschien was de klap van de asteroïde zo krachtig dat hij zelfs het materiaal uitwierp waaruit de maan is ontstaan? Dat zou ongeveer 300 miljoen jaar geleden gebeurd kunnen zijn, want de oudste oceaankorst wordt becijferd op 280 miljoen jaren. (De vrolijke verwijzingen op internet dat er een veel oudere steen gevonden is in het Middellandse Zeegebied of bij Groenland zijn meer ter vermaak van het publiek).
Natuurlijk hebben astronomen een heel andere leeftijd op hun radar als het om de maan gaat. Ze wijzen op het gesteente dat Apollo-astronauten Armstrong, Collins en Aldrin aan de verbaasde aardbewoners presenteerden. Analyses toonden aan dat het materiaal identiek is aan aards oergesteente. Dit bewijst dat de aarde en de maan 4,5 miljard jaar geleden op hetzelfde moment zijn gevormd. Dit is natuurlijk onzin, want zelfs wanneer het materiaal voor de maan pas 100 jaar geleden door een asteroïde uit de aarde zou zijn geslagen, dan zou zijn gesteente nog altijd even oud zijn als het onze.
Misschien bestaat er voor het resultaat van de steenanalyses een nog simpelere verklaring. Trouwens: Jaren geleden schonk de VS origineel maangesteente aan de Nederlandse regeringsleider, die hij doorgaf aan het Rijksmuseum in Amsterdam. Daar identificeerden achterdochtige geologen de edele gave tot algemeen vermaak als versteend hout. De maan blijft vol mysteries.
Zon, maan en sterren
Terwijl radioactiviteit een verklaring biedt voor de toename in volume van de aarde, wordt het moeilijker om ook de toename in massa te verklaren. Het "stoombroodje" aarde is nu groter, maar niet zwaarder, alleen "luchtiger". Dat niet alleen het volume, maar ook de massa is toegenomen, volgt uit een eenvoudige waarneming: levende wezens in het Jura en Krijt werden 10 keer zo groot als nu; dit gold niet alleen voor de dino's, zelfs insecten bereikten een spanwijdte van 70 cm.
Hiervoor is overvloedige warmte nodig, zoals al is gezegd, maar net zo belangrijk is een verminderde zwaartekracht. Het leven is werken tegen de zwaartekracht, een van de fundamentele ordenende krachten van de evolutie. Elke cel reageert op de zwaartekracht van de aarde. Bijvoorbeeld, hoe groter de zwaartekracht, hoe kleiner de cellen worden. Met de huidige zwaartekracht zouden veel dino's een probleem hebben. De dieren zouden door hun gewicht tegen de grond worden gedrukt, het hart zou niet eens genoeg bloed omhoog kunnen pompen in hoofden op 10 of 15 meter hoogte, hun tonnenzware nekken zouden onder hun eigen gewicht afbreken. Nu zijn er zelfs studies naar de sterkte van de zwaartekracht van de aarde. Ze wijzen er daadwerkelijk op dat deze ooit veel geringer was.
De toename van de massa van de aarde, en daarmee de toename van de zwaartekracht, voltrok zich langzaam. De machtigste dinosaurussen, zoals de Patagotitan met zijn 70 ton, leefden 160 miljoen jaar geleden. Na het abrupte einde van het Krijttijdperk verschenen de zoogdieren. Ze werden groter dan de zoogdieren van vandaag, maar waren al kleiner dan de dinosauriërs. Daarmee vergeleken is de huidige fauna eerder schattig, het grootste landzoogdier is nu de olifant met ongeveer 7 ton.
Waar kwam de extra massa van de Aarde vandaan die haar aantrekkingskracht verhoogde? De eenvoudigste verklaring is dat er meteorieten in de atmosfeer zijn opgebrand. Als de schattingen van NASA kloppen, gaat het momenteel om een kleine 100 ton per dag. Franse onderzoekers die in het Noordpoolijs naar micrometeorieten zochten, kwamen tot dezelfde conclusie. Met andere woorden: veel te weinig.
Maar er zijn meer bronnen: de zonnefysici Glaßmeier en Scholer melden op basis van analyses in de ruimte nabij de aarde: "De meest voorkomende component is waterstof ...; de volgende meest voorkomende elementen zijn helium, koolstof, zuurstof en ijzer." Zelfs zonder meteorieten komt er veel terecht in de aantrekkingskracht van de aarde. Andere hemellichamen, zoals de maan, winnen ook aan massa in de loop der tijd. Een sonde van NASA (Lunar Reconnaissance Orbiter) toonde aan dat onze satelliet 100 keer meer materie uit de ruimte ontvangt dan astronomen hebben berekend, d.w.z. geschat.
We weten niet eens welke kosmische nevels en asteroïdenzwermen de baan van de aarde in de loop van haar bestaan hebben doorkruist. Hier moeten we de Oortsewolk noemen, die met zijn kometenregens keer op keer catastrofes op aarde veroorzaken zou. De aanleiding zou een hemellichaam voorbij Pluto zijn. In de Wolk van Oort draaien miljarden objecten met een diameter van meer dan 20 kilometer rond. Ze bestaan voornamelijk uit ijs: een mengsel van water, methaan, koolmonoxide en waterstofcyanide. Daarnaast is er nog wat gesteente en metaal.
De analyse van glasachtige bolletjes die op vier continenten zijn gevonden, van het Nabije Oosten tot Europa, Noord-Amerika en Zuid-Amerika, liet zien hoe dramatisch de gevolgen kunnen zijn. De gevonden laag is geologisch duidelijk afgebakend door een roetlaag met talloze nanodiamanten. Het wordt de Jongere Toendra Periode genoemd en begon abrupt ongeveer 12.800 jaar geleden.
De stand van zaken in het technische dispuut in de geofysica
Er is geen duidelijkheid over de oorzaak van de kosmische catastrofe. Dit komt omdat er kraters ontbreken. Daarom wordt aangenomen dat kometen met een lage dichtheid de aarde in het noorden boven de Laurentiaanse ijskap troffen, zodat geen inslagpuin gevonden kon worden. De glazen bollen die in het zuiden van Chili kunnen werden ontdekt, spreken dit tegen. Anderen gaan uit van kometenzwermen, die in de atmosfeer versnipperen en tegelijkertijd als vuurballen explodeerden. Maar aangezien de hemel geen zeven heeft, zouden inslagen van grotere brokken onvermijdelijk zijn.
Als er al iets zou gebeuren, dan zouden alleen objecten uit de Oortse Wolk, die voornamelijk uit bevroren methaan en water bestaan, in aanmerking komen, maar deze mogelijkheid is tot dusverre niet overwogen. Het komeetstof dat kan worden gedetecteerd in de Jongere Toendra-laag van Groenland tot Zuid-Afrika, is weliswaar van buitenaardse oorsprong, maar in zijn samenstelling zo verschillend dat gesuggereerd werd, dat totaal verschillende hemellichamen op hetzelfde moment op de aarde neergestort zouden zijn. Ook hier is het probleem dat de kraters ontbreken.
Daarmaals verdwenen op slag driekwart van de grote zoogdiersoorten, de meeste op het noordelijk halfrond, maar ook in Afrika kwam het tot onverwachte verliezen. De verzengende hitte veroorzaakte grootschalige stormen, de vegetatie ontbrandde. Op verschillende continenten zijn roetlagen van verbrande biomassa te vinden. Het roet verduisterde de hemel en veroorzaakte een lange winter. In Amerika ging de clovis-cultuur uit de steentijd met man en muis ten onder; in Zuid-Afrika verdween de Robberg-cultuur.
Hemelse gebeurtenissen laten gewoonlijk geestenbezweerders en boetepredikers in het geweer komen. Dan wordt de hemel uitgeroepen tot het onschuldige lam: natuurlijk werd de dierenwereld door jagers uit het stenen tijdperk met speren en vuistbijlen op meerdere continenten gelijktijdig en abrupt uitgeroeid, inclusief kleine soorten die niet tot het jachtwild behoren. Daarop zou een klimaatverandering opgetreden zijn. De politiek correcte verklaring voor de koude periode wordt niet genoemd: het klimaat ontbeerde het methaan, dat de kuddes in gelukkige tijden zouden hebben uitgestoten. Of: de glasbolletjes waren eigenlijk schimmelsporen, die door een bosbrand verbrand zouden zijn.
Het gilde van geofysici heeft de ontelbare glazen bolletjes tot fantasie verklaard (let wel, we hebben het over 50 miljoen vierkante kilometer) en de ontdekkers, naast andere beschimpingen zelfs geestesziek genoemd, want er is geen natuurkundige verklaring voor de waarnemingen. Dat is waar, maar het impliceert dat het universum naar de pijpen van de actuele leerboeken moet dansen. Waarschijnlijk uit wanhoop namen de tegenstanders hun toevlucht tot een laatste redmiddel: ze presenteerden een studie waarin ze beweerden dat de zoektocht op de bekende vindplaatsen zonder uitzondering had aangetoond dat de glazen bollen helemaal niet bestonden. Natuurlijk vonden de volgende bezoekers, zoals verwacht, overal volop materiaal.
De drieste poging om de feiten, die voor iedere geïnteresseerde herkenbaar zijn, te bestempelen als een waanidee, en zich daarbij niet schamen om evidente vondsten te ontkennen, wekt de indruk dat er nog veel meer schuilgaat achter de geschiedzaken van de aarde, die toegedekt moet worden.
Intussen wordt in de vakpers de mening verkondigd dat het onbekende hemellichaam ook verantwoordelijk is voor de uiteindelijke overstroming van het Middellandse Zeebekken. Volgens de gevestigde geofysica vond de "grote overstroming" 5,3 miljoen jaar geleden plaats. Nu is de catastrofe verplaatst naar de Jongere Toendra periode. Het zou begrijpelijk zijn, maar het gilde doet aan geheimhouding. Door de hitte smolt de ijskap over grote delen van Noord-Amerika en Europa en steeg de zeespiegel. Het smeltwater overstroomde ook de Kaspische Zee en de Zwarte Zee. Het water in de Atlantische Oceaan kookte en op het vasteland werden verhoogde zoutgehaltes aangetroffen.
Ik citeer uit een abstract: "Onze resultaten komen overeen met het smelten van sedimenten bij temperaturen >2.200 °C als gevolg van thermische straling en luchtstoten gegenereerd door de passage van een buitenaards object door de atmosfeer". Sommige van de verglaasde bolletjes zijn van kosmische oorsprong, meer ervan zijn van aardse oorsprong met wat materie van hemellichamen zoals iridium en platina. Een aanzienlijk deel is echter van puur aardse oorsprong, waarvan de samenstelling overeenkomt met die van de aardkorst.
Een idee van de kracht van de inslag wordt gegeven door het verglaasde materiaal dat in Pennsylvania (VS) is gevonden. Op basis van het isotopenpatroon kon worden aangetoond dat het oorspronkelijk afkomstig was van oude Canadese gesteenten. Niemand is in staat om de vondsten binnen het kader van de gebruikelijke geofysica te duiden. De enige zekerheid op dit moment is dat het zich om een "hoogenergetische, hoge-temperatuur, hoge-snelheidsgebeurtenis", "hoogstwaarschijnlijk een zware luchtontploffing" heeft gehandeld. De vrijgekomen energie wordt geschat op een miljoen Hiroshima-bommen.
In gewone taal: Dus een onbekend voorwerp raasde ruim 12.000 jaar geleden vanuit de ruimte op de aarde af en gaf haar een hitteschok. Een krater ontbreekt, het "schadepatroon" wijst op continent-overspannende, zware explosies in de atmosfeer. De atmosfeer werd zo gloeiend heet dat het aardse gesteente barstte en smolt. De catastrofe liet overal glasachtige bolletjes achter, in totaal 10 miljoen ton. De ijskappen boven Noord-Europa en Noord-Amerika smolten en stortten als een stortvloed uit in de Noord-Atlantische Oceaan en over Europa. Daarna werd weer voor een eeuwigheid ijzig koud. Doet dit ons niet denken aan Velikovsky's "Werelden in botsing"?
In het geval van een catastrofe
We kennen maar een klein deel van de kosmische catastrofes die de aarde hebben getroffen. Er is geen gebrek aan kraters veroorzaakt door inslagen, noch aan ontelbare geologische lagen die uiteindelijk niets meer zijn dan een teken van een abrupt veranderende omgeving. Er zijn kleine en grote insnijdingen. De grote worden "Aardleeftijden" genoemd. De beroemdste werd veroorzaakt door een asteroïde die 66 miljoen jaar geleden op Yucatan in het zuidoosten van Mexico viel. Hij zou stammen uit de Wolk van Oort.
De Chicxulub krater op Yucatan heeft een diameter van 160 km, de asteroïde wordt geschat op 10 tot 15 km, en de vloedgolf bereikte een hoogte van anderhalve kilometer. Dit bezegelde het lot van grote delen van de aardbol. Tot wel driekwart van de levende soorten kwam om. Er brak een nieuw tijdperk aan met een ander klimaat en een andere flora en fauna.
Ter vergelijking: de krater in de Ries bij Nördlingen heeft een diameter van ruim 20 km, waarvoor een hemellichaam van een kilometer voldoende was, dus piepklein vergeleken met de objecten die bijvoorbeeld in de Wolk van Oort rondcirkelen. Ongeveer 15 miljoen jaar geleden werd al het leven binnen een straal van 100 kilometer volledig weggevaagd door zijn gloed en drukgolf. Zijn verstrooiingsveld reikte tot in Brünn. Een deel van de asteroïde en het aardse gesteente verdampten en kan het klimaat op het noordelijk halfrond jarenlang afgekoeld hebben.
Heftiger dan de Chicxulub-krater was de inslag in het Sudbury Basin in de provincie Ontario, met een diameter van 250 km. Nog groter is de miljard jaar oude Vredefort-krater in Zuid-Afrika, met een diameter van ongeveer 300 km. Ondertussen wordt hij overtroffen door de Wilkesland krater in Antarctica met een diameter van 480 km. Deze krater was verantwoordelijk voor het einde van een vroeg Aardtijdperk, namelijk het Perm van 250 miljoen jaar geleden. Ook toen werd het leven op aarde grotendeels weggevaagd.
Sinds kort wordt de uitdijing van de Wilkesland krater overtroffen door de Deniliquin krater in Australië, met een diameter van 500 kilometer. Datering onthulde een samenloop met de Ordovicische massadood ongeveer 450 miljoen jaar geleden, opnieuw een gigantische vernietiging van hoogontwikkeld leven. Alle catastrofes werden gevolgd door drastische klimaatveranderingen, meestal ijstijden, omdat het stof de hemel verduisterde en de zon jarenlang de grond niet kon bereiken.
De Deniliquinkrater zal waarschijnlijk niet de laatste grote zijn die geologen vinden. Om nog maar te zwijgen van de zeeën die bij de inslag koken en het vasteland verwoesten met tsunami's zonder zichtbare kraters achter te laten op de oceaanbodem. Als de asteroïde van Chicxulub boven de diepzee was neergekomen in plaats van aan de kust, dan zou een vloedgolf van bijna 5 km hoog de hele wereld hebben overspoeld.
IJskoud gedumpt
Niet alleen valt soms vuur uit de lucht, maar ook ijs tuimelt onze atmosfeer in – en wel voortdurend. In het artikel => Zeespiegel gevechten werd plasmafysicus Louis Frank (Universiteit van Iowa) geciteerd. Zijn camera's in onderzoekssatellieten toonden aan, aldus een bericht in de Welt van juni 1997, "dat de aarde voortdurend wordt geraakt door kleine, komeetachtige objecten. Elk van hen is ongeveer zo groot als een eengezinswoning en weegt 20 tot 25 ton. .... Deze minikometen ... razen op ons af met een snelheid van tien tot 15 kilometer per seconde en veranderen dan op hoogtes tussen de acht en 24 kilometer boven het aardoppervlak in waterdampwolken. Elke minuut ... raken tussen de vijf en twintig van deze kometen de atmosfeer van de aarde, en wel 30.000 per dag."
Volgens Frank zijn deze vliegende objecten gemaakt van ijs en sneeuw bedekt met koolstof, dat overvloedig aanwezig is in de ruimte. Na het presenteren van zijn bewijs werd Frank aan de dijk gezet. Mensen willen op dit punt graag tegenwerpen dat als het waar is wat Frank zegt, dan moet er ook water op de maan zijn? Ja, dat is er ook, zoals de onderzoekssatelliet "Clementine" in 1996 voor het eerst aantoonde. Intussen hebben andere sondes overvloedig ijs ontdekt in de kraters en in de bodem.
Na bestudering van de beschikbare gegevens concludeert David Deming, geoloog aan de Universiteit van Oklahoma, dat de aarde jaarlijks tot een miljard ton vluchtige elementen zoals koolstof, waterstof, zuurstof of stikstof uit de ruimte ontvangt. Deming: "De totale buitenaardse influx zou wel eens vier tot vijf orden van grootte groter kunnen zijn dan eerder werd gedacht, groot genoeg om de huidige voorraden water en koolstof aan de oppervlakte te verklaren." ("dicht aan de oppervlakte" hier in tegenstelling tot diep water).
Met deze bevindingen kan de vorming van de oceaanbodem redelijk worden verklaard: Nadat een asteroïde het gestolde, afgekoelde aardgesteente opblies en de aarde door radioactief verval kon uitzetten, stroomde er water in de divergerende scheuren. De druk van de steeds hogere waterkolom op de nieuw gevormde, nog dunne bodem zorgde ervoor dat deze steeds verder de diepte in zakte. Tegelijkertijd steeg het vasteland, net zoals een ballon uitpuilt als hij door druk wordt ingedeukt.
Knappend plasma
Astrofysici nemen aan dat de meeste materie in het heelal bestaat uit plasma, elektrisch geladen gas dat door de ruimte golft. Dit zou genoeg protonen en elektronen opleveren om nieuwe atomen te vormen. Het meeste plasma stroomt van de zon naar de aarde via de zonnewind. Soms slingert de zon in één uitbarsting miljarden tonnen de ruimte in, die de aarde met volle kracht kunnen raken als ze in het pad van de wind vallen. Zeg dan maar gedag! Een gewone geomagnetische storm volstond om begin 2022 40 Starlink satellieten van het type V2 tegelijk te laten neerstorten, omdat de deeltjesmassa van de zon waarschijnlijk iets te "dicht" geworden was. Kort daarna onderging een ander type Starlink satelliet op weg naar zijn baan een sortgelijk lot.
Gelukkig bereiken volgens geofysici de meeste zonnevlammen onze biosfeer niet, maar worden ze al in de ionosfeer onderschept door het magnetische veld van de aarde, de magnetosfeer. Hoewel de magnetosfeer vol zit met deeltjes van de zon en van verre sterrenstelsels, blijft het magnetische schild van de planeet ondoordringbaar en worden de deeltjes vrijwel volledig terug de ruimte in geblazen. Deeltjes die langs de veldlijnen naar de aarde suizen, zouden halverwege weerkaatst worden door een "spiegelpunt". Daarom is hun activiteit in de verte nog net zichtbaar als poollicht. We moeten ons veilig voelen, de hemel kan niet op onze hoofden vallen.
De hemel heeft geen muren, de magnetische velden die ons moeten beschermen tegen de vloed van kosmische deeltjes zijn zeer veranderlijk, d.w.z. vol gaten. Soms woeden er enorme plasmacyclonen boven de Noordpool, kurkentrekkerachtige magnetische velden geleiden de energie uit de ruimte naar de aardse ionosfeer. Rond de polen is er ook een brede kloof tussen de veldlijnen, die een Cusp wordt genoemd. Het magnetische veld is daar bijzonder zwak en een toegangspoort voor interplanetaire deeltjes. Maar verondersteld werd dat alle materie uit de ruimte die dag in dag uit de aarde bekogelt, als een lange staart weer volledig terug in de ruimte zou verdwijnen.
Nu is ontdekt dat deze lange staart zijn plasma niet gewoon loslaat in de ruimte, maar als een gummiband terug naar de aarde knalt en een plasmastraal afschiet. Deze veroorzaken op hun beurt spacequakes, d.w.z. heelalbevingen die het magnetisch veld van de aarde doen schudden. Er zijn nog leukere dingen te melden van Neptunus, een van de planeten die ver in de ruimte zijn baantjes trekt. Terwijl de Aarde beschermd is tegen de zonnewind door de winderige protesten van astrofysici, is Neptunus overgeleverd aan zijn genade, hoewel het zelfs zijn eigen magnetosfeer heeft. Daar komt zo goed als niets meer aan, maar in ieder geval genoeg om het weer te beïnvloeden, herkenbaar aan de vorming van wolken.
De binding van de aarde met haar centrale ster is veel nauwer dan we beseffen. Ongeveer elke acht minuten smelten de magnetische velden van de twee hemellichamen één of twee minuten samen en vormen ze een 5.000 tot 25.000 km breed buisvormig portaal waardoor de zonnewind naar de aarde stroomt. Hierdoor kunnen de "zonnedeeltjes door het magnetische schild van de aarde breken", aldus NASA. Deze massastromen worden Flux-Transfer-Events genoemd.
Reactor in het hooggebergte
Het Max Planck Instituut voor Zonnestelselonderzoek vermoedt zelfs de vorming van zoet water in de atmosfeer. Daar reageren de van de zon afkomstige protonen met aardse zuurstofatomen, die door fotolyse uit O2 vrijkomen. Vandaag de dag is het niet veel, maar in vroegere tijden, toen de magnetische velden zwak waren, zouden er aanzienlijke hoeveelheden zijn gevloeid.
Dankzij de nabijheid van kosmische straling is het hooggebergte productiever dan de zee. Op het Jungfraujoch, een bergtop van drieënhalfduizend meter hoog, stelden natuurkundigen een monster van het edelgas xenon enkele maanden bloot aan kosmische straling. Ze verkregen 7beryllium, 101rhodium, 125antimoon en 126iodine. De oorzaak is spallatie. Wanneer de straling een atoom raakt, wordt het in stukken gescheurd. Hierdoor ontstaan nieuwe atomen, zogenaamde kosmogene nucliden. Ze bereiken de aarde Met de regen of met stof belanden ze op aarde, om deel van het ecosysteem te worden.
De vorming van nieuwe elementen door spallatie eindigt niet in de bovenste atmosfeer, maar vindt plaats tot diep in de aarde. Daar botsen de deeltjes volgens Pieter Vermeesch van het University College London "met de elementen die voorkomen in rotsen en bodems, zoals silicium, zuurstof, calcium, enz." Nog dieper in de aarde werken hoogenergetische myonen, die de zonnewind produceert. Hier ontstaan nog meer nucliden, zoals 26aluminium, 36chloor en 53mangaanisotopen.
De radiokoolstofmethode: bliksems!
Bij het bepalen van de ouderdom gebruiken archeologen graag de radiokoolstofmethode, waarbij de isotoop 14C van koolstof wordt gemeten. 14C wordt nieuw gevormd door kernreacties in de bovenste lagen van de atmosfeer. Kosmische straling laat neutronen vrij door spallatie. Als een neutron dan een stikstofatoom van 14N raakt, het meest voorkomende element in de atmosfeer, kan er een kernreactie plaatsvinden: Als een proton wordt afgesplitst voor het gevangen neutron, wordt uit het stabiele stikstof 14N radioactieve koolstof 14C geproduceerd. Dit heeft een halveringstijd van 5.730 jaar.
14C wordt door de planten opgenomen in de vorm van kooldioxide en opgenomen in de cellen zolang ze leven. Daarna vindt alleen verval plaats. Aangezien de verhouding tussen radioactief 14C en het normale 12C constant wordt verondersteld, wordt de leeftijd van het monster bepaald aan de hand van het resterende 14C. Zo werd een single malt whisky die zogenaamd gedistilleerd was in 1878 ontmaskerd als een vervalsing uit 1971, nadat een gast in een hotel in St. Moritz een trotse 9999 Zwitserse francs had mogen betalen voor een glas. De vervalser had de "jonge" whisky ook opgewerkt met graan. De bedrogen gast kreeg zijn geld terug na het analyseresultaat.
Dit geval is duidelijk, maar metingen die verondersteld worden perioden van duizenden jaren te bestrijken, moeten met voorzichtigheid worden genomen. Dit veronderstelt namelijk dat 14C altijd gelijkmatig is geproduceerd in de hogere atmosfeer, niet beïnvloed door zonnestormen en kosmische gebeurtenissen, en van daaruit voortdurend naar de bodem daalt om deel te worden van de biomassa. Niet alleen kosmische straling, maar ook hevige onweersbuien genereren vers 14C. Soms zijn de bliksemschichten zelf "radioactief" en geven ze doordringende gammastraling af (tot 40 MeV). Sommige bliksemschichten bereiken een miljard volt en de lucht kan wel 30.000° Celsius heet worden. Naast 14C worden ook andere radionucliden gevormd, zoals 13stikstof of 15zuurstof.
14C wordt echter niet alleen in de bovenste lagen van de atmosfeer gevormd, maar ook daaronder - tot op de bodem en alles wat zich daarin bevindt. Zelfs in gesteente, in Fins oergesteente, ontdekten experts van de ETH Zürich 14C, dat sinds mensenheugenis moet zijn vergaan. Volgens dit gegeven is het pas recentelijk gevormd.
Het wordt nog erger: er zijn kosmische gebeurtenissen die de draak steken met de elementen op aarde, zoals gammastraaluitbarstingen. Bij deze energie-uitbarstingen in de ruimte komt in een paar seconden meer energie vrij dan onze zon deed tijdens haar hele levensduur van enkele miljarden jaren. Sommige van deze "bliksemschichten" stralen dagenlang. In de atmosfeer veroorzaken ze enorme stralingsbuien - wat leidt tot de vorming van nieuwe nucliden, vooral 14C. De meest massale vorming van 14C in historische tijden vond plaats rond de jaren 774-775; waarschijnlijk een gammaflits.
De resultaten van veel 14C-metingen hebben de waarde van calorieëntabellen. Ze voeden slechts de twijfel.
De zon in het binnenste der aarde
Niet alleen de hemel hangt vol protonen, maar ook het binnenste van de aarde. De onderste mantel, die het grootste deel van de aarde uitmaakt, bestaat voornamelijk uit een mineraal dat perovskiet heet. Het is een ideale protonengeleider. De extreme hitte daar beneden voorkomt dat de deeltjes elkaar afstoten. Diep in de onderste mantel zouden ze zich verenigen tot hele rivieren die door het binnenste van de aarde stromen, aangedreven door het magnetische veld van de aarde. Zelfs water wordt daar samengeperst tot het vier keer zo dicht is als ijs - het neemt dus ook maar een kwart van het volume in.
In de aardkern zijn de omstandigheden optimaal voor de vorming van nieuwe elementen door kernfusie. Geleerden twisten over de precieze mechanismen, maar het is waarschijnlijk dat protonen zich eerst voltooien tot waterstofatomen, waaruit helium wordt gevormd, en dan uiteindelijk ijzer via zuurstof en silicium. Met de toename van ijzer, dat door elektromagnetische druk vanuit het binnenste naar de aardmantel stijgt, neemt ook de massa toe.
Geofysici testten het idee van kernfusie op vulkanen in Hawaï en de Galapagos. Om falsificatie door nieuw gevormde isotopen in de aardkorst te voorkomen, werd magma geanalyseerd dat honderden kilometers uit de diepte omhoog kwam. De waterstofisotoop tritium, met zijn korte halveringstijd, is een uitstekende marker. In combinatie met heliumisotopen kan de aard van de vorming ervan worden beoordeeld. Analyse van de gassen toonde aan dat de waarden honderd keer hoger waren dan de gebruikelijke niveaus, een duidelijke aanwijzing voor kernfusie in het binnenste van de aarde.
Of de voorgaande overwegingen de toename in massa en dus de toename in de zwaartekracht van de aarde afdoende verklaren, moet open blijven. Niet in de laatste plaats omdat het inwendige van de aardbol en de krachten in de ruimte tot nu toe voor ons verborgen zijn gebleven. Natuurkundigen hebben andere overwegingen naar voren gebracht, van de absorptie van de energie van het kosmische neutrino-veld, tot het Planck-deeltje, tot donkere materie. Op internet worden alle overwegingen vreemd genoeg meteen afgedaan als "weerlegd".
Op onze weg, die begon met de plasmastromen van de zon, bereikten we via de Flux-Transfer-Events de atmosfeer en van daaruit kwamen we in het binnenste van de aarde, waar nieuwe elementen worden gecreëerd waarvan het bouwmateriaal afkomstig was van de zon, zelfs van andere sterrenstelsels. Dit houdt ook het innerlijke leven in beweging. We ervaren de gevolgen in vulkaanuitbarstingen of aardbevingen. Het klassieke wereldbeeld dat onze wereld statisch is, dat atomen altijd hetzelfde zullen blijven tot het einde der tijden, dat de aarde voor altijd haar gezicht zal behouden, vervaagt ten gunste van een wereld in voortdurende verandering die niet in onze macht ligt.
De radioactiviteit …
... plaagt de schoolmeesters al meer dan 100 jaar. Zelfs natuurlijke constanten zoals halfwaardetijden willen niet voldoen aan het leerplan. Ondertussen staat het vast: halfwaardetijden zijn juist niet constant. Ze zijn onderhevig aan schommelingen die overal ter wereld regelmatige patronen volgen. De zon, haar zonnevlammen, haar afstand tot de aarde en haar resonanties met andere hemellichamen zoals de maan zouden het verval beïnvloeden. Het Federale Instituut voor Materiaalonderzoek in Braunschweig bevestigde ook de schending van de "natuurwet". Het idee van een "toevallig verval" is daarmee zelf door puur toeval aan verval onderhevig. De halfwaardetijden hebben duidelijk hun MHD overschreden.
Het effect kan door geen enkel bekend deeltje van de zonnewind worden verklaard.
Weliswaar dringt genoemde straling door de aarde, omdat dezelfde anomalien optreden aan de nachtzijde als aan de naar de zon toe gekeerde zijde, het blijft niettemin neutrino uitscheiden. Er wordt uitgegaan van een onbekende deeltjesstraling. Dit betekent dat de geologische tijdsverlopen die door radionucliden worden bepaald ook op de helling gaan. Wie weet leveren deze deeltjes ook massa?
Als de fysica haar wetten breekt: Alchemie 2.0
Om opgerakelde geesten weer te aarden, zijn hier de experimenten van Georges Lochak (Parijs). Samen met zijn collega's plaatste Lochak een dunne titaniumfolie in water in een drukvaste kamer en bracht dit door elektrische ontladingen in fracties van millisecondes tot explosies. Het ontstane titaniumstof bevatte, volgens de massaspectrometer, allerlei nieuwe elementen - niets radioactiefs of iets dat met radioactief verval verklaard zou kunnen worden. Het handelde vooral om ijzer, gevolgd door aluminium, koper en zink. Qua hoeveelheid kwamen ze overeen met het verlies aan titanium.
Het spreekt voor zich dat het experiment niet alleen terplaatse meermaals herhaald werd, maar ook in andere laboratoria, vooral in Russische. Ondertussen wordt er, aldus de ontdekker, op veel plaatsen daaraan gewerkt en naar het schijnt, in alle stilte. Het resultaat is kennelijk van enig technologisch en daarmee ook militair belang. Misschien wordt het onderzoek ook bevleugeld door de oude alchemistische droom, om uit waardeloos gesteente goud, of iets wat nog waardevoller is, zoals het overgangsmetaal rhodium, te winnen?
Het interessante hieraan is niet, dat hier het rotsvaste geloof in de natuurkundeboeken zijn meester vindt, maar dat er blijkbaar processen zijn, die tot dusverre volgens de natuurwetten als onmogelijk werden beschouwd, maar die desalniettemin niet alleen in het binnenste der aarde of in de ruimte plaatsvinden, maar misschien zelfs recht voor onze ogen.
De Nobelprijswinnaar voor natuurkunde, Robert B. Laughlin, spotte ooit over zijn vak: "Men kan aan geen enkele universiteit ter wereld moderne natuurkunde studeren omdat alles, wat daar wordt onderwezen, half weerlegd en half irrelevant is. De relevante natuurkunde vindt achter gesloten deuren in de laboratoria van de wapen -en grootindustrie plaats. De onderzoekers, die daar werken, gebruiken natuurwetten, die bij universiteitsprofessoren onbekend zijn."