Gewasbescherming
door Udo Pollmer
Velen zien pesticides als „kwaadaardige stoffen”. Deskundigen stellen nu voor, in hun plaats synthetische zoetstoffen zoals saccharine of erythritol in te zetten. Echter, hieraan kleven ook nadelen, zo waarschuwt levensmiddelenchemicus Udo Pollmer.
25ste april was vroeger een belangrijke feestdag in het jaar. Men vierde Robigalia die in de terminologie van vandaag de “Wereld Dag van de Gewasbescherming” zou heten. De huidige tijdgeest zou dat echter eerder als een provocatie ervaren, daar zou een “Dag van de pesticideslachtoffers” op de kalender staan. Het Robigalia-feest vond plaats ter ere van Robigus, de Romeinse God van de gewasbescherming. Zijn naam heeft expliciet betrekking op een van de meest gevreesde graanziektes, de rode graanroest. Opdat rijke oogsten verkregen zouden worden, moest de God door het offeren van een rode hond mild gestemd worden,
Natuurlijk werden in de antieke oudheid niet alleen magische rituelen gehouden, maar ook gewasbescherming gepraktiseerd. De Romeinen kenden de vatbaarheid voor ziektes van hun graansoorten, ze beitsten de zaden en ze maakten gif voor insecten- en muizenbestrijding. Hun graanschuren bouwden...
...ze zodanig, dat het ongedierte er stikte. Dat veranderde zo rond het jaar 800 van onze kalender. Toen werd het feest in een kerkelijke gebedsdag omgedoopt, opdat de velden en schuren vrij van ongedierte en ziektes zouden blijven. Uit veldrondgangen kwamen de veldprocessies en uit hondenoffers smeekgebeden.
De boze geesten van weleer nemen vormen aan
Met de opkomst van het Vaticaan verdween de kennis uit de Antieke Oudheid. Men leunde op de kracht van het geloof. Wanneer sprinkhanen of woelmuizen de oogst vernietigden, werden de muizen door de bisschop in de ban gedaan, of er werd een duivelsuitdrijver bijgehaald, of de sprinkhanen werden door de rechter veroordeeld en gelast het land te verlaten. Wijzigde de situatie zich niet, dan lag het aan zondig handelen en het niet op tijd betalen van de kerkbelasting.
Met het opkomen van de boekdrukkunst verbeterde het lot van de christenen. De antieke schriften met daarin de handelswijze voor de bescherming van gewassen kwam weer beschikbaar, het weten bracht het geloof aan het wankelen. Met de uitvinding van de microscoop omstreeks 1600 doemden nieuwe horizonten op, nu zag men de vaak minuscule schadeveroorzakers met eigen ogen – die voor die tijd als boze geesten gezien werden. Rond 1700 begon het tijdperk van de chemische gewasbescherming. In plaats van met processies en duivelsuitdrijvingen werd een plaag doelgericht met arseenverbindingen zoals ‘scheeles grün’ bestreden. De anorganische stoffen deden faalden nogal eens, maar voor de mens waren ze steeds giftig.
Voedselveiligheid zoals wij die tegenwoordig kennen, bestaat pas sinds ongeveer 1950 dankzij doelgerichte resistentiekweek en specifieke organische gewasbeschermingsmiddelen. De honger is al lang vergeten en zo voeren de welgestelden een geloofsoorlog om de zuivere landbouwmethode. Velen willen terug naar de “natuurlijke” methodes uit vervlogen tijden. Anderen vragen zich af of er geen “alternatieven” voor de moderne gewasbescherming bestaat. Ja, die bestaat. Hoe zou u het vinden, wanneer we plagen met de zoetstoffen zouden kunnen bestrijden, die tegenwoordig bij iedereen over de tong gaan?
Als „tegennatuurlijk“gedemoniseert
Men kan het blijkbaar. In de vakwereld worden synthetische zoetmiddelen zoals saccharine of erythritol als pesticide voorgesteld. De zoetstof sucralose bijvoorbeeld onderscheidt zich volgens de fabrikant nauwelijks van echte suiker, de chlororganische substantie doet de chemicus echter eerder denken aan DDT. Zoetstoffen leveren echter meer op dan pesticiden en ze hebben daarbij een beter image. Bestaat er een grotere tegenstelling als die tussen gewasbeschermingsmiddelen en zoetstoffen? De eerste zorgen voor voedsel, de laatste bezitten geen enkele voedingswaarde. Zoetstoffen zijn moderne symbolen van de honger.
Veel zoetstoffen zijn zo stabiel, dat ze het gewas belasten – daarom worden ze niet toegelaten als pesticide. Stoffen die als pesticide gelden, worden daarentegen als “tegennatuurlijk” gedemoniseerd. Niet alle pesticides zijn onschuldig en niet alle zoetstoffen zijn riskant. De overgang tussen vermoedelijk goede en vermeend schadelijke stoffen is ook hier dynamisch. Wanneer we dat niet begrijpen, dan vervangt het geloof binnenkort weer het gezonde verstand – met de bekende gevolgen voor onze voeding. Gezondheid!
Literatuur:
Jaskolla D: Der Pflanzenschutz vom Altertum bis zur Gegenwart. Julius Kühn-Institut. Berlin-Dahlem, November 2006
Levinson H, Levinson A: Anfangsgründe der Schädlingsabwehr im orientalischen und klassischen Altertum. Naturwissenschaftliche Rundschau 2003; 56: 5-15
Baudier KM et al: Erythritol, a non-nutritive sugar alcohol sweetener and the main component of TruviaH, is a palatable ingested insecticide. PLoS ONE 2014; 9: e98949
Engelken K et al: Beten, Impfen, Sammeln. Universitätsverlag Göttingen 2007
Andreas H: Schweinfurter Grün – das brillante Gift. Chemie in unserer Zeit 1996; 30: 23-31
Arbeláez P et al: Determination of high-intensity sweeteners in river water and wastewater by solid-phase extraction and liquid chromatography-tandem mass spectrometry. Journal of Chromatography A 2015 epub ahead of print.
Ahmad N et al: In vitro larvicidal potential against Anopheles stephensi and antioxidative enzyme activities of Ginko biloba, Stevia rebaudiana and Parthenium hysterophorus. Asian Pacific Journal of Tropical Medicine 2011; 169-175
Buerge IJ, Poiger T: Acesulfam: ein künstlicher Süßstoff als Abwasserindikator. Nachrichten aus der Chemie 2011; 59: 1084-1086
Srivvastava P et al: Saccharin-induced systemic acquired resistance against rust (Phakopsora pachyrhizi) infection in soybean: Effects on growth and development. Crop Protection 2011; 30: 726-732