Voedingskritiek
Door Udo Pollmer
Wanneer we in een voedingsmiddel geloven, smaakt het beter – heeft een Amerikaanse studie ontdekt. Alleen zo laat zich het enthousiasme voor absurde voedingstrends verklaren, zegt de levensmiddelenchemicus Udo Pollmer. In plaats van op de eetlust en buik te vertrouwen, laat de mens zich door zijn hoofd misleiden.
Zoals bekend eet er aan tafel niet alleen het oog mee. Of ons iets smaakt, hangt ook af, of we daarbij een “goed gevoel” hebben. Dit wilden hersenonderzoekers uit Massachusetts nu experimenteel bewezen hebben: Ze lieten gedroogd rundsvlees eten, het zogenaamde Beef Jerky. Daarbij werd ofwel de info verstrekt dat het zou gaan om bio-vlees, of dat het...
...conventioneel geproduceerd was – maar het vlees was steeds hetzelfde.
Zoals verwacht, verbeterde de aanwijzing dat het zou gaan om de vrije uitloop houding het kwaliteitsoordeel van de testpersonen: het hapje zag er niet alleen aantrekkelijker uit, het rook aangenamer en smaakte beter. Werd het als conventioneel voorgesteld, dan meenden de proefpersonen een bijsmaak van zout en vet te bespeuren.
Alleen wat het lichaam goed bekomt, smaakt ook
Natuurlijk verleiden zulke resultaten tot de stelling, dat men dat voor de voedingsopvoeding zou kunnen gebruiken. Men hoeft de „gezonde kost“ alleen maar in leuke kleurtjes voor te stellen, en de mensen zouden al in de bladsalade zwelgen. Echter bij pycho-studies moet men altijd skepsis betrachten: Misschien hebben de testers helemaal geen onderscheid gevonden, maar hun overtuiging uit liefde voor “bio” een betere waardering gegeven.
Zelfs wanneer men het resultaat serieus neemt, dan nog zijn er geen conclusies mogelijk over het voedingsgedrag. Op termijn is beslissend hoe het eten bevalt: Alleen wat goed bevalt, bevalt op den duur ook het gehemelte – zo heeft de natuur het bij alle levende wezens ingericht.
Alleen bij mensen geeft het problemen. Niet simpelweg, omdat het systeem niet zou functioneren, maar omdat het hoofd zich laat verleiden niet langer op zijn buik te vertrouwen, maar het … tegenovergestelde, de theoretici. Dan beginnen mensen, dingen te eten, die hun niet goed bevallen en zeggen dan toch dat het hun goed gesmaakt heeft.
Het lichaam trekt aan de noodrem
Alleen op deze manier is het enthousiasme voor steeds weer nieuwe, nog absurdere voedingstrends te verklaren. En zo is het ook verklaarbaar, waarom deze trends een kort leven beschoren zijn, want op een gegeven moment trekt het lichaam aan de noodrem, de trek in wat zo-even nog “verboden“ was breekt door – de “bewuste voeding” heeft gefaald, het geschonden lichaam gunt zich herstel en compenseert met de hete honger waaraan het heeft ontbroken.
In zoverre zou men het theater rondom de voeding, de gezonde levensstijl als zichzelf beperkende onzin af kunnen doen. Echter het spervuur heeft gevolgen: Wie zich voortdurend met ziekte thema’s bezig houdt, wordt niet oplettender, maar hij verwordt tot hypochonder.
Elke rimpeling is nu een alarmsignaal. De “opheldering” heeft tot nu toe maar een ding bewerkstelligt: De mensen rennen steeds vaker naar de arts. Veel mensen, vaak kerngezonde, zijn tot op de bodem onzeker en angstig geworden. In Noorwegen spreken de burgers veel minder vaak de arts aan, en ze hebben een hogere levensverwachting.
Foto’s van kanker op sigarettenpakjes geven geen voorlichting
Wie afbeeldingen van kanker op sigarettenpakjes drukt, licht niet voor, maar probeert zijn medemens via doodsberichten vrees aan te jagen. Met dezelfde gedachte zou men ook in autobrochures verkeersslachtoffers af kunnen beelden, in de voedingsadvisering foto’s van uitgemergelde eetgestoorden tonen of bij de huisarts contemplatieve stillevens van begraafplaatsen op gaan hangen. Over de beelden op de bijsluiters van geneesmiddelen nog maar te zwijgen – per slot van rekening slikken de Duitsers veel te veel pillen. Niet toevallig is ons gezondheidswezen een van de duurste ter wereld geworden. De omzet stijgt met de gezondheidsopvoeding.
Maar de vraag blijft: Hoe gefundeerd is onze voorstelling van een “gezonde leefstijl”? Is het een objectief definieerbaar gedrag of een zotte inval? Om dit op te helderen hebben onderzoekers van het New Yorkse “Albert Einstein College” de leefstijl zoals beweging of roken van bijna 500 hoogbejaarde grijsaards met meer dan 95 lentes vergeleken met personen, die al op jongere leeftijd het tijdelijke met het eeuwige verwisselden.
Het resultaat werkt even ontnuchterend als bevrijdend: “Personen met buitengewoon hoge leeftijden onderscheiden zich in hun leefstijlfactoren niet van de doorsnee bevolking.” Tja, dat was het dan wel met de geweldige expert-tips voor eeuwig leven. Eet smakelijk!
Literatuur:
Anderson EC, Barrett LF: Affective beliefs Influence the experience of eating meat. PLoS One 2016; 11: e0160424
Rajpathak SN et al: Lifestyle Factors of people with exceptional longevity. Journal of the American Geriatric Society 2011; 59: 1509–1512
Teitelbaum P, Epstein AN: The role of taste and smell in the ragulation of food and water intake. In: Zotterman Y (Ed) Olfaction and Taste, Pergamon Press, Oxford 1963; 1: 347-360
Anon: Jeder Vierte schluckt mindestens drei Pillen gleichzeitig. Spiegel Online 29. Sept. 2015
Weber N: Ist die Hälfte aller Arztbesuche überflüssig? Spiegel Online 14. Sept. 2016
Anon: Deutsche nehmen immer mehr Medikamente. Zeit Online 4. Nov. 2015
Anon: Unnötige Krankenhausaufenthalte, alte Ärzte: Das deutsche Gesundheitswesen zählt zwar zu den teuersten, hat einem OECD-Bericht zufolge aber viele Mängel. Zeit Online 4. November 2015