Herfstvruchten
Door Udo Pollmer
Zien de kleurrijke herfstvruchten er niet uit om rauw in te bijten? Wanneer merels of spreeuwen in de tuin daar tenminste nog iets van over gelaten hebben. Want in de vogelwereld zijn de inheemse bessen tamelijk geliefd. Waarom, dat weet Udo Pollmer.
Waarom verpakken kersenbomen of bessenstruiken hun pitten eigenlijk in vruchtvlees? Dat is toch pure verspilling! De harde kern, waarin de zaden rusten, zou toch moeten volstaan – net zoals bij hazelnoten. Maar ook planten laten zich wat invallen, wanneer ze hun zaden klaarmaken. Ze willen voor hun nageslacht een goede start in het leven mogelijk maken. Sommigen laten hun zaadgoed over aan de wind, zoals de paardenbloem. Daar zou vruchtvlees een onnodige ballast zijn. In tegenstelling daarmee...
...valt fruit niet ver van de boom. Opdat het verspreid wordt heeft het expediteurs nodig zoals spreeuwen of dassen. Zij eten de bessen en scheiden de pitten elders weer uit, met daarbij nog een hoopje mest. De expediteur word in natura, n.l. vruchtvlees, beloond.
De plant is verwend met opties welke expediteur ze voor haar doel gaat gebruiken – liever een vogel of toch een zoogdier? Beide hebben totaal verschillende leefwijzen en spijsverteringsstelsels. Vogels herkennen kleur al van verre, zoals het heldere rood van de bessen en rozebottels, Het donkerrode van de kersen, of het oranjerode van de duindoorn. Donkere, blauwzwarte bessen bevatten bovendien een uv-tekening, die het gevogelte direct in het oog springt. De verspreiding van de zwarte vruchten van de wolfskers nemen vogels voor hun rekening, die ongevoelig zijn voor het gif. Wat voor een vogel gezond is, kan voor de mens dodelijk zijn.
Vogels – de ideale transporteurs
Vogels kunnen vliegen. Daarom showen vele planten hun rijpe bessen in doornige hagen of laten ze bungelen aan lange steeltjes, zoals de kersen, zodat ze vanuit de lucht ongestoord opgepeuzeld kunnen worden. Vaak zijn ze naargelang de druiven- of bessensoort in kleine, snavelgrote porties opgedeeld. Bij de mens blijft de consumptie van vers vogelfruit meestal binnen de perken; iedere morgen een schaaltje zure rode bessen gaat je vroeger of later tegenstaan. Als jam is het geen probleem. De verse bessen zijn nu eenmaal op de behoeften van vogels gericht, die hebben een krop en een spiermaag, hun lichaam heeft andere voedingsstoffen nodig en verdraagt andere gifstoffen.
In Midden-Europa gedijt vooral het fruit dat door vogels verbreid wordt. In de winter lukt het de planten niet om de dieren met vers fruit te verzorgen. Daarom is er in de herfst een overvloed aan bessen. De vogels vreten er hun buik mee vol en trekken naar het zonnige zuiden. Wij dienen onze inheemse vogelvruchten te verwerken, en niet alleen om ze houdbaar te maken, maar ook omdat ze dan veel beter smaken. Daarom bestaat er naast verse bessen, vlierbessensekt en bosbessenjam, duindoornsap en kruisbessencompote.
Veel zoogdieren zijn ’s nachts actief en relatief kleurenblind. Zie zien de wereld meer in zwart-wit. Wij mensen zijn hier de uitzondering. Zoogdiervruchten zijn onaanzienlijk bruinachtig zoals ananas, kiwi of bananen of groenachtig zoals vijgen en papaja’s. Die zijn groter, opdat de dieren die in hun mond kunnen wegslepen en eenmaal rijp geuren ze. In de duisternis volgen de zoogdieren hun neus richting de plek waar voer is. Ze hebben meestal fijnere neuzen dan de vogels.
Ananas of bananen – ontworpen voor zoogdieren
In de tropen zijn veel vruchten die voor zoogdieren ontworpen lijken. Daar bestaat geen winter en de planten kunnen de verspreiders van hun zaadgoed het hele jaar door van dienst zijn. Dit fruit is voor ons natuurlijker en valt beter dan het vogelfruit. Wij consumeren ananas en bananen vers en rauw. Er kookt vrijwel niemand daaruit marmelade. Het is niet het exotische wat onze eetlust opwekt, maar dat het zo goed smaakt.
De vraag blijft: Waarom kan de hazelaar zonder vruchtvlees? Omdat ze een andere strategie volgt dan de perzik. De noten van de hazelaar zijn zo geschapen, dat ze vlaamsegaaien en eekhoorntjes verleiden om ze als wintervoorraad te verzamelen en te begraven. De dieren vergeten echter een deel van hun opslag. In het voorjaar kiemen de ingegraven zaden en groeien uit tot hazelaarstruiken. Noot voor noot. Eetsmakelijk!
Literatuur:
Murray DR: Seed Dispersal. Academic Press, Orlando 1986
Levey DJ et al: Seed Dispersal and Frugivory: Ecology, Evolution, and Conservation. CABI, Wallingford 2001
Van der Pijl L: Principles of Dispersal in Higher Plants. Springer, Heidelberg 1969
Feling TH, Estrada A: Frugivory and Seed Dispersal: Ecological and Evolutionary Aspects. Advances in Vegetation Science 1993, Vol 15, Springer, Dordrecht
Siitari H et al: Ultraviolet reflection of berries attracts foraging birds. A laboratory study with redwings (Turdus iliacus) and bilberries (Vaccinium myrtillus). Proceedings of the Royal Society B: Biological Sciences 1999; 266: 2125-2129
Lambert JE et al: Seed Fate: Predation, Dispersal, and Seedling Establishment. CABI, Wallingford 2007
Dennis AJ et al: Seed Dispersal. Theory and Application in a Changing World. CABI, Wallingford 2007
Honkavaara J et al: Ultraviolet vision and foraging in terrestrial vertebrates. Oikos 2002; 98: 505–511