Zegen, propaganda of naïviteit?
Door Sandro Christensen en Udo Pollmer, gepubliceerd in EU.L.E.N-SPIEGEL 2-3/2015 S. 33
De discussie over de Gouden Rijst vindt maar geen einde. Door Ingo Potrykus en Peter Beyer door gen-techniek ontwikkelt, hoopt men met deze planten eindelijk armoedeziektes, en speciaal de blindheid onder kinderen in ontwikkelingslanden, te kunnen bestrijden. Wat de voorstanders als humanitair project beschouwen, houden Greenpeace & Co voor een bedreiging die alleen uit kan lopen in een catastrofe. Hoe nuttig is de Gouden Rijst nu werkelijk?
„Om vermijdbare risico’s te mijden“, zo spotte de statisticus Walter Krämer, “gaan mensen grote risico’s aan”. Als voorbeeld noemt hij de “grote paniek om pesticide in babygroente”, beter gezegd in babyvoeding in glas van de firma Schlecker: “De moeders rennen naar de markt, en maken hun groente zelf, niet wetend, dat in Duitse marktgroenten een 200 maal hogere concentratie schadelijke stoffen aanwezig mag zijn en ook zit, dan in het ergste , verontreinigde Schlecker groente...
...gevonden is.”22 Natuurlijk is ook het “risico” door marktgroente niet van belang, het is alleen puur reken technisch groter. Het voorval is weliswaar al een paar jaar geleden, maar nog altijd instructief.
Risico’s laten zich afhankelijk van het systeem nooit volledig uit de wereld helpen. En ze verlangen gewoonlijk een afweging. Zo ook in het geval van de Gouden Rijst, een gen-technisch geproduceerde variëteit, die op grond van haar gehalte aan β-caroteen oranjegeel kleurt. Ze moet helpen om bij kinderen in de 3e wereld de verbreide xeroftalmie, die tot blindheid voeren kan, te voorkomen. Als oorzaak geldt een tekort aan vitamine A. Dit wordt in het lichaam uit het, bij de meeste mensen alleen uit wortels bekende, β-caroteen gevormd. Daar rijst op veel plaatsen een basisvoedsel is, blinkt de oplossing uit door zijn eenvoud. Daarbij is een overdosering, zoals met vitamine A tabletten, met rijst niet mogelijk.
Duivelswerk
Natuurlijk provoceerde dit de tegenstanders van gen-techniek, die hun angstcampagnes in gevaar zagen komen: De rijst zou een “Trojaans paard” zijn, dient ogenschijnlijk een goed doel en zou zodoende de acceptatie van gen-techniek kunnen verhogen.38 Zover komt het nog! Ze adviseren mensen zonder middelen, om i.p.v. “gen-rijst” te eten, liever groenten in eigen tuin te gaan kweken. Een cynisch idee, vond de uitvinder van de Gouden Rijst, de Zwitser Ingo Potrykus. Wanneer de mensen zonder middelen al geen rijst hebben, moeten ze dan worteltjes-taart gaan eten?
De gentechniek tegenstanders demoniseerden de carotine-rijst met groteske beweringen: “De inherente instabiliteit van trans-gen DNA en pollenvlucht maken besmetting van planten in de omgeving niet alleen mogelijk, maar uiterst waarschijnlijk. (…) Gouden Rijst zou tegen het dringende advies van vele wetenschapsters in het centrum van de rijst-verscheidenheid in Zuidoost-Azië verbouwd worden. Met zekerheid moet men dan rekenen met een besmetting van de nog voorhanden zijnde veelvoud aan rijstsoorten. Een niet meer goed te maken schade aan de basis voor verdere rijstkweek.”23
In Azië komen voortdurend nieuwe rijstsoorten op de markt – zonder dat zich ergens iemand over de vooruitgang op zou winden. Natuurlijk ontstaan deze variëteiten door klassieke mutatiekweek of moderne gentechniek, beide methodes zijn bij de tegenwoordig verbouwde rijst standaard.41 Dankzij nieuwe superrijstsoorten lukte het de laatste jaren, het aantal hongerenden en ondervoeden met honderden miljoenen te verminderen.40 Wat een triomf! Echter, dat ziet niet iedereen zo.
Greenpeace liet met een persmelding verkondigen, dat ze “gealarmeerd waren over GMO-experimenten op kinderen – met steun van de Verenigde Naties.” Hierin werd een Greenpeace medewerker uit Azië geciteerd: “De volgende proefkonijnen, waarop de Gouden Rijst getest word, kunnen kinderen op de Filipijnen zijn. Moeten wij ons zelf niet keren tegen een proef op mensen?”42 Tegelijk mikken de Greenpeace medewerkers op tijdwinst, verlangen steeds weer nieuwe studies met zo mogelijk lange looptijden en wijzen op hun websites plichtsgetrouw proefdieronderzoek af.
Donatie-slachtoffers
Greenpeace moest zich vervolgens het verwijt laten welgevallen, er mede schuldig aan te zijn dat talloze kinderen blind geworden waren. De door Greenpeace verlangde staatsprogramma’s voor de verstrekking van vitamine A capsules aan kinderen voegt volgens Potrykus niet veel toe, omdat de distributie in de slums natuurlijk niet functioneert. Echter juist daar zijn de gezondheidsproblemen, waarvoor β-caroteen bescherming moet bieden.38 De onderzoekers gaat het ondertussen om meer: “Vitamine A-tekort betreft ongeveer 19 miljoen zwangeren en 190 miljoen kleine kinderen, voor het merendeel in Afrika en Zuidoost-Azië. Dit tekort is met 500.000 gevallen per jaar de hoofdoorzaak voor het blind worden van kinderen. Zonder behandeling sterft ongeveer de helft van hen. Pas sinds kort werd het vitamine A gebrek als een voedsel gerelateerd immuun-tekort-syndroom erkent, dat jaarlijks voor een tot twee miljoen sterfgevallen, voor het merendeel kleine kinderen, verantwoordelijk is.” Het aantal sterfgevallen oversteeg in 2010 globaal “het aantal sterfgevallen door HIV/AIDS of tuberculose of malaria. Een hoge sterfte onder 5-jarigen en grote armoede zijn nauw met een vitamine A tekort verbonden.”11
Uiteindelijk insinueerden de ngo’s dat de onderzoekers zich alleen aan de armsten der armen wilden verrijken doordat ze hen gen-zaadgoed aan wilden praten. Het verwijt “aasgieren” schoven de kwekers met een royale geste opzij: De uitvinders en alle daaraan deelnemende ondernemingen zien af van de hun toekomende royalty’s, die in het kader van de octrooirechten voor ieder zaadgoed – ongeacht verkregen met of zonder gen-techniek – aan de kwekers betaald dienen te worden. De rijst word gratis door de publieke sector aan de boeren verstrekt en kan believen vaker aangevuld worden. Tenminste zolang een rijstboer met deze soort per jaar niet meer dan 10.000 dollar winst maakt.39
Apropos verrijking: Potrykus verwijst naar Jay Byrne, die een tiental jaren geleden de financiële middelen van de biotechnologie-tegenstanders berekent heeft. Volgens haar werden destijds “jaarlijks rond 1 miljard Zwitserse franken ter bestrijding van biotechnologie uitgegeven.”10 Greenpeace en andere ngo’s kunnen hun mening echter nauwelijks veranderen, “want er staan”, aldus Potrykus, “grote financiële belangen op het spel. Vele mensen en regeringen doneren geld, omdat ze willen, dat men de planten gentechnologie bestrijd. Greenpeace, om maar bij dit voorbeeld te blijven, zou dus bij een verandering van de gen-politiek belangrijke sponsorgelden verliezen.”10 Bij de Gouden Rijst gaat het dus primair om het grote geld.
Gebrek aan kritisch vermogen?
De scrupuleloze propagandaoorlog over de rug van de onderzoekers en ten koste van de armen kan gemakkelijk het zicht op de beslissende vraag ontnemen: Hoe werd bewezen, dat door deze rijst het aantal oogaandoeningen en ander leed daadwerkelijk in de beloofde mate daalt? En zijn er met de verhoogde β-caroteen toevoer misschien onverwachte risico’s verbonden, die de sterflijkheid zelfs verhogen? Per slot van rekening verhoogt een extra portie β-caroteen in grote interventiestudies bij mensen het aantal gevallen van longkanker en hartinfarcten en de totale mortaliteit aanzienlijk.6,36
De schadelijke dosis β-caroteen voor volwassenen zal pas met een duizendtal “schaaltjes rijst” bereikt worden. Maar hoe is dat bij kinderen, vroeg ook Greenpeace zich af: “De Gouden Rijst is voor een overproductie van β-caroteen ontworpen en studies tonen aan, dat enkele retinoïden, die van β-caroteen afstammen, giftig zijn en misvormingen veroorzaken.”42 Een waarschuwing voor worteltjespuree in glas bij “overgevoelige baby’s” zou in de goedgeefse industrielanden zeker meer op zijn plaats zijn, want daarmee komt het steeds weer tot “carotinodermie”, dus een door caroteen veroorzaakte “geelzucht”.7 Merkwaardigerwijs vraagt niemand hierbij naar de gevolgen voor later.
Bekijken we dus eerstens de debatten om de frequentie van het vitamine A tekort in de Derde Wereld. Op welk dun ijs de voorvechters zich hier bewegen, bewijst de opmerking van een Filipijnse arts tegenover de Zwitserse televisie: “Ik heb hier nog geen enkel geval van vitamine A-tekort gezien. De grond daarvoor is waarschijnlijk, dat er regelmatig vitamine A aan kinderen gegeven werd. Het is een regulier programma van de gezondheidsdepartementen.”30
Potrykus antwoordde: „Dat is voor mij niet erg verrassend, want dat is niet erg eenvoudig vast te leggen, ofschoon het statistisch volkomen veilig is, dat deze gevallen bestaan. De Filipijnen zijn geen gunstig land ervoor, want in de Filipijnen is een vitamine A-tekort nog maar een probleem voor rond 10 % van de bevolking. In andere landen hebben ze betere vooruitzichten; ik was onlangs in India en ik was nog niet eens een half uur in een dorp met een traditionele landelijke bevolking of ik zag al twee van zulke gevallen. Dus deze gevallen bestaan wel, maar men moet alleen in de juiste bevolkingslagen daarnaar zoeken.”30
„Statistisch betrouwbaar“
Natuurlijk is er in de Derde Wereld een tekort aan al het mogelijke, ook op het gebied van de voeding. Maar het zou goed zijn om te weten, hoe wijdverbreid dit specifiek vitamine A-tekort daadwerkelijk is, en waarmee men een tekort aan vitamine A (retinol) überhaupt in verbinding brengt. Nog maar enkele jaren geleden diagnosticeerde men een vitamine A-tekort oftewel aan het laag blijven van plasmaspiegels, die gewoonlijk relatief hoog ingezet werden, of aan de hand van klinische symptomen – naar het principe: Wie nachtblind is, lijdt aan een vitamine A tekort.34,49 Zo bewijst het resultaat steeds de eigen premisse . Zelfs wanneer men de bloedspiegel meet, weet men nog altijd niets precies over de opslag in de lever8 – deze laat zich alleen met tamelijk veel moeite en slechts indirect bepalen.52
Met het oog op de aanzienlijke toxiciteit van een overdosis is het al verbazingwekkend, dat vitamine A-supplementen uitgedeeld worden, zonder dat vooraf de werkelijke vitamine status van de kinderen met betrouwbare methoden bepaald en geïnterpreteerd werden.50 Bewijzen lage bloedspiegels daadwerkelijk een tekort, dat tot blindheid of zelfs tot de dood voert? Bij het sporenelement ijzer is het precies omgekeerd: Lage ijzerspiegels zijn in de 3e wereld belangrijk om te overleven, omdat ze bescherming bieden tegen infecties.24,53 IJzer is een essentiële voedingsstof voor bacteriële pathogenen. Pas bij hogere hygiënestandaards brengen hogere bloedijzerwaarden voordelen.
Het geldt niet anders voor vitamine A: Daar de vitamine A-spiegel in het bloed aan een homostase toegeschreven word,54 dus een onafhankelijk van het lichaam door de verzorgingsstatus op een bepaalde waarde werd ingesteld, is een laag peil slechts een vriendelijke aanwijzing op heel andere problemen.
Te denken geeft de opmerking van een onderzoeksteam uit de VS en Malawi: Achter een lijst van alle ziektes, die met een lage vitamine A-spiegel in het bloed correleren, delen ze, tussen haakjes gezet, met: “6 % van de kinderen met vitamine A tekort stierven in vergelijking met 20% van de kinderen zonder vitamine A-tekort.”20 Statistisch zouden deze cijfers een beetje degelijker kunnen zijn dan een opmerkzame gang door Indiase dorpen.
In het oog springend
Wanneer al uit de vooronderstellingen dichte mist opstijgt, en vitamine- en mineralentekorten tegen ieders verwachting in levensreddend blijken, moet de vraag gewettigd zijn, of lage retinol-spiegels ook werkelijk de veel bezworen oorzaak van xeroftalmie in de 3e wereld zijn. Als xeroftalmie omschrijft men de uitdroging van de hoornhuid en bindweefsel, die ontegenzeglijk met lage vitamine A-spiegels correleert. Maar is die correlatie ook de oorzaak van de ziekte?
Bij Ethiopische kinderen trad de xeroftalmie bijzonder vaak op, wanneer ze sterk ondervoed waren.31 Daar zijn ongetwijfeld ook correlaties te vinden, die wijzen op een onder verzorging van de vitamine A leverancier boter, en het aanbod aan aardbeientaartjes, leverkaas of gegrilde sprinkhanen. Daar is het al veelzeggender, dat een vitamine A-tekort vaak met een hepatitis C gepaard gaat.51 Bij hepatitis C-patiënten zijn vaak beschadigingen aan het oogoppervlak en voortekenen van een keratoconjunctivitis waar te nemen. Men spreekt ook vaak over het Dry-Eye-Syndrom, dat op zijn beurt gemakkelijk een xeroftalmie tot gevolg kan hebben.
Het schijnt plausibeler, dat een ziekteverwekker de oogziekte veroorzaken kan, dan dat droge ogen een hepatitis zouden bevorderen. Hetzelfde is van toepassing op de mazelen. Ongeveer 60.000 kinderen zouden jaarlijks o grond van een mazeleninfectie blind worden. Bij de infectie komt het veelal tot een bindvliesontsteking, die onbehandeld ook de hoornhuid kan beschadigen. Mensen die lijden aan de mazelen vertonen vaak lage vitamine A-spiegels, vandaar de correlatie met het blind worden. Ondertussen is er in ontwikkelingslanden een daling van het aantal gevallen waarneembaar. Het wordt gewoonlijk – naast de vitamine A verstrekking – op de enting tegen mazelen terug gevoerd.26,43,45
In Suriname leden in 2011 van goed 4600 onderzochte kinderen er in totaal 65 aan ernstige oogproblemen, meestal aan blindwording. Hoofdoorzaken waren vroeggeboortes, waarbij vaak ontwikkelingsstoringen van de retina te zien zijn. Schade door het mazelenvirus, rubella en vitamine A-tekort zijn daar ondertussen zeldzaam.15 In Duitsland lag het percentage mensen die blind werden door mazelen al omstreeks 1880 in het promille bereik.25 Xeroftalmie laat zich echter niet simpelweg door de verstrekking van het gummibeertjes-kleurstof β-caroteen “uitroeien”, want ziekteverwekkers spelen een wezenlijk belangrijkere rol.
Schoolvoorbeeld Malaria
Ook bij Malaria is er sprake van een vitamine A-tekort. Hier is de samenhang duidelijk: De verwekker tapt de opgeslagen vitamine in de lever af voor zijn eigen welbevinden. In ontwikkelingslanden verstrekt men op logische gronden na een tetanus-enting, tegelijk ook vitamine A. Deze praktijk verminderde de kindersterfte echter niet, maar verhoogde die zelfs.19 In de proef op muizen ontwikkelden zich significant meer parasieten in het bloed, wanneer de enting verbonden werd met een vitamine A verstrekking. Welke werkingen kan de Gouden Rijst op de kinderen in de slums veroorzaken, wanneer ze door inentings-programma’s meegesleurd worden? Ze zijn immers aan een verhoogde parasietendruk blootgesteld.
Ook een tekort aan vitamine B2 (Riboflavine) biedt kennelijk een natuurlijke bescherming tegen malaria.1,19 Riboflavine in de rode bloedlichaampjes is voor plasmiden, dus voor malariaverwekkers essentieel.12 Het tekort treed familiair vaker op en is schijnbaar net zo genetisch bepaald als de sikkelcelanemie, die eveneens tegen malaria beschermt. Ook foliumzuur speelt een belangrijke rol inzake infecties, daar ze als sporenstof voor malariaverwekkers dient.32 Antifolaten, dus stoffen, die verhinderen, dat organismen het beschikbare foliumzuur ook kunnen gebruiken, worden als antibiotica ingezet. Ten bewijze injecteerde de vitamine-onderzoeker Victor Herbert bij 20 resusapen plasmodium cynomolgi en gaf 10 dieren foliumzuur in het voer, de anderen diende ter controle. Zonder foliumzuur bleven alle apen gezond, met foliumzuur leden alle dieren aan malaria.16
De malariaveroorzaker verblijft enige dagen in de lever, voordat hij van daaruit de rode bloedlichaampjes entert. In de lever tapt plasmodium falciparum kennelijk de vitamine A-opslag af en produceert daaruit retinol zuur, een speciale vitamine A-verbinding. Daarmee destabiliseert de parasiet dan de celmembranen van de rode bloedlichaampjes. De karakteristieke hemolyse (ontbinding van de erythrocyten) en anemie alsook verdere begeleidende symptomen zouden op een endogene vitamine A-vergiftiging terug te voeren kunnen zijn. Typerend hiervoor is een hoge concentratie retinol zuur en een lage vitamine A ten gevolge van de omzetting in retinol zuur door de malariaverwekker.27,28
Voor deze samenhang spreekt ook de omstandigheid, dat vitamine A een antagonist van artemisinin is. Artemisinin is een belangrijke natuurlijke werkstof tegen malaria.46 Dit verklaard ook, waarom vitamine A-verstrekking het overlijdensrisico bij malaria niet vermindert, zelfs niet dan, wanneer de parasieten in het bloed in eerste instantie minder zouden worden.28
Vitamine A: Feestmaal voor parasieten
Vele parasieten kunnen vitamine A niet zelf synthetiseren en zijn aangewezen op de toevoer via het bloed van hun waard, waarbij talrijke parasieten oogschade veroorzaken.14 Een besmetting met oncho-cercariën (door kriebelmuggen overgedragen rondwormen) bijvoorbeeld, voert tot nachtblindheid of zelfs tot volledige blindheid en tegelijk dalen de retinol spiegels in het bloed.3 Ook andere in ontwikkelingslanden voorkomende parasieten bedienen zich van de retinol-voorraden van hun waard en permitteren zich alles. Hoe meer retinol, des te beter gedijen ingewandswormen zoals b.v. trichuris (rondworm), ascaris (spoelworm) of haakwormen.17,18,48 Ook toxoplasmose en giardiasis, die allebei eveneens tot oogschade voeren, laten de vitamine A-spiegel in de lever dalen.2,9,44 De wisselwerking tussen de vitamine A-behoefte van parasieten en lage bloedspiegels is in de vakwereld al decennialang bekend.47
Desalniettemin worden twee miljard mensen door ingewandswormen bedreigt. Komt het door een vitamine A-verstrekking of β-caroteen rijst ook maar tot een lichte verhoging van het aantal infecties en de mortaliteit, dan zou dit al een mogelijk nut ter discussie stellen. Daarvoor spreekt ook een recente publicatie, die zich toelegt op het “raadsel”, waarom met de supplementering de mortaliteit van de kinderen niet zoals verwacht gedaald is, maar dat door de vitamine A verstrekking de sterflijkheid van de jongens zich “verdubbelt”heeft!5
Hier herhaalt zich datgene, wat de therapie van de in de 3e wereld wijdverbreide anemie al aangetoond had: Met een extraportie ijzer kon men weliswaar de bloedwaarde verbeteren, maar helaas stierven daarbij echter veel van de patiënten aan infecties. Ook bij “multivitaminen” is dit effect al lang bekend – desondanks word steeds opnieuw getracht, veronderstelde voedingsstoffen tekorten te “behandelen”: Onlangs werden in Tanzania meer dan duizend zwangere Aidspatiënten met multivitaminen verblijd: “De klinische betekenis van het verhoogde risico’s van een malaria infectie bij vrouwen die supplementen kregen vergt verder onderzoek.”35
De Gouden Rijst behoort tot een zeldzaam voorbeeld, waarbij de inzet van gen-techniek meer schade aan zou kunnen richten, dan hun uitvinders ook maar hadden kunnen dromen. En toch bestaat er een zinvolle aanwending: Wanneer de programma’s met de vitamine A-supplementen in ontwikkelingslanden ten gunste van de Gouden Rijst ingesteld zouden worden, dan zou dit de kinderen ten goede komen. Β-caroteen is immers ongevaarlijker dan vitamine A, en rijst kan niet over gedoseerd worden.
Geloven maakt blind
De Derde Wereld is als markt voor genetisch veranderde, vermoedelijk gezondere voeding niet echt interessant, omdat het daar aan koopkracht schort. Dat was waarschijnlijk een reden voor de gentechniek-ondernemingen af te zien van de inkomsten uit de Gouden Rijst. Veel belangrijker was het voor hun het gehoopte imago-winst – “Vitamine rijst geneest kinderogen!” Zo zouden in de welstandsmaatschappijen lucratieve producten “met een gezondheidsclaim” in de markt gezet kunnen worden en later naar de groeilanden geëxporteerd kunnen worden.38
Daartoe behoort ook de „gezonde“ voeding. Die fascineert alle mensen, die in het oerwoud van voedingsadviezen de weg kwijt zijn geraakt en nu op zoek zijn naar iets, waarin ze kunnen “geloven”. De populaire vitamineleer ontvangt de ontwortelden met open armen in hun kerk en nodigt uit voor het avondmaal met alcoholvrije wijn. Daarvoor krijgen de gelovigen bij de oblaten uit zemelen “natuurlijke antioxidanten” geserveerd, opdat zich door dit heilige maal uit de hemel eeuwige gezondheid op het bordje komt. Alleen het woord “vitamine” brengt hen in vervoering. Helaas handelt het zich daarbij slechts om willekeurig uitgekozen stoffen van min of meer twijfelachtige waarde voor de gezondheid.4,13,33,37
Deze door de voedingsmedia met een kinderlijk-geloof bezielde ideeënwereld draagt ondertussen nieuwe vruchten: Ingo Potrykus’ collega Peter Beyer kreeg onderzoeksgeld van de Bill en Melinda Gates-Stichting, om bij de Gouden Rijst de biologische beschikbaarheid van vitamine A en E alsook ijzer en zink verder te verbeteren.21 Deze doelen zijn met zekerheid problematischer dan de extra portie β-caroteen in de rijst, en de gelden zouden beter besteed zijn geweest, om alle infecties veroorzakers, die tot blindheid voeren, te identificeren en therapieën daartegen te ontwikkelen. Lage waardes van vermeende “levensbelangrijke” stoffen kunnen weliswaar op een gebrek duiden, maar dienen het lichaam vaak genoeg als bescherming tegen micro-organismen en parasieten, voor wie dergelijk “gezonds” nog levensbelangrijker is dan voor hun waard.
Twijfelachtige toevoegingen aan het levensmiddelenaanbod worden in het kielzog van de Gouden Rijst op een breed front naar voren geschoven: Sojabonen met minder verzadigde vetten, rijst met een extra portie ijzer, wortels met meer calcium, radicalen vangende tomaten, tomaten met foliumzuur en vlas, die visolie produceerd.29,42 Niet de vaak bezworen risico’s van gentechniek bedreigen de mensheid, maar hun naïviteit inzake voedselkwesties.
Gezond tekort
Lage plasmaspiegels aan vitamine A, foliumzuur, riboflavine, ijzer of zink zijn veelal niet het bewijs voor een tekort of zelfs een op zichzelf staande ziekte. Het zijn symptomen, die aanwijzingen voor een onderliggende ziekte leveren, meestal een infectie of parasitose, die in het middelpunt van de therapeutische handelingen zouden moeten staan. De verstrekking van “ontbrekende” stoffen gaat vaak gepaard met een contra-indicatie, omdat ze met een verhoogde sterflijkheid verbonden is.
Literatuur
1. Anderson BB et al: Low red blood cell glutathione reductase and pyridoxine phosphate oxidase activities not related to dietary riboflavin: selection by malaria? American Journal of Clinical Nutrition 1993; 57: 666-672
2. Astiazaran-Garcia H et al: Giardia lamblia infection and its implications for vitamin A liver stores in school children. Annals of Nutrition and Metabolism 2010; 57: 228-233
3. Babaola OE: Onchocerciasis as a risk factor for night blindness. Ophthalmic Epidemiology 2012; 19: 204-210
4. Barrett S, Herbert V: The Vitamin Pushers. Prometheus, Amherst 1994
5. Benn CS et al: An enigma: why vitamin A supplementation does not always reduce mortality even though vitamin A deficiency is associated with increased mortality. International Journal of Epidemiology 2015; 44: 906-918
6. Bjelakovic G et al: Antioxidant supplements for prevention of mortality in healthy participants and patients with various diseases. Cochrane Database Systematic Reviews 2012; 3: CD007176
7. Böhles H: Karottenikterus. Monatsschrift Kinderheilkunde 2001; 149: 711-712
8. Cediel G et al: Interpretation of serum retinol data from Latin America and the Caribbean. Food & Nutrition Bulletin 2015; 36 (Sp2): 98-108
9. Cohen SB, Denkers EY: Impact of Toxoplasma gondii on dendritic cell subset function in the intestinal mucosa. Journal of Immunology 2015; 195: 2754-2762
10. Düblin Ch: Spezialinterview Biotechnologie: Prof. Dr. Ingo Potrykus. Xecutives.net 2009
11. Dubock A: The present status of Golden Rice. Journal of Huazhong Agricultural University 2014; 33 : 69-84
12. Dutta P: Enhanced uptake and metabolism of riboflavin in erythrocytes infected with Plasmodium falciparum. Journal of Protozoology 1991; 38: 479-483
13. Glatzel H: Sinn und Unsinn der Vitamine. Kohlhammer, Stuttgart 1987
14. Gökpinar S, Aydenzöz M: Göze yerleşen protozoon ve artropodlar. Türkiye Parazitoloji Dergisi 2010; 34: 137-144
15. Heijthuijsen AAM et al: Causes of severe visual impairment and blindness in children in the Republic of Suriname. British Journal of Ophthalmology 2013; 97: 812-815
16. Herbert V: Folate deficiency to protect against malaria. New England Journal of Medicine 1993; 328: 1127
17. Hurst RJM, Else KJ: Retinoic acid signalling in gastrointestinal parasite infections: lessons from mouse models. Parasite Immunology 2012; 34: 351-359
18. Hurst RJM et al: The retinoic acid receptor agonist AM80 increases mucosal inflammation in an IL-6 dependent manner during Trichuris muris infection. Journal of Clinical Immunology 2013; 33: 1386-1394
19. Jørgensen MJ et al: The effect of vitamin A supplementation and diphtheria-tetanus-pertussis vaccination on parasitaemia in an experimental murine malaria model. Scandinavian Journal of Infection Diseases 2011; 43: 296-303
20. Jason J et al: Vitamin A levels and immunity in humans. Clinical and Diagnostic Laboratory Immunol- ogy 2002; 9: 616-621
21. Khan FA: Biotechnology Fundamentals. CRC, Boca Raton, 2012
22. Krämer W: Aeschbacher. SRF, Sendung vom 31.5.2012
23. Lachkovics E: Goldene Zukunft für wen? Südwind Magazin 2002; H.7
24. Lauffer RB: Iron and Human Disease. CRC, Boca Raton 1992
25. Magnus HF: Die Blindheit, ihre Entstehung und Verhütung. Kern, Breslau 1883
26. Maida JM et al: Pediatric ophthalmology in the developing world. Current Opinion in Ophthalmology 2008; 19: 403-408
27. Mawson A: Mefloquine use, psychosis, and violence: a retinoid toxicity hypothesis. Medical Science Monitor 2013; 19: 579-583
28. Mawson AR: The pathogenesis of malaria: a new perspective. Pathogens and Global Health 2013; 107: 122-129
29. Mayer JE et al: Biofortified crops to alleviate micronutrient malnutrition. Current Opinion in Plant Biology 2008; 11: 166-170
30. Mennig D: Der Wunderreis. SRF, Sendung vom 28. 3. 2013, 20:05 Uhr
31. Moore DB et al: Prevalence of xerophthalmia among malnourished children in rural Ethiopia, International Journal of Opthalmology 2013; 33: 455-459
32. Müller IB, Hyde JE: Folate metabolism in human malaria parasites--75 years on. Molecular & Biochemical Parasitology 2013; 188: 63-77
33. Muth J: Folsäure update. EU.L.E.nspiegel 2009; 15 (3-4): 28-31
34. de Oliveira JE et al: Progress in the diagnosis of hypovitaminosis A: clinical and biochemical correlations. Archivos Latinoamericanos de Nutrición 1990; 40: 333-348
35. Olofin IO et al: Supplementation with multivitamins and vitamin A and incidence of malaria among HIV-infected Tanzanian women. Journal of Aquired Immune Deficiency Syndromes 2014; 677 (Sp4): 173-178
36. Omenn GS et al: Effects of a combination of beta carotene and vitamin A on lung cancer and cardio-vascular disease. New England Journal of Medicine 1996; 334: 1150-1155
37. Pollmer U, Neumann B: Verschaukelt und vertuscht: Die Geschichte der Pellagra. EU.L.E.nspiegel 2006; 12 (1): 3-11
38. Potrykus I: Golden rice and beyond. Plant Physiology 2001; 125: 1157-1161
39. Potrykus I: „Goldener Reis“ – Lehren aus einem humanitären Projekt mit gentechnisch veränderten Pflanzen. Naturwissenschaftliche Gesellschaft Winterthur, Vortrag am 26. 2. 2012
40. Radio China International: China erhält FAO-Preis: “Besondere Leistungen im Kampf gegen Hunger” CRI-Online 8. Juni 2015
41. Rao Y et al: Recent progress on molecular breeding of rice in China. Plant Cell Reports 2014; 33: 551–564
42. Saletan W: Unhealthy fixation. The State of the Universe 15. Juli 2015; www.slate.com
43. Sia D et al: A survey of visual impairment and blindness in children attending four schools for the blind in Cambodia. Ophthalmic Epidemiology 2010; 17: 225-233
44. Silveira C et al: Ocular Involvement following an epidemic of Toxoplasma gondii infection in Santa Isabel do Ivaí, Brazil. American Journal of Ophthalmology 2015; 159: 1013-1021
45. Sitorus RS et al: Causes and temporal trends of childhood blindness in Indonesia: study at schools for the blind in Java. British Journal of Ophthalmology 2007; 91: 1109-1113
46. Skinner-Adams T et al: Heterogeneous activity in vitro of vitamin A (retinol) in combination with novel and established antimalarial drugs. Transactions of the Royal Society of Tropical Medicine & Hygiene 1999; 93: 550-551
47. Storey DM: Filariasis: nutritional interactions in human and animal hosts. Parasitology 1993; 107 (Sp): 147-158
48. Suchdev PS et al: Soil transmitted helminth infection and nutritional status among urban slum children in Kenya. American Journal of Tropical Medicine & Hygiene 2014; 90: 299-305
49. Tanumihardjo SA: Usefulness of vitamin A isotope methods for status assessment: from deficiency through excess. International Journal of Vitaminology & Nutrition Research 2014; 84 (Sp1): 16-24
50. Tanumihardjo SA: Vitamin A fortification efforts require accurate monitoring of population vitamin A status to prevent excessive intakes. Procedia Chemistry 2015; 14: 398-407
51. Tsoumani A et al: Treatment and non-treatment related ocular manifestations in patients with chronic hepatitis B or C. European Review for Medical and Pharmacological Sciences. 2013; 17: 1123-1231
52. Valentine AR et al: Vitamin A isotope dilution predicts liver stores in line with long-term vitamin A intake above the current Recommended Dietary Allowance for young adult women. American Journal of Clinical Nutrition 2013; 98: 1192–1199
53. Weinberg ED: Iron withholding in prevention of disease. In: Stuart-Macadam P, Kent S: Diet, Demography, and Disease. A de Gruyter, New York 1992: 105-150
54. Biesalski HK et al: Vitamine. Thieme, Stuttgart 1997