Kooldioxide tegen plaagdieren
Door Udo Pollmer
Het broeikasgas kooldioxide heeft een slechte naam. Daarbij helpt de stof, plaagdieren te bestrijden – en onze voeding veilig te stellen, zegt de levensmiddelenchemicus Udo Pollmer. Hij meent: Alleen moderne technologieën helpen, de wereldwijde honger te bestrijden.
Wanneer de boer in de herfst zijn oogst in de schuur vaart, voedt hij daarmee niet alleen mensen, maar ook opslag ongedierte: muizen, ratten, duiven, motten en kevers. Veel levensmiddelen zoals vis of vruchten zijn bovendien licht bederfelijk. Experts schatten de verliezen na de oogst in totaal op wereldwijd 1,3 miljard ton, dat zou een derde van de totale wereldproductie zijn.
Alleen bij het graan verrot een veelvoud hiervan, wat naar opgave van de FAO, de Wereld Voedsel Organisatie nodig...
...zou zijn om de hongerenden in de wereld te verzadigen. Het probleem is de facto niet tot ontwikkelingslanden beperkt, voor Duitsland becijfert het ministerie van landbouw de verliezen na de oogst bij graan op jaarlijks 800.000 ton. Bij aardappelen zijn het meer dan 500.000 ton en bij appels liggen de verliezen bij 100.000 ton.
Daarom beslist niet alleen de oogst erover, of wij allemaal verzadigt raken, maar gelijker mate technologieën ter bescherming van oogstgoederen, voor de houdbaarheid en ter conservering. De roep naar “onbehandelde”, naar “natuurlijke” voeding betekent hogere verliezen. Dankzij de overproductie door de moderne techniek kunnen wij ons dat veroorloven.
Kooldioxide doodt motten en kevers
Ook de opslagtechniek word beter. Voorbeeldig is het gebruik van kooldioxide. Daarmee laat zich niet alleen bier of limonade conserveren, maar ook graan, gedroogde vruchten en noten van ongedierte ontdoen. Voor de zuivering – dus het doden van al het ongedierte, zoals fruitvliegen, graankevers of knaagdieren – werden vroeger krachtige gifstoffen gebruikt. Zeer geliefd was fosfine – een dodelijk gas. Daartoe werd eenmaal per jaar de pakhuizen of molens rondom afgedicht, de vensterspleten en deurkozijnen afgeplakt. Na de vergassing werd er een paar dagen gelucht en als de lucht weer schoon was, konden de medewerkers de ruimten weer betreden. In het product waren residuen onvermijdelijk, zij het dan ook slechts in sporen.
Kooldioxine lost zo langzamerhand gifgassen zoals fosfine, methylbromide of blauwzuur af. Het levensmiddel komt in een drukkamer, het CO2 verdringt de zuurstof in de lucht en insecten en knaagdieren verstikken; bij het ontspannen van de druk splijten de cellen, zodat ook de eieren van de motten en kevers afsterven. Daarna komt het koren in het reinigingsproces en de dode insecten worden met keverzeven verwijdert. Het is nog niet zo lang geleden dat graan dat begon te wandelen, vlug tot mueslivlokken geplet werd, om de bio-status niet te verliezen. Voor de levensmiddelenindustrie is kooldioxide een zegening. Vele producten zoals brood hebben een gistproces nodig. Daarbij produceert de gist uit zetmeel naast suiker ook CO2 – zo komen er altijd bubbels in het brood, kaas en bier. Alleen bij het bierbrouwen ontsnappen per hectoliter 3,5 kilogram CO2. Bij een jaarlijkse binnenlandse productie van bijna 100 miljoen hectoliter een achtingswaardige hoeveelheid.
Ook in kassen onmisbaar
Qua hoeveelheden van meer betekenis dan de vluchtige vergistings-koolzuren zijn de bron-koolzuren. Alleen al in de Eiffel worden jaarlijks 40 miljoen ton kooldioxide ontgonnen. Om echter de enorme behoefte te dekken is ook het kooldioxide nodig, dat in grote hoeveelheden als bijproduct van chemische syntheses ontstaat, bijvoorbeeld bij de vervaardiging van kunstmest, van waterstofgas als alternatieve brandstof of voor limonadeflessen uit PET.
Onmisbaar is CO2 in kweekkassen. Dat komt echter niet uit bierkelders, de Eiffel of chemiefabrieken, maar uit gasbranders. Daar planten hun biomassa uit kooldioxide en water opbouwen, daalt het dioxidegehalte in kweekkassen in rap tempo. Daarom moet deze meststof continu bijgegegeven worden. Draait de groenteboer de gasbrander verder open, dan stijgen de opbrengsten. Ook worden sommige culturen door deze groeistof zelfs beschermt tegen schimmelinfecties. Het meeste profiteren tomaten, komkommers en aardbeien van het brandergas.
Het “broeikasgas” kooldioxide helpt, onze voeding veilig te stellen. We hebben het nodig om onze voorraden te beschermen en als meststof. Dankzij het broeikasgas CO2 is het aanbod aan verse tomaten en aardbeien ook in de winter tamelijk lekker.
Literatuur:
Gustavsson J. et al: Global Food Losses and Food Waste. FAO, Rome 2011
Peter G. et al: Einschätzung der pflanzlichen Lebensmittelverluste im Bereich der landwirtschaftlichen Urproduktion. MRI, JKI, Thünen, Braunschweig 2013
Scherbaum E. et al: Residues of the fumigant phosphine in arid vegetable foods. CVUA Stuttgart 24.10.2012
Baudoin W. et al: Good Agricultural Practices for Greenhouse Vegetable Crops. FAO, Rome 2013
Blom T.J. et al: Carbon dioxide in greenhouses. OMAFRA Factsheet 290/27, Ontario 2002
Hill D.S.: Pests of Stored Products and their Control. Belhaven Press, London 1990
Mills R., Pedersen J: A Flour Sanitation Manual. Eagan Press, St. Paul 1991
Corinth H.G., Reichmuth C.: Kohlendioxid unter atmosphärischem und hohem Druck. Journal für Kulturpflanzen 2013; 65: 94–98
Goerke K et al: Response of aphids and greenhouse plants to insecticidal concentrations of carbon dioxide. Journal of Plant Diseases and Protection 2005; 112: 508–518
Air Liquide: Kohlendioxid. Firmenschrift, Düsseldorf o. Jahr