Een hormoon wordt verondersteld de wereld te redden. Onder het pseudoniem "vitamine D" wordt het aangeprezen als een wondermiddel voor allerlei soorten gezondheidsproblemen. In de vorige eeuw had het actieve ingrediënt het leven van miljoenen kinderen al gered en hen specifiek genezen van rachitis. Ondertussen maakt de ziekte, die grotendeels verdwenen is, een comeback. Udo Pollmer legt de oorzaken uit.
door Udo Pollmer / Update, oktober 2023
Elke branche, die van duistere zaakjes leeft, heeft narratieven nodig. Vrij maar het motto dat er voor elk ingewikkeld probleem een oplossing bestaat die simpel, logisch – en vals is. Vitamine D is zo'n universele probleemoplosser. Onlangs werd...
...nog gesuggereerd dat het bescherming zou bieden tegen coronavirussen.
Geïnfecteerde mensen zouden.namelijk lagere vitamine D-niveaus aantonen. Dit geldt natuurlijk vooral voor ouderen met immunosuppressie. Velen zijn gehandicapt en komen zelden buiten. Aangezien "vitamine D" wordt gevormd door daglicht, door UV-straling, is een laag gehalte geen verrassing. Op deze manier kunnen vrijwel alle ziekten die vaker voorkomen op oudere leeftijd worden geïnterpreteerd als "D-tekort".
Nu de coronagolf weggeebt is, zijn veel mensen bang voor de bijwerkingen van de vaccinatie die ze hebben gekregen. Dan komt vitamine D weer als geroepen: Met een extra dosis zou de vaccinatieschade verdwijnen. Vitamine D helpt tegen alles - met één uitzondering: het beschermt niet tegen zon, wind en regen. Integendeel: "klimaatverandering" zou het toch al welig tierende tekort aan D nog erger maken. We hebben er allemaal meer van nodig.
Reddende levertraan
Nu geniet "vitamine D" al langere tijd van een onberispelijke reputatie als medicijn tegen rachitis, die misvormende botziekte die vroeger veel kinderen teisterde en hen vaak fataal werd. Het dankt zijn uitstekende werking aan het feit dat het helemaal geen vitamine is. Het is een hormoon, zoals oestrogeen of cortison of cortisol, dat het lichaam zelf aanmaakt. Bij cortison vrezen veel mensen de bijwerkingen omdat het een "hormoon" is; bij "vitamine D" verwachten ze wonderen omdat het een "vitamine" zou zijn.
De mythe van "vitamine D" is meer dan een eeuw geleden ontstaan. Met de industrialisatie van Engeland verspreidde zich een ernstige skeletziekte onder kinderen: de Engelse ziekte, later rachitis genoemd. Volgens het narratief lieten de kapitalistische uitbuiters het proletariaat in donkere kelders huizen. Zonder voldoende licht konden de kinderen niet gedijen. Redding kwam in 1918 met de ontdekking in een Londense dierentuin, dat misvormde botten bij babyleeuwtjes voorkomen konden worden met levertraan.
Eén vraag blijft echter onbeantwoord: Waarom kwam rachitis vóór de industrialisatie slechts sporadisch voor? De woningen in die tijd waren ook geen lichtovergoten herenhuizen, maar tochtige, vaak raamloze hutten waarvan de schaarse ruimte de gezinnen met veel kinderen moesten delen met de geit. Of het nu in het dorp is of in de stedelijke souterraine, kinderen die geen computers kennen, willen altijd naar buiten.
Eigen haard is goud waard
Historische werken schetsen een ander beeld dan de populaire marxistische verhalen. In 1857 beschreef John Snow, een Britse arts (1813 - 1858) die streng wetenschappelijk te werk ging, de oorsprong van de Engelse ziekte enigszins anders: de ziekte trof alle klassen. Of veel kinderen in een regio hadden rachitis - ongeacht hun klasse - of slechts een klein aantal.
De oorzaak van Engelse ziekte was voeding. Snow had opgemerkt dat rachitis vrij zeldzaam was in het noorden van het koninkrijk, maar vaker voorkwam in het zuiden. Daarbij heeft het noorden van nature minder zon dan het zuiden - en toch. Snow ontdekte het cruciale verschil: in het noorden waren kolen goedkoop, in het zuiden duur. Daarom bakten de huisvrouwen in het noorden altijd hun eigen brood. In het zuiden kochten ze het bij de bakker.
Rachitis bleek een gecultiveerde vergiftiging te zijn! Het brood van de bakker bevatte grote hoeveelheden zogeheten aluin - aluminium-fosfaten. Dit spul vernietigt de botten. Waarom hadden de bakkers dit twijfelachtige ingrediënt nodig? Om muf meel bakbaar te maken. Omdat aluin ook veel water bindt en zelfs gisting bevordert, waardoor het brood zwaarder en groter wordt, werden er bijna avontuurlijke hoeveelheden door het deeg geroerd. Was het meel dan ook nog eens gemalen van graan, dat aangetast was door schimmels, verergerden de schimmelgiffen rachitis.
En precies dat was het geval in het zuiden van Engeland. De molenaars beleverden de bakkers met goedkoop mogelijk meel uit gammelig geïmporteerde graan. De zogenaamde aluin kregen ze van de apotheker. John Snow, die de broden analyseerde, vond in Zuid-Engeland geen enkel brood dat er niet mee was verontreinigd. In het noorden daarentegen was het meel onvervalst en geschikt om te bakken. Geen enkele huisvrouw zou er vrijwillig aluin doorheen hebben geroerd. Haar kinderen bleven dus gezond. Omdat bakkersbrood in het zuiden goedkoop was, werd het vooral door de armere burgers rijkelijk geconsumeerd. Daarom kwam rachitis wat vaker voor bij kinderen uit de lagere klassen dan bij de rijkere. Maar slechts een beetje.
De bakkers: voor de tweede keer!
Tegenwoordig speelt deze verderfelijke praktijk met hoge doses aluin in brood geen rol meer, de meelsoorten zijn bakbaar en worden niet vervaardigd uit verschimmeld graan. Desondanks zijn aluminiumfosfaten - zij het uit heel andere bronnen - tot op de dag van vandaag een oorzaak van ernstige botziekten zoals rachitis bij kinderen, bijvoorbeeld bij inname tegen brandend maagzuur.
Ondertussen staat bakkersbrood opnieuw ter discussie als oorzaak van rachitis. Dit keer omdat ze geen gebruik maken van de lange, traditionele deegrijzing. Hierdoor worden de schadelijke eiwitten in het graan, zoals gluten, niet meer afgebroken. Deze veroorzaken darmontstekingen, namelijk coeliakie. In de botten van patiënten worden opvallend hoge aluminiumconcentraties gevonden, een gevolg van de beschadigde en nu doorlaatbare darmwand. Daarom lijden kinderen met coeliakie ook vaak aan rachitis. Dit verklaart ook waarom coeliakiepatiënten soms rachitisgevoelige baby's ter wereld brengen.
Des te pijnlijker is het daarom dat aluminium vandaag de dag nog steeds wordt gebruikt in bakkerijproducten. In sommige gevallen zijn er onvoorzien hoge residuen aangetroffen in geloogde bakproducten, een gevolg van het gebruik van aluminium bakplaten om de bakkerijproducten uit te logen. De natronloog lost het aluminium op. Daarnaast worden vandaag de dag nog steeds verschillende bakpoeders gebruikt die aluminium bevatten. In de EU is aluminiumfosfaat (E 541) toegestaan, maar gelukkig alleen voor koekjes.
Daarnaast zijn er andere bronnen van aluminium, zoals ongecoate aluminium schalen om voedsel warm te houden of de consumptie van zwarte thee. In combinatie met fluoriden wordt aluminium gemakkelijk opgenomen. Bovendien is rachitis een van de symptomen van fluoridose, een fluorvergiftiging.
Het was de melk
In Duitsland werd de preventie van rachitis bij zuigelingen in de jaren 1950 geïntroduceerd. Destijds lag het niet aan het brood. Aanleiding was een ander voedingsmiddel: de koemelk, dat volgens een ander logisch klinkend narratief aanbevolen wordt als middel tegen rachitis, omdat het naast "vitamine D" veel calcium bevat "voor de botvorming". Maar al een eeuw geleden was het tegenovergestelde bekend dat, "overvoeding met volle melk het ontstaan van de Engelse ziekte bevordert": "Op geen betere manier kunnen de ergste rachitische verschijnselen teweeggebracht worden, dan wanneer men zuigelingen al vroegtijdig met volle melk, vooral rauwe volle melk ..."voedt. Kinderartsen spraken over "melkvoedingsschade" of "rachitogene effecten van de koemelk".
Oorzaak zijn de vele mineralen die het kalf nodig heeft voor zijn snelle botgroei. Een liter vrouwenmelk bevat 300 milligram calcium, een liter koemelk 1,2 gram, dus vier keer zoveel. Bij fosfaat is de overmaat zelfs nog groter. Dit is duidelijk te veel voor de menselijke zuigeling. Het begrip "rijk aan mineralen" is alleen een waliteitskenmerk voor bloemenmest.
In het naoorlogse Duitsland waren er veel rachitische kinderen, wat leidde tot een schat aan ervaring bij artsen. De meest betrouwbare manier om rachitis te voorkomen, volgens kinderartsen in die tijd, was borstvoeding plus zonlicht. De"Vitamine D"-profylaxe werd ingevoerd, om een voeding van zuigelingen en peuters met koemelk mogelijk te maken. In die tijd gold de regel: "Geen flesjeskind zonder rachitisprofylaxe". Voor dit doel werd niet alleen het pure hormoon gegeven, maar ook levertraan, rauwe eidooier en gekookte lever. (Bij de huidige formulamelk op basis van koemelk is het gehalte aan mineralen aangepast).
De melk zou ‘t geweest zijn
Zowel het overvoeden van de zuigeling met koemelk alsook het afzien van melk is schadelijk. Omdat bij macrobiotische voeding de melk "bewust" afgewezen wordt, zijn er veel gevallen van rachitis gedocumenteerd. In een Nederlands onderzoek had elke tweede macrobiotische zuigeling de ziekte. De auteurs vermoeden dat de oorzaak niet alleen ligt in het vermijden van melk, maar ook in de hoge inname van voedingsvezels. Vooral volle granen kunnen door hun fytinegehalte mineraaltekorten veroorzaken. Toen zich tijdens de Tweede Wereldoorlog in Ierland gevallen van kinderrachitis voordeden, werd dit toegeschreven aan de consumptie van volle granen.
Een andere reden voor "macrobiotische rachitis" is waarschijnlijk te vinden in een populaire melkvervanger: sojaformula bleek een nieuwe oorzaak van misvormde botten bij premature kinderen te zijn. Wellicht was dit ook een gevolg van verhoogde aluminiumgehaltes, die als residuen uit de productie in het kant-en-klaar poeder achterblijven. Het effect wordt versterkt door de onverschilligheid van veel fabrikanten ten opzichte van de speciale wettelijke vereisten voor plantaardige vloeistoffen voor zuigelingen. Zo varieerde het gehalte aan het hormoon "vitamine D" binnen één merk, van verpakking tot verpakking, met een factor tien.
Op dezelfde manier lijden veganistische baby's onder het onverklaarbare idee, dat men melk van zoogdieren zou kunnen vervangen door amandelen, sesam of haver, omdat daaruit ondoorzichtige, opake vloeistoffen te maken zijn. Men vraagt zich af, wanneer de eerste moeder vervuld van vegane logica, muurverf voor haar kind aan gaat aanlengen, mits het geen dierlijke ingrediënten bevat? Dat resulteert ook in een optisch aantrekkelijke, licht viscose "schildersmelk".
Melk - voor de derde keer!
De onzin wordt nog overtroffen door zonnemelk waarmee overijverige ouders hun kinderen insmeren uit angst voor huidkanker. Het resultaat was een hernieuwde opflakkering van de Engelse ziekte. De hoge zonbeschermingsfactoren houden UV-straling volledig tegen, zodat de vorming van het hormoon "D" in de huid stopt. Dit geldt ook voor huidcrèmes die over grote oppervlakken worden aangebracht. Inmiddels bevatten zelfs nachtcrèmes UV-blokkers, zonder dat dit voor de leek herkenbaar is. Wie de edele crèmes niet grondig afspoelt, moet niet verbaasd opkijken als zijn bloed lage D-hormoongehaltes bevat.
Rachitis kan dus allerlei oorzaken hebben. Bij baby's en peuters staan voedingsfouten zoals veganistische "melk" op de voorgrond, bij kinderen zonnemelkmisbruik, bij adolescenten dieetgrillen. Bij volwassenen verandert het klinische beeld, maar niet de oorzaken. De botverweking wordt dan osteomalacie genoemd. In landen waar vrouwen alleen gesluierd in het openbaar verschijnen, komt osteomalacie vaker voor als gevolg van UV-tekort. In westerse culturen domineren zonnebrandcrèmes, "gezonde voeding" en coeliakie als oorzaken. In Aziatische landen staat vergiftiging met fluoriden uit drinkwater en zwarte thee - vaak in combinatie met aluminium - op de voorgrond. In veel gevallen leidt toediening van "vitamine D" tot genezing van de schade aan het skelet.
Vaarwel, mooie wereld van "vitamines".
Last but not least moet ook de "vitamine D"-vergiftiging worden genoemd, die wordt veroorzaakt door overdosering bij het vitaminiseren van voedsel, door onjuiste productie van vitaminepillen en door fouten bij het voorschrijven en innemen. Zo'n vergiftiging wordt door de onervaren arts gemakkelijk aangezien voor een tekort vanwege de vaak vergelijkbare symptomen. Met verlies van eetlust, constipatie, misselijkheid, buikpijn, zwakte en apathie komt het meestal overeen met de symptomen die vaak worden geïnterpreteerd als een algemeen vitaminetekort. Daarbij komt dat de botten pijn gaan doen in het geval van een overdosis. Als het vermeende tekort wordt behandeld met hormoontoediening, is de prognose ongunstig.
Over kerkhoven gesproken: vitamine D is een bewezen rodenticide, d.w.z. rattengif. Nu is aangetoond dat ook met lage doseringen, ongewenste dieren zich naar het hiernamaals laten sturen. De voskoesoe, een invasief buideldier in Nieuw-Zeeland, sterft steevast wanneer het lokaas laaggedoseerd "vitamine D" bevat, maar gecombineerd wordt met aspirine. Aspirine is overal te koop als vrij verkrijgbaar geneesmiddel en wordt door veel mensen ingenomen voor bloedverdunning, tegen hoofdpijn, maar ook voor stemmingsverbetering. Het zou interessant zijn om te weten, vanaf welke dosis aspirine, de gelijktijdige inname van "vitamine D" tot de dood voert. Helaas ontbreken publicaties hierover. De voskoesoe sterft nogal onspectaculair aan hartfalen.