Bijensterfte
door Udo Pollmer
De agrarische industrie is de schuld van het bijensterven, door hun hoog gebruik van pesticiden, hoor je steeds opnieuw. Maar zo eenvoudig is het niet, meent de levensmiddelentechnieker Udo Pollmer. Vaak zijn daar ook de imkers zelf schuldig aan.
Wanneer bijen sterven worden pesticiden onmiddellijk verdacht. Momenteel worden neonicotinoïden aan de schandpaal genageld, een groep probate insectengiffen, die gelukkig voor zoogdieren en dus ook voor mensen relatief onschuldig zijn. Maar bijen zijn zoals bekend insecten – en dus lijkt het bijensterven door insectenmiddelen alleen maar logisch. Op veel plaatsen proberen de autoriteiten, de getroffen imkers schadevergoeding te geven. Voert de bijenhouder zijn verlies...
...aan volken terug op neonicotinoïden, dan komt er poen van de Overheid. Dan stijgt het aantal gevallen.
De imkers werken zelf met voor bijen gevaarlijke pesticiden
Voor de efficiënte zakelijke imker is het economischer, het hele volk in de herfst na
de honingoogst om te brengen, zo bespaart hij zich het wintervoer. In het voorjaar
verwerft hij dan zogenaamde pakketbijen, dus een koningin met een kleine staat. Ze
heten “pakketbijen” omdat ze in een kooitje ter grootte van een krulspeld per post
verstuurd worden. De inhoud groeit in het voorjaar snel weer tot een volk uit. Deze manier van bijenhouden is in Noord-Amerika al lang gebruikelijk.
Natuurlijk kennen bijenonderzoekers ook gevallen van bijensterfte door pesticiden. Experts hebben echter vastgesteld dat de veroorzakers niet zozeer de boeren zijn, die pesticides in hun koolzaad velden gesproeid hebben, maar de imkers zelf. Velen bestrijden in hun kasten een mierenplaag met voor bijen gevaarlijke pesticiden, weer anderen proberen daarmee concurrenten van hun goede standplaatsen te verdrijven. Daar word, om een zwitsers bijen onderzoeksinstituut te citeren, door collega’s “een voor huishoudelijke doeleinden geschikt pesticide door de vliegopening in de kast gespoten.” Ja, imkeren moet je leren.
Het meeste bijenverlies heeft echter een heel andere reden: Dat is de varroa-mijt, die enkele decennia geleden binnen gehaald werd. Deze bijen-bloedzuiger maakt het de volkeren erg moeilijk. Een landelijke enquête van een zwitsers bijentijdschrift bevestigde, dat de meeste imkers zware verliezen hadden geleden – er was een minderheid die verschoond bleef. Maar deze minderheid waren definitief die imkers, die een varroa-bestrijding doorgevoerd hadden. Vertwijfelt vraagt de hoofdredacteur zich af hoeveel dode bijenvolken er nog nodig zijn, tot de varroa eindelijk doelmatig bestreden word. Blijkbaar is het lucratiever, luidkeels over neonicotinoïden te jammeren en te hopen op schadevergoeding door de chemische industrie.
De bijenhouderij heeft ook met gif te maken
Nu is de samenhang met de varroa-mijt complex. De mijt beschadigt het volk, maar ze helpt het niet direct om zeep. Dat doen andere schurken in de bijenkast, namelijk virussen, die bijenziektes veroorzaken. Normaal gesproken komen bijen met de gebruikelijke virussen uit hun omgeving wel klaar – maar ondertussen zijn de virussen er achter gekomen, dat de bijen zich veel gemakkelijker laten infecteren, wanneer ze de varroa-mijt als taxi benutten en per steek bij hun slachtoffers naar binnendringen. Bij deze infectieweg is al een kleine hoeveelheid virussen voldoende.
De mijt heeft voor de evolutie compleet nieuwe wegen geopend – daardoor is zelfs het schier ondenkbare uitgekomen. Bijen worden niet alleen door insectenvirussen, maar sinds kort ook door plantenvirussen aangevallen. Tenminste een verwekker van plantenziektes, het TRSV-virus, is de laatste jaren op bijen overgestapt. Daarmee werd de grens tussen planten- en dierenrijk overschreden. Natuurlijk hebben de imkers ook met bepaalde giffen te maken. Een speciaal gevaar vormen de pyrrolizidine uit de nectar van de kruiskruidigen. Die zijn weliswaar niet erg riskant voor de bijen, maar wel voor de honingliefhebber, want ze vernietigen de lever.
Verspreid worden deze kruiden vaak bij pogingen om natuurlijke vlaktes met bloeiende planten te verfraaien. Nu heeft men echte pesticide nodig, om de giftige planten weer kwijt te raken. Maar dat wil men niet – vanwege de bijen. Om deze reden moesten de eerste imkers hun standplaatsen in natuurgebieden al opgeven, omdat ze hun pyrrolizidine houdende honing niet meer mogen verkopen. Gezondheid!
Literatuur
Sieber R: Katastrophale Winterverluste. Schweizerische Bienen-Zeitung 2012; H.6: 3
Tichy R: Naturschutz frisst Vogelschutz: Der Fuchs ist kein Veganer. Blog vom 3. April 2015
Charriere JD et al: Bienenvergiftung. Agroscope Liebenfeld-Posieux Mitteilung Nr36, Bern 1999
Pfuhl A: Neonicotinoide: Apokalypse im Bienenstock? EU.L.E.N-Spiegel 2014; H.1-2: 3-43
Li JL et al: Systemic spread and propagation of a plant-pathogenic virus in European honeybee, Apis mellifera. mBio 2014; 5: e00898-13
Bowen-Walker PL et al: The transmission of deformed wing virus between honeybees (Apis mellifera L.) by the endoparasitic mite Varroa jacobsoni Oud. Journal of Invertebrate Pathology 1999; 73: 101-183
Ball BV: The assiciation of Varroa jacobsoni with virus diseases of honey bees. Experimental & Applied Acarology 1983; 19: 1859-1862
Di Prisco G et al: Varroa destructor is an effective vector on Israeli acute paralysis virus in the honeybee, Apis mellifera. Journal of General Virology 2011; 92: 151-155
Comman RS et al: Pathogen webs in collapsing honey bee (Apis mellifera) foragers. PLoS One 2014; 9: e95056
Granberg F et al: Metagenomic detection of viral pathogens in Spanish honeybees; co-infection by aphid lethal paralysis, Israel acute paralysis and Lake Sinai viruses. PLoS One 2013; 8: e57459