Is worst werkelijk kankerverwekkend?
Door Udo Pollmer
„Rood“ vlees en worst zijn dus schuldig aan kanker. Zo luidt volgens onze media het schokkende resultaat van een studie van de WHO. In hun meta-analyse zijn de gegevens uit meer dan 800 studies verwerkt. Wat wil men nog meer?
De weerklank is enorm, per slot van rekening is de WHO ook niet zomaar iemand. Blijft de vraag: Wat is deze studie waard? Dat is nog helemaal niet zo gemakkelijk te beantwoorden – want de studie is nog niet geopenbaard. Hier word volgens het oude patroon gewerkt: Eerst een PR golf veroorzaken, en wanneer de golven zijn uitgedijd en iedereen de boodschap heeft meegekregen, word een paar weken later nagestuurd. Zou dan blijken,...
...dat alles heel anders is, of zo niet bedoeld was, dan interesseert het niemand meer. Alleen al deze omstandigheid toont, dat het hier niet zo zeer om de wetenschappelijke waarheid gaat.
Vaak volstaat al de persmededeling, om alle opwinding tot bedaren te brengen: Immers er bestaan m.b.t. dit thema zelfs geen 800 studies, die te gebruiken zouden zijn. Zoals het toeval wil, hebben gelijktijdig met de WHO ook VS epidemiologen de wereldwijde databronnen geëvalueerd: En die vonden maar 38 studies, die aan de minimale wetenschappelijke criteria voldeden, en daarvan bleven er, na uitsluiting van parallelpublicaties, nog slechts 27 over. (Alexander DD et al: Journal of the American College of Nutrition 2015; 34: 521-543)
Het resultaat van deze meta-analyse – die natuurlijk geen weerklank in de media vond – luidde: Het is denkbaar, dat vlees darmkanker bevordert, maar zuiver te bewijzen is dit echter niet. Dat ligt aan de grote heterogeniteit van de data, in elk land vallen de bevindingen anders uit. Daarbij komt, dat de meeste enquêtes over de voeding nauwelijks uitspraken mogelijk maken over het aandeel van de individuele vleessoorten of de geconsumeerde hoeveelheid – omdat niet eens een chemicus weet, wat er werkelijk in zijn eten zat, laat staan een arts of zelfs een voedingsconsulente. Hetzelfde geld voor de kankerstatistieken van de verschillende landen.
Zo word in Mongolië, dat praktisch alleen maar over weidevlaktes beschikt, rijkelijk vlees gegeten, en desondanks is darmkanker daar relatief zeldzaam. Maar wat zegt deze “Statistiek” überhaupt? De data zijn noch belastbaar noch vergelijkbaar. Dat geldt pas echt voor de worst – daartoe rekent de WHO zelfs de bouillon, die in een enquête meegenomen zou zijn. “Bouillon”, om het even “vleesbouillon” of “groentebouillon” worden meestal uit soja of gluten vervaardigt, maar de meeste consumenten houden het sojahydrolysat voor een dierlijk levensmiddel. Zo ontstaan absolute “kankerverwekkers”. Overigens had het gilde al jaren geleden op het grote voordeel van een vegetarische voeding gewezen en een geweldig onderzoeksproject in Europa in die richting geloodst, de zogenaamde EPIC-studie.
In totaal 500.000 burgers werden Europawijd onderzocht en hun voedingswijze bijna 10 jaar lang gevolgd. Met dit unieke project zou de superioriteit van plantaardige voeding inzake kanker voor eens en voor altijd bewezen worden. De studie bleef na haar beëindiging nog 10 jaar op slot. Gedurende deze tijd werd er “gerekend”. Resultaat: Groente & fruit zijn ongeschikt om het aantal kankergevallen te laten dalen. Maar kennelijk bestaat er een groep die ervan profiteert: Zware zuipers, die veel fruit eten. Een gewaagde voorstelling! (Boffetta P et al: Journal of the National Cancer Institute 2010; 102: 529-537)
Deze bezopen argument geeft voeding aan de gedachte dat de data blijkbaar goed gemanipuleerd werden, zodat groente & fruit het aantal gevallen van kanker niet verhoogt hebben. Bovendien ontbreekt de op zich onontbeerlijke specificatie van de totale sterfte. Een aardige aanwijzing, dat met de stijgende consumptie van groente & fruit de sterfte in werkelijkheid misschien zelfs eerder toenam.
Of vlees het kankerpercentage al met al verhoogt, was waarschijnlijk ook niet het thema van de WHO-studie. Het ging hun primair om kanker in de darm. Zeldzaam – het totaal aantal sterfgevallen aan kanker werd van de zijde van de WHO met geen woord vermeld – tenslotte bestaan er veel meer tumoren dan alleen die tussen mond en kont. Waarvandaan wil men dan weten, of worst nu “kankerverwekkend” is, wanneer het aantal kankergevallen in totaal misschien wel daalt? Echter de gegevens ontbreken.
Zou men deze gegevens hebben, dan nog zou dit type studie ongeschikt zijn, om de feitelijke bewering “Vlees is kankerverwekkend” ook te bewijzen. Er ontbreken namelijk interventiestudies, dus studies waarbij een deel van de proefpersonen enkele jaren veel vlees en een andere groep weinig vlees eet. Zulke studies bestaan wel – echter niet met vlees, maar met plantaardige ballaststoffen. Bij de toediening van tarwegluten steeg het aantal adenomen in de darm, dus voorstadia van kanker.
Ook de beschuldiging dat bij het braden van vlees kankerverwekkende hetero-cyclische aminen zouden ontstaan, is eerder pijnlijk. Bij alle verhittingsmethoden, bij het bakken van brood, bij het roosteren van aardappelen, bij het grillen van groente ontstaan stoffen, die bij knaagdieren in het laboratorium in meerdere mate schaden. Daar ratten nooit geleerd hebben, een kampvuur aan te leggen, reageren ze natuurlijk gevoeliger op melanoïden dan mensen van wie hun unieke kenmerkende evolutie proces er juist uit bestaat dat ze het vuur gebruikten voor de bereiding van voedsel.
En wat heeft het met de “kankerverwekkende” benzpyreen gemeen, dat bij de rokers zou ontstaan? Op worstwaren en ham werd het in Midden-Europa al eeuwenlang aan strikte controles onderworpen, daar immers telkens weer allerlei “zwartgerooktes” op de markt kwam, dat door het verbranden van oude autobanden (in branche-jargon “Pirelli-ham” genaamd) of huisvuil, belast was.
Echte al tientallen jaren word er in de meeste bedrijven met een speciaal product genaamd ‘vloeibare rook’ “gerookt”. Dat is vrij van benzpyreen en consorten. Anders dan bij bladgroenten: Deze zijn tot op heden belast. Koploper is niet de gegrilde wordt maar boerenmoes, omdat deze de giffen, die door verbrandingsprocessen ontstaan, uit de lucht “kamt”. Wie angst heeft voor “rookgiffen”, zou voortaan zijn vingers van de groente weg moeten houden.
Tenminste een lovenswaardig punt bij de niet-gepubliceerde WHO-studie moeten we noemen: Hierin word een controleerbare definitie van “rood vlees” gebruikt: Als “rood” geldt voor haar al het vlees van zoogdieren. Dat werpt een nieuwe vraag op: Is het niet vreemd, dat al datgene, waaruit een zoogdier bestaat, opeens voor het zoogdier mens gevaarlijk zou zijn?
Laten we eens kijken naar de evolutie van de mens: Talrijke volken waren in het verleden Nomaden, die leefden en leven van vlees, van het bloed en de melk van hun kuddes. Vegetarisme of veganisme was bij hun niet mogelijk, want ze hadden geen keuze. Volgens opgave van de FAO (Wereldvoedselorganisatie) zijn tot op heden meer dan 60 % van de beschikbare akkerbouwgebieden alleen voor veeteelt geschikt, omdat op deze vlaktes weliswaar grassen gedijen maar geen graan, laat staan groente of fruit.
Vele mensen stammen van nomadisch levende voorouders af en ook zij hebben niet eenvoudigweg de “keuze”, want hun stofwisseling is op een hoog percentage dierlijk voedsel ingesteld, meetbaar aan de hand van een geringere amylase-activiteit in het speeksel of van de ontbrekende pre-absorbische insulinereflex. Ze worden ziek van zetmeel houdende, plantaardige kost. Voor hen zijn vlees, kaas of eieren niet gewoon “gezond”, maar ook onmisbaar.
Er bestaan natuurlijk meerdere stofwisselings-types. En er zijn levensmiddelen, die daadwerkelijk ongezond zijn, omdat ze elk stofwisselingssysteem schaden, zoals sojaeiwit producten of groene smoothies. En er zijn levensmiddelen die alle mensen kunnen gebruiken: Dierlijke producten, hygiënisch en vakkundig klaargemaakt. De ene gebruikt meer daarvan, de andere minder. Allen helpt het echter, ofwel om lichaamsmassa op te bouwen , - men denke aan opgroeienden – ofwel om substantieel aan te sterken – belangrijk bij de oudere generatie. Bovendien is dierlijk eiwit in staat de giftigheid van menige schadelijke stof om tientallen procenten te laten dalen.
Daar vlees, ruggenmerg en organen bij aanvang van de menswording de homo sapiens als basisvoeding begeleid hebben, zouden allen, die het niet verdragen, er allang uitgeMendelt zouden zijn. Maar wij zijn de afstammelingen van hen, die dank zij deze kost fit gebleven zijn en zich zo tot de moderne homo sapiens ontwikkelen konden.
Beslist aanbevelingswaardig tot dit thema: Udo Pollmer/Klaus Alfs “Don’t go Veggie“ -75 Feiten tegen de vegetarische waan