door Udo Pollmer (vertaling uit de EU.L.E.n-Spiegel 1/2003)
Als voedingssupplemenet staat momenteel een sporenelement hoog in aanzien: het zink. Ongeacht of extra zink noodzakelijk is of een vorm van decadente geldverspilling, lijkt het er op dat we steeds minder vaak van de van dit zware metaal kunnen genieten. Het eerste inboeten deed zich voor, toen roestvrij staal de vele gegalvaniseerde artikelen, zoals bijvoorbeeld melkbussen, ging vervangen, die bereidwillig zink aan het voedsel afstonden. Door het beperken van de toegestane zinkadditieven in diervoeders...
...belandde er met de gier minder zink op de akkers en uiteindelijk in onze voeding (zie pagina 3). En niet in de laatste plaats werd ook het gebruik van zinkoxide in de tandartspraktijk inmiddels kritisch bekeken, zodat ook deze orale toevoerbron geleidelijk aan op ging drogen.
Maar verhoogt dit daadwerkelijk het risico op een tekort? Zin en doel van de als voorbeeld genoemde maatregelen is, de bescherming van het milieu en de consument tegen de schadelijke stof zink. In het verleden waren gegalvaniseerde containers voor de opslag van zuur voedsel herhaaldelijk de oorzaak van vergiftigingen.1 De geplande wijziging van de Voedermiddelenverordening was bedoeld om de bodem te beschermen tegen verdere verrijking.13 En last but not least, kwam het zink in de tandheelkunde in opspraak, omdat het bij vullingen op grote schaal kaak-aspergillose veroorzaakte.2 Zink is immers een essentiële groeifactor voor alle soorten micro-organismen, met name voor schimmels.5,6 Deze laatste hebben het sporenelement nodig voor de vorming van aflatoxinen, wat ertoe leidt dat het zinkgehalte van graan vaak correlleert met haar mykotoxingehalte.4,9,12
Voedings-immuniteit
Nu is een bepaalde hoeveelheid zink niet alleen onmisbaar voor sommige ziekteverwekkers, maar ook voor de mens zelf. Door het reguleren van de zinkhuishouding probeert het organisme zich enerzijds bepaalde ziekteverwekkers van het lijf te houden en anderzijds zijn stofwisselingsfuncties aan de praat te houden. Hierdoor daalt het zinkgehalte bij stress, infecties of ontstekingen. Wanneer dus in derde wereld landen levensbedreigende infectieziekten zoals malaria waargenomen worden in combinatie met lage plasmaspiegels aan zink7, wettigt dit nog lang niet de conclusie, dat men malaria zou kunnen genezen door het toedienen van zink. Hetzelfde geldt voor sikkelcelanemie. Het zou waarschijnlijk zinvoller zijn om aan de mogelijkheid van een voedings-immuniteit te denken.
Natuurlijk ontbreekt het in de leerboeken niet aan indrukwekkende foto's van ondervoede kinderen uit de derde wereld die - volgens het onderschrift - last hebben van een zinktekort. Zelfgenoegzame lezers verwisselen vaak een voedingstekort met het dieet. Dit betekent echter niet dat de mensen te weinig voedsel in de koelkast hebben, maar dat ze het beschimmeld eten, soms met schil en al mee eten en andere producten tot zich nemen, die eigenlijk niet voor menselijke consumptie geschikt zijn. Wanneer men de gevallen van zinktekort in de derde wereld wat nauwkeuriger gaat bekijken, handelt het zich vaak om de gevolgen van diarree of om de consumptie van onvoldoende bewerkt plantaardig voedsel.1,3,7,11Deze laten hoge fytinegehaltes zien, die zeer effectief zink binden en daarmee tot voedingstekorten voeren.
Fytinevergiftiging
De hoge affiniteit van fytine met zink draagt ertoe bij dat fytinerijke producten een goede zinkbron blijken te zijn in chemische analyses. De zogenaamde voedingswaarde tabellen wekken dan ook de indruk, dat volkoren beter geschikt is voor de zinkvoorziening dan witte bloem. Weliswaar kan het zinkgehalte van volkoren niet ten volle worden benut door het lichaam, maar dit is toch zo overvloedig aanwezig in de buitenste lagen dat er een netto voordeel over zou blijven - een misvatting, waar niet weinig deskundigen mee te kampen hebben. Gedetailleerde onderzoeken wezen uit dat fytinerijk voedsel niet alleen weinig zink leveren, maar het sporenelement zelfs aan het lichaam onttrekt (zie blz..4).1,8,10
Naast alcoholisme is fytinerijk voedsel de enige echte oorzaak van een zinktekort in onze samenleving. Natuurlijk zijn er geen supplementen nodig voor een therapie, maar een dieet dat gezondheidsproblemen voorkomt. Een uitzondering geldt hoogstens voor het vetmesten van varkens: zelfs het spijsverteringskanaal van het varken is niet opgewassen tegen de constante aanvoer van fytinerijk voer zoals granen. Daarom zit er nog steeds een zinksupplement in de trog voor knorremans.
Literatuur:
1) Aggett PJ: Zink. Annales Nestlé 1994/52/blz.103-117
2) Beck-Mannagetta J et al: Zahnärztliche Aspekte der soli- tären Kieferhöhlen-Aspergillose. Zeitschrift für Stomatologie 1986/83/blz.283-315
3) Cavan KR et al: Growth and body composition of periur- ban Guatemalan children in relation to zinc status: cross sectional study. American Journal of Clinical Nutrition 1993/57/blz.334-343
4) Failla LJ et al: Correlation of Zn2+ content with aflatoxin content of corn. Applied and Environmental Microbiology 1986/52/blz.73-74
5) Falbe J, Regitz M: Römpp Chemie Lexikon, Thieme, Stuttgart 1992
6) Fernandez-Pol JA et al: Essential viral and cellular zinc and iron containing metalloproteins as targets für novel anti-viral and anticancer agents: implications for prevention and therapy of viral diseases and cancer. Anticancer Research 2001/21/blz.931-957
7) Halsted JA et al: Zinc deficiency in man. The Shiraz experiment. American Journal of Medicine 1972/53/blz.277- 284
8) Manary MJ et al: Zinc homoestasis in Malawian children consuming a high-phytate, maize-based diet. American Journal of Clinical Nutrition 2002/75/blz.1057-1061
9) Matales RI, Adye JC: Production of aflatoxins in submerged culture. Applied Microbiology 1965/13/blz.208-211
10) Oberleas D: Mechanism of zinc homoestasis. Journal of Inorganic Biochemistry 1996/62/blz.231-241
11) Prasad AS: Discovery of human zinc deficiency and stu- dies in an experimental human model. American Journal of Clinical Nutrition 1991/53/blz.403-412
12) Stössel P: Aflatoxin contamination in soybeans: role of proteinase inhibitors, zinc availability, and seed coat integri- ty. Applied and Environmental Microbiology 1986/52/ blz.68-72
13) Weiß J: Die Rationen gezielter planen. DLG-Mitteilungen 2003/H.1/bz.18-19