Brotzeit door Udo Pollmer
Suiker is een lokmiddel waaraan onze adviseurs graag werken: het zou een gevaarlijke drug zijn, die kinderen verleidt, verantwoordelijk voor teveel eten, cariës, diabetes en zelfs kanker veroorzaakt.
De lijst van zijn duivelse werking is daarmee nog niet ten einde, maar om de waanzin kort te houden, vermelden we maar even dat ons lichaam een deel van dit supergif, glucose, zelf produceert wanneer het niet met de voeding wordt geleverd, om zijn spieren en...
...vooral de hersenen te voorzien van energie. Bij een ondersuikering nemen de mentale prestaties af. Het andere bestanddeel van suiker is fructose, vruchtensuiker dus. Tot dusverre waren vruchten met fructose, zoals druiven, een bron van gezondheid bij uitstek. Zo draait de carrousel van voedingsadviezen dus van de ene "zekerheid" naar de andere.
Hoe kon uit een bestanddeel van vegetarisch voeding een culinair gif ontstaan? Suiker, d.w.z. sacharose, zit niet alleen in frisdranken, maar ook in groenten en fruit. Moeten we daar niet elke dag 5 porties van eten? De zwendel gaat zo: In het abstracte staat dan: "Bij volwassenen van middelbare leeftijd was de consumptie van limonade geassocieerd met een hogere prevalentie en incidentie van talrijke metabole risicofactoren". Zoete limonade is dus schadelijk, een boodschap die enthousiast werd verspreid door de voedingsadviseurs. In de tabel 3 wordt echter getoond, zij het enigszins gecodeerd, dat het metabole syndroom toenam bij limonades met zoetstoffen. Voor frisdranken met suiker gold dat niet.
Het is al langer bekend dat kunstmatige zoetstoffen, maar niet suiker, laboratoriumratten, mestvarkens en mensen dik maken. Om een muisstudie aan te halen waarin suiker wordt vergeleken met sacharine, cyclamaat, aspartaam en acesulfaam K: „De consumptie van kunstmatige zoetstoffen heeft geleid tot een aanzienlijke toename van het lichaamsgewicht: de voedselopname was echter niet veranderd". Ook bij een soortgelijk rattenexperiment benadrukken de onderzoekers: „de gewichtstoename van calorieloze zoetstoffen, in dit geval aspartaam en sacharine, kan niet worden verklaard door de geconsumeerde hoeveelheid calorieën.“
Paradox? Alleen maar logisch!
De vermeende paradox "gewichtstoename zonder extra calorieën" is al lang opgehelderd: het lichaam vermindert de warmteafgifte via de huid, het verlaagt de inwendige temperatuur van het lichaam en verhoogt het onderhuidse vet met de bespaarde calorieën. Wanneer de temperatuur bijstellingen niet toereikend zijn, wordt de eetlust gestimuleerd om nieuw vetweefsel op te bouwen.
Sucralose wordt als dubieus beschouwd omdat het zich ophoopt in menselijk vetweefsel. Van daaruit wordt het uitgescheiden via de moedermelk. Sacharine en acesulfaam treft men dus ook aan in moedermelk. Dit verandert de perceptie van zoet bij kinderen die borstvoeding kregen. Ze zullen later meer achter zoete dingen aanzitten dan kinderen waarvan de moeders niet bang waren voor suiker. Kunstmatige zoetstoffen ontplooien al tijdens de zwangerschap ongewenste effecten: Op de leeftijd van een jaar zijn kinderen van zoetstoffen-gebruiksters al dubbel zo vaak "overgewichtig" als die van suiker-moeders.
Uit een prospectieve studie met oudere heren in Texas: "De consumptie van lightfrisdrank werd in verband gebracht met toenemende abdominale obesitas in een opvallende dosis-responsrelatie. Mensen worden dik op hun buik, precies het tegenovergestelde van wat beloofd werd, gebeurt. Buikvet is meestal het resultaat van een verhoogde afgifte van het stresshormoon cortisol. Dit leidt op zijn beurt vroeger of later tot het metabole syndroom, dus tot diabetes en de hartaanval. Kunstmatige zoetstoffen houden de tong voor de gek, het lichaam krijgt stress. Dit werd onlangs bevestigd door een Californische studie onder vrouwen: "De consumptie van suiker, maar niet die van aspartaam, was met lagere gehaltes stress-gerelateerde cortisol verbonden". Suiker vermindert dus de stress, het kalmeert, het troost.
Dierenmishandeling per dieet
Al heel lang proberen artsen in een diermodel met veel suiker en veel vet het metabole syndroom te creeren . De resultaten zijn niet erg overtuigend. De arme dieren worden maandenlang gekweld, bijvoorbeeld met tot wel 60% fructose in hun voer. Het gedwongen dieet veroorzaakt stress en dat maakt ze ziek. Levensmiddelentechnici uit China lukte het om dit te doen zonder hen te martelen: ze gaven de muizen gewoon 12 weken lang acesulfaam of sacharine. Resultaat: Dit "voerde tot metabole disfunctie, die door een significant hogere bloedsuikerspiegel, insulineresistentie" alsook door een versnelde opname van koolhydraten gekenmerkt werd.
Een Israëlische studie bracht licht in de duisternis van de darm: kunstmatige zoetstoffen zoals sacharine, aspartaam en sucralose hebben een antibiotisch effect. De darmflora van muizen en mensen raakt al in vrij normale doses beschadigd. De verkeerde darmbezetting gaat verder dan wat te vrezen valt bij een behandeling met echte antibiotica. Dit betekent dat kunstmatige zoetstoffen een oorzakelijke rol spelen bij darmziekten, vooral bij het prikkelbare darmsyndroom.
Braziliaanse onderzoekers hebben tijdens onderzoekingen van de darmflora ontdekt, dat mensen die kunstmatige zoetstoffen consumeren in hun darmen in verhoogde mate resistente genen tegen antibiotica herbergen. Voor de goede orde wordt eroop gewezen dat de testpersonen voordien geen antibiotica hadden ingenomen. De alom betreurde resistentie heeft niets te maken met antibiotica in de stal, maar heeft veel te maken met kunstmatige zoetstoffen.
Adviserings-gerelateerde ziekten
Nu neemt de scène de vlucht naar voren - en brengt sacharine in stelling tegen darmontsteking. In een studie met muizen waarbij de dieren kunstmatig colitis bezorgd werd, ruinierde de sacharine in het drinkwater - limonade dus – zoals verwacht de darmflora. Maar het doden van de darmmicroben hadden de darmen van de zieke muizen ontlast. Voor wie het geloofd.
De Leisure World Cohort Study 2007 had al aangetoond dat lightdrankjes met een verhoogde mortaliteit verbonden zijn, maar niet met de suikerdrankjes. De redenen werden onlangs door de oudgediende smaakonderzoekster Susan Schiffman samengevat: "In de afgelopen twee decennia zijn veiligheidsrisico‘s beschreven met betrekking tot zoetstoffen, waaronder een verhoogd risico op het metabole syndroom, type 2 diabetes, overmatige gewichtstoename, hart- en vaatziekten, ... en verstoring van de darmflora".
Zoetstoffen zijn de meest explosieve en absurde levensmiddelenadditieven. Voor suiker bestaat er op grond van zijn fysiologische rol nu eenmaal geen vervanger. De vakwereld, die graag een dieet met kunstmatige zoetstoffen adviseert en waarschuwt voor suiker, kan niet langer beweren dat ze niet weten wat ze doen. De zogenaamde voedingsgerelateerde ziekten zijn in feite adviseringsgerelateerde ziekten.
Literatuur
Dhingra R et al: Soft drink consumption and risk of developing cardiometabolic risk factors and the metabolic syndrome in middle-aged adults in the community. Circulation 2007; 116: 480-488
Kakleas K et al: Nonalcoholic fatty liver disease, insulin resistance, and sweeteners: a literature review. Expert Review of Endocrinology & Metabolism 2020; 15: 83-93
Sarmiento MRA et al: Obesity, xenobiotic intake and antimicrobial-resistance genes in the human gastrointestinal tract: a comparative study of eutrophic, overweight and obese individuals. Genes 2019; 10: e349
Paganini-Hill A et al: Non-alcoholic beverage and caffeine consumption and mortality: the Leisure World Cohort Study. Preventive Medicine 2007; 44: 305-310
Suez J et al: Artificial sweeteners induce glucose intolerance by altering the gut microbiota. Nature 2014; 514: 181-186
Shi Q et al: Low intake of digestible carbohydrates ameliorates duodenal absorption of carbohydrates in mice with glucose metabolism disorders induced by artificial sweeteners. Journal of the Science of Food & Agriculture 2019; 99: 4952-4962
Mathur K et al: Effect of artificial sweeteners on insulin resistance among type-2 diabetes mellitus patients. Journal of Family Medicine and Primary Care 2020; 9: 69-71
Gul SS et al: Inhibition of the gut enzyme intestinal alkaline phosphatase may explain how aspartame promotes glucose intolerance and obesity in mice. Applied Physiology, Nutrition & Metabolism 2017; 42: 77-83
Gardener H et al Diet soft drink consumption is associated with an increased risk of vascular events in the Northern Manhattan Study. Journal of General Internal Medicine 2012; 27: 1120-1126
Polyak E et al: Effects of artificial sweeteners on body weight, food and drink intake. Acta Physiologica Hungarica 2010; 97: 401-407
Feijó FM et al: Saccharin and aspartame, compared with sucrose, induce greater weight gain in adult Wistar rats, at similar total caloric intake levels. Appetite 2013; 60: 203-207
Fowler SPG et al: Diet soda is associated with long-term increases in waist circumference in a bi-ethnic cohort of older adults: The San Antonio Longitudinal Study of Aging. Journal of the American Geriatric Society 2015; 63: 708-715
Bian X et al: The artificial sweetener acesulfame potassium affects the gut microbiome and body weight gain in CD-1 mice. PLoS One 2017; 12: e0178426
Azad MB et al: Association between artificially sweetened beverage consumption during pregnancy and infant body mass index. JAMA Pediatrics 2016; 170: 662-670
Sünderhauf A et al: Saccharin supplementation inhibits bacterial growth and reduces experimental colitis in mice. Nutrients 2020; 12: e1122
Swithers SE, Davidson TL: A role for sweet taste: calorie predictive relations on energy regulation by rats. Behavioral Neuroscience 2008; 122: 161-175
Hess EL et al: Associations Between Nonnutritive Sweetener Intake and Metabolic Syndrome in Adults. Journal of the American College of Nutrition 2018; 37: 487-493
Wong S et al: Animal models of metabolic syndrome: a review. Nutrition & Metabolism 2016; 13: e65
O’Neil C et al: Association of candy consumption with body weight measures, other health risk fac-tors for cardiovascular disease, and diet quality in US children and adolescents: NHANES 1999-2004. Food & Nutrition Research 2011; 55: e5794
Swithers SE, Shearer J. Obesity: Sweetener associated with increased adiposity in young adults. Nature Reviews. Endocrinolgy 2017; 13: 443-444
Swithers SE et al: Experience with the high-intensity sweetener saccharin impairs glucose homeostasis and GLP-1 release in rats. Behavioural Brain Research 2012; 233: 1-14
Sylvetsky AC et al: Consumption of low-calorie sweetened beverages is associated with higher total energy and sugar intake among children, NHANES 2011-2016. Pediatric Obesity 2019; 14: e12535
Schiffman SS, Nagle HT: Revisited: assessing the in vivo data on low/no-calorie sweeteners and the gut microbiota. Food & Chemical Toxicology 2019; 132: e110692
Bornemann V et al: Intestinal metabolism and bioaccumulation of sucralose in adipose tissue in the rat. Journal of Toxicology & Environmental Health A 2018; 81: 913-923
Sylvetsky AC et al: Nonnutritive sweeteners in breast milk. Journal of Toxicology and Environmental Health Part A 2015; 78: 1029-1032
Qin X: May dysbiosis caused by dietary chemicals such as sucralose and saccharin be more detrimental to the gut and health than antibiotics? How? Inflammatory bowel diseases 2019; 25: e20
Hall LN et al: Aspartame intake relates to coronary plaque burden and inflammatory indices in Human Immunodeficiency Virus. Open Forum Infectious Diseases 2017; 4: ofx083