Toen de mensen nog hun geloof in de Here God en zijn grondpersoneel bezaten, had de katholieke kerk ten behoeve van de genezing nog een rijk assortiment heiligen en relikwieën in de aanbieding. Udo Pollmer laat aan de hand van vitamine-C zien, dat vandaag de dag vitamines terecht gezien mogen worden als waardige opvolgers van de exquise relikwieën van Christus..
door Udo Pollmer / 29 juni 2018, aangevuld in november 2023
Het slikken van vitamines heeft de moeizame pelgrimstochten naar de relikwieën vervangen, die vroeger door zieken ondernomen werden, in de hoop genezen te worden. Tegenwoordig beloven vitaminecocktails verlossing waar vroeger de aanbidding van...
...een tafelkleed voor nodig was. Voor dit doel word in het klooster van Andechs een stukje van het tafelkleed van het Laatste Avondmaal bewaard. Zwangere vrouwen ondernamen pelgrimstochten naar Charroux in Frankrijk, omdat daar het voorhuidje van Christus achtergebleven was een gelukkige geboorte beloofde. Een ander exemplaar lokte de gelovigen naar de Lateraan Kerk in Rome. In totaal werden 13 voorhuidjes van Christus, Sancta Praeputia, vereerd - exact evenveel als er nu vitaminen zijn, waarvan de gemeenschap dezelfde wonderen verwacht.
Onder broeders in het geloof
Het paradigmawissel van een waardeloos chemische stof naar een onmisbaar levenselixer heeft de Zwitserse onderneming Hoffmann-La Roche 80 jaar geleden ingeleid, toen het naar wegen zocht om ascorbinezuur te vermarkten. Vitamine C had bewezen effectief te zijn tegen scheurbuik, een oude zeemanskwaal. Maar dat was allang verdwenen en er waren geen nieuwe toepassingen in zicht. Dus kreeg de propaganda-afdeling van het bedrijf de opdracht om van praktiserende artsen „vitamine-gelovers“ c.q. „vitamine-voorschrijvers“ te maken. Dit bleek moeilijker dan gedacht; de farma-vertegenwoordigers werden door de huisartsen alleen maar uitgelachen.
Dus kietelde men het artsengenootschap aan een gevoelig orgaan, de geldbuidel. Hiervoor was een nieuwe indicatie nodig. Roche vond de "occulte hypovitaminose" uit. Naast acute tekorten zouden er ook "verborgen" tekorten bestaan en het was de taak van de artsen om hun "gevaar -en verraderlijkheid" aan het licht te brengen.
"Mensenvissers“
De Bernse medisch historicus Beat Bächi citeert uit de dossiers van Roche: „Roche lanceerde dus een 'voorlichtingscampagne om het begrip C-tekort er bij de artsen in te hameren. De propaganda-afdeling startte een ware veldtocht, om de breedste kringen te overtuigen van de wenselijkheid, ja zelfs de noodzaak, van een regelmatige vitamine C-inname". (...) Een dokter zou overal een 'C-tekort' op moeten merken en voorzichtigheidshalve vitamine C voor moeten schrijven. Dat zal hij echter alleen doen, wanneer hij zelf de mogelijkheid heeft, de diagnose te stellen en de patiënt een nieuwe ziekte toe te dichten. "Disease mongering“, het uitvinden van een niet-bestaande ziekte, noemt de branche vandaag de dag deze smerige verkooptruc.
Voor de "hypovitaminose-visexpedition", aldus het firma-jargon, was "een beetje hocus pocus" nodig. Men bood de medische industrie een test aan: wanneer de urine van de patiënt met dichlorophenolindophenol blauw verkleurde, dan zou er voldoende vitamine C in het lichaam zitten; zo niet, dan zouden er tabletten nodig zijn. De verkleuring trad echter alleen op bij een enorme overdosis, wanneer de vitamine er met de urine onveranderd weer naar buiten spoot. Zo kon de gezondheidsbewuste persoon met eigen ogen zien, hoe hij zonder tabletten snel aan kwalen zou bezwijken. De test was dus medisch gezien volkomen zinloos en diende alleen de dubieuze commerciële belangen van de onderneming, de apothekers en artsen.
Gevaarlijke listen
Het concept achter de zogenaamde "occulte hypovitaminose" werkt als volgt: Wie met een volle tank zijn auto start, heeft na een paar kilometer al wat minder brandstof in de tank. En dan al begint het "occulte" benzinegebrek in de auto. Tegenwoordig spreekt men over een subklinisch tekort omdat het woord "occult" een verraderlijke bijsmaak heeft.
De officiële vitamine-C aanbevelingen bedragen 100 mg/dag (tot 155 mg), vele malen hoger dan wat het lichaam op kan nemen. In 1992 was volgens EU-experts 30 mg al meer dan genoeg. Volgens hun oordeel voert een "excessieve inname" van 80 gram en meer, tot "uitscheiding van de niet-omgezette vitamine-C via de urine, waaruit geconcludeerd kan worden, dat bij dergelijke innames de weefselvoorradenverzadigd zijn". En: "Het is moeilijk om een behoefte te rechtvaardigen die de opslagcapaciteit van de cellen overschrijdt."
Vertaald naar het occulte benzinegebrek, zou dit betekenen, dat bij het eerstvolgende tankstation niet alleen een "subklinische tekort" gecompenseerd zou moeten worden, maar daarnaast ook de dubbele tankinhoud over de zittin gekieperd zou moeten worden om een "weefselverzadiging" te bereiken. De belofte van de dealer: nu zouden de kleine autootjes gaan rijden als Maserati’s, die natuurlijk ook meer benzine slikken.
Met het idee van "subklinische tekorten" was de basis gelegd, voor een zwendel, die sindsdien werd uitgebouwd tot een miljardenbusiness. Voor alle duidelijkheid: een "gebrek" zonder klinisch beeld is geen gebrek, maar een gril.
Vitamine-onderzoeker: "Mentale neergang"
De campagne kwam pas echt op gang in Zwitserland, toen binnen de artsengemeenschap de voedingsgoeroes hun kans schoon zagen en luidkeels klaagden: "Ondanks ... de vitaminepreparaten van onze farmaceutische industrie, is de gezondheidsschade onder de Zwitserse bevolking ten gevolge van de voorkeur voor vitamine-arm ... voedsel opzienbarend." Dat was in 1939.
In 1942 beweerde een vitamine-onderzoeker in het tijdschrift Science dat de "mentale neergang bij schoolkinderen" het gevolg was van een occult vitaminetekort. Dit zou leiden tot "bedriegen, liegen, stelen of op een andere wijze de menselijke orde schenden". En verder: "Aangezien een overvloedige toevoer van vitamines de intelligentie van een persoon kan verhogen, bestaat dus ook het vooruitzicht, om op deze manier de moraal te bevorderen." Roche rekende speciale tarieben voor de beheerders van strafkampen.
Na de Tweede Wereldoorlog bekroonde het bedrijf haar hypovitaminose-visexpeditie met een product dat Tijl Uilenspiegel niet beter had kunnen bedenken: Gevitamineerde nylonkousen voor de mode- en gezondheidsbewuste vrouw!
Op 14 mei 1954 gebeurde er een tragisch ongeluk: de ascorbinezuurfabriek ontplofte waarbij vijf arbeiders om het leven kwamen. Tot op de dag van vandaag blijft de vitamine-explosie het ernstigste ongeval bij Roche in Basel. Het bedrijf liet zich echter niet ontmoedigen en ontwikkelde jaren later een nieuwe springstof op basis van kunstmest, een beetje bakpoeder en veel supergezonde vitamine-C. Volgens Hoffmann-La Roche was het "Golden Powder" geschikt voor buskruit, vuurwerk en als raketbrandstof.
Wikipedia - de nieuwe catechismus
Vandaag de dag zijn dergelijke escapades overbodig, de markt is booming, ook zonder Golden Powder. De "hypovitaminose-visexpeditie" in de duistere visgronden van de geneeskunde levert een rijke oogst op: door middel van gentechniek voor een spotprijs geproduceerd , als "natuurlijke vitaminen", voor enorme sommen verhandeld, worden steeds hogere "aanbevelingen" voorgedragen.
Wikipedia spant de kroon met één gram per dag. Als je echter bedenkt, dat daarmee alleen de urine zuur wordt, omdat het lichaam weigert het op te nemen, zou het "om deze reden (...) verstandiger zijn, om meerdere afzonderlijke doseringen van elk 200 mg verspreid over de dag te nemen, dan éénmalig 1000 mg". Dit verkoopidee overtreft de vitamine-nylons en kan ongetwijfeld worden beschouwd als “groots moment“ van de voedingsadvisering!
Natuurlijk is ascorbinezuur een verdienstelijke chemische stof. het bewijst al tientallen jaren zijn waarde als voedingsadditief: als conserveermiddel voor producten op waterbasis, vooral sappen. Het wordt ook gebruikt om de rijping van meel te versnellen en de bakeigenschappen van deeg te verbeteren. In zijn gemodificeerde vorm als ascorbylpalmitaat is het ook geschikt voor vette producten, vooral voor worstproducten; hier niet alleen om de houdbaarheid te verlengen, maar ook om het rood worden te versnellen zodat de rode kleur zich sneller ontwikkelt. Daarom zijn worst en ham tegenwoordig belangrijkere bronnen van vitamine C dan groenten en fruit.
Literatuur
Bächi B: Konsum und Kontrolle: Wie Vitamin C zu einem Allheilmittel werden konnte. Therapeutische Umschau 2015; 72: 463-468
Bächi B: Vitamin C für alle! Pharmazeutische Produktion, Vermarktung und Gesundheitspolitik (1933-1953). Chronos, Zürich 2009
Herrmann H: Lexikon der kuriosesten Reliquien. Rütten & Loening, Berlin 2003
Jetzler A, Niederberger W: Zur Methodik der Ascorbinsäure-Bestimmung im Urin. Klinische Wochenschrift 1936; 20: 710–711
Williams RJ: Vitamins in the future. Science 1942; 95: 340-344
Hoffmann-La Roche AG: Preparation of explosives containing degradation products of ascorbic or isoascorbic acid. US-Patent 4.964.929; 23. Oct. 1990
Wehrli PA, Space MJ: Golden Powder: A new explosive/propellant based on ascorbic acid. 13th Symposium on Explosives and Pyrotechnics. Hyatt on Hilton Head Island, SC, 2-4. Dec. 1986
Deutsche Gesellschaft für Ernährung e.V.: Referenzwert Vitamin C. Stand 2015. dge.de
Europäische Kommission: Nährstoff- und Energiezufuhr in der Europäischen Gemeinschaft. Berichte des Wissenschaftlichen Lebensmittelausschusses, 31. Folge, Luxemburg 1994
Pollmer U: Zusatzstoffe von A-Z. Was Etiketten verschweigen. Deutsches Zusatzstoffmuseum, Hamburg 2017
Wikipedia: Ascorbinsäure. Abgerufen am 30. Sept. 2023
Pollmer U, Warmuth S: Pillen, Pulver, Powerstoffe – die falschen Versprechungen der Nahrungsergänzungsmittel. Eichborn, Frankfurt 2008